In de gang naar de ijstijdexpositie in het Hunebedcentrum in Borger is hij bijna niet te missen. Opzij van de grote vitrine ligt op de grond een ietwat bovenmaatse zwerfkei. Het merkwaardige uiterlijk van de zalmkleurige steen valt onmiddellijk op. Vergeleken met veel andere zwerfkeien, valt hij uit de toon.
In de steen zijn onregelmatige verlopende strepen en banen te zien van grove en zeer fijne graniet. De grove gedeelten zijn pegmatiet, de fijnkorrelige zijn van apliet. De steen is met grote waarschijnlijkheid een Lemlandgraniet, die in de voorlaatste ijstijd door het gletsjerijs van de Alandeilanden in Zuidwest-Finland naar Drenthe is vervoerd. Lemlandgraniet is een gidsgesteente, een zwerfsteentype waarvan de herkomst bekend is. Maar deze ‘Lemland’ is wel heel bijzonder. De kei is gevonden bij graafwerkzaamheden in de omgeving van Grolloo.


Pegmatiet en apliet zijn bijzondere gesteenten. Ze ontstaan op een andere manier dan normale granieten en bezitten ook een iets andere samenstelling. Beide gesteenten bestaan voornamelijk uit kaliveldspaat en kwarts. Glimmer in de vorm van zwarte biotiet of zilverwitte muscoviet komt in pegmatiet weliswaar geregeld voor, maar in apliet niet of nauwelijks. Is in pegmatiet glimmer aanwezig, dan is dat óf zwarte biotiet óf muscoviet. Dit heeft te maken met de ontstaanswijze van pegmatieten.
Veldspaatkristallen kunnen in pegmatiet vele meters groot zijn, al worden die maar zelden gevonden. Apliet daarentegen is veel fijnkorreliger, de kristallen zijn vaak niet groter dan een millimeter of nog minder. Naast kaliveldspaat komt met name in pegmatiet ook regelmatig plagioklaas voor. Soms is het weinig, in andere gevallen tamelijk veel. Plagioklaas verschilt van kaliveldspaat door zijn lichtere tint. Plagioklaas verweert sneller dan kaliveldspaat en kleurt aan de buitenkant van zwerfstenen voornamelijk wit.

Het bijzondere aan de zwerfkei van Grollo is dat de pegmatiet- en aplietgedeelten elkaar zeer intensief en onregelmatig afwisselen. De pegmatietische gedeelten in de steen vormen vegen, strepen en kleine pockets. De korreling en korrelgrootte in deze delen is zeer onregelmatig. Grove tot zeer grove partijen wisselen af met kleinkorreliger gedeelten. Ook de verdeling van de witverweerde plagioklaas is niet gelijkmatig.

Een deel van de kei is als een onduidelijk gekorrelde graniet ontwikkeld met in verhouding veel plagioklaas. Het contact daarvan met de pegmatiet en de apliet bestaat uit een randzone met schriftgranietische vergroeiingen.
De aplietische delen in de steen zijn qua korreling tamelijk gelijkmatig ontwikkeld. De apliet vormt smalle en bredere partijen en banen, die onregelmatig golvend, maar wel min of meer parallel aan elkaar verlopen. Ze zijn door smalle granietische en pegmatietische strepen en vegen van elkaar gescheiden. Zo ontstaat een beeld van een licht zalmkleurige steen met een sterk gevlekt/gewolkt, onregelmatig golvend uiterlijk. De pegmatietische gedeelten zijn in de minderheid, ze vormen grofkorrelige, zalm-oranje gekleurde vegen, strepen en vlekken tussen en opzij van de fijnkorrelige apliet.

Lemlandgraniet
Nader onderzoek aan de kei maakt duidelijk dat het zeer waarschijnlijk om een variëteit van de Lemlandgraniet gaat. Lemlandgranieten zijn meest bruinrode tot zalmkleurig bruine granieten met een porfierische structuur. De kaliveldspaten vormen dikwijls fraaie, lichtbruin tot vleeskleurige tabletten van enige centimeters groot. Daarnaast komen kaliveldspaten voor die kleiner en meer gedrongen hoekig van vorm zijn. Niet zelden zijn de veldspaattabletten enigszins parallel aan elkaar gerangschikt.


Naast de vele kaliveldspaat, die de steen zijn kleur verleent, is ook vrij veel plagioklaas aanwezig. De plagioklaas is sterk verweerd en vormt duidelijk begrensde witte vlekjes in de steen. In sommige Lemlandgranieten is de plagioklaas roodachtig tot donker roodbruin van kleur. Deze roodachtige kleur is ongewoon. Hoewel rode plagioklaas ook bekend is uit sommige rapakivigranieten, vooral die van het Kökargebied, zuidoostelijk van Aland, wordt Lemlandgraniet niet beschouwd als een rapakivigraniet.

Dit gidsgesteente uit het zuidwesten van Aland in Finland wordt geregeld als zwerfsteen op de Hondsrug gevonden.
De tot dusver in het Hondsruggebied gevonden Lemlandgranieten missen meestal de rode plagioklaas. De plagioklaas in deze zwerfstenen is wit van kleur en ook op het verse breukvlak is de plagioklaas niet rood, troebel groenachtig wit. In het moedergesteente in Lemland op Aland zijn deze kleurverschillen ook vastgesteld en bemonsterd.

De kaliveldspaat vormt licht bruinoranje tot vleeskleurige tabletten. De plagioklaas is wit, grijs of groenwit van kleur. Grijze kwarts is rijkelijk aanwezig.
Lemlandgranieten zijn op verschillende eilanden in het zuidwesten van Aland ontsloten. Opvallend is de plaatselijke aanwezigheid van pegmatiet. Het zeer grofkorrelige pegmatietgesteente is meest diep zalmoranje van kleur en vormt onregelmatig verlopende, smalle of brede gangen in de eigenlijke graniet. Bijzonder is dat aplietgangen, zoals in de steen van Grollo, in het vaste gesteente op Aland (nog) niet zijn ontdekt. De reden daarvoor is wellicht dat een deel van het granietvoorkomen op Aland bedekt wordt door het water van de Oostzee en dus niet bestudeerd of bemonsterd kan worden.