Geen mens is gelijk. Allemaal beleven wij gebeurtenissen – alleen of met anderen – maar voor iedereen gelden andere emoties. Muziek kan voor de één een tranentrekkende emotie zijn, terwijl de ander het schouderophalend als sentimenteel afdoet. Chemisch heeft dat in onze lichamen met testosteron en dopamine te maken, maar er is een gebied, waarbij wij allemaal soortgelijke ervaringen hebben, hoe verschillend ook in heftigheid: alle mensen hebben een empathisch gen, dat hen in staat stelt zich bewust te zijn van de aanwezigheid van anderen, pijn, woede, vreugde, van anderen in te voelen. Het FOXp2-gen is dat in het jargon.
Hoe ervaren wij de werking van dit FOXp2-gen als wij alles van onze eigen tijd afleggen en in de huid proberen te kruipen van een hunebedbouwer? In ‘De week van de prehistorie’ hebben René Edens (en zijn gezin) en André Rosing, dat aan den lijve ondervonden. En u en ik hebben naar de filmische registratie daarvan gekeken. Twee verschillende soorten inleving. De één gevormd door fysieke ervaring van elementen uit het leven van een prehistorische boer; de ander kijkend naar degene die de poging ondernam en via hem zich een idee vormend van de boer uit de prehistorie. Direct en actief ervaren tegenover indirecte en passieve inleving. Wie komt het dichtste bij?

Op die vraag heb ik geen wetenschappelijk antwoord, wel een intuïtief antwoord. Zelf ervaren komt, denk ik, dichter bij de ervaring van wat historicus Johan Huizinga ooit ‘historische sensatie’ heeft genoemd. Dat tintelende gevoel, dat je je even werkelijk voelt in een verleden werkelijkheid, die je niet uit eigen ervaring kunt kennen. Naar een film van René en André kijken veroorzaakte bij mij vooral een gevoel van inleving met iemand, die een vruchteloze en vaak hilarische poging doet om een hunebedbouwer te worden, of – eventjes maar – te zijn. Echt vruchteloos jagen, vissen of graan te laten groeien zal niet alleen honger, maar ook veel stress veroorzaakt hebben. Wat een opluchting als je even naar de visboer kunt, of een lekker ontbijtje krijgt. Dat ongetwijfelde afzien, dat de prehistorische mens kon overkomen, dat voel je denk ik niet echt aan den lijve. Je weet het, je vermoed het, je denkt er eens over na. Maar ‘echt voelen’? Nee, dat niet. Hoeft ook niet.
Empathie is niet noodzakelijk het fysiek meevoelen (al kan dat wel degelijk). Wij kunnen ons goed voorstellen hoe de ander pijn voelt, of vreugde of diep verdriet. Ook al laten wij een traan als wij verdriet van een ander zien, of juichen wij als Van Persie scoort, wij ondergaan dat toch een graadje anders dan de direct betrokkenen. Inleving is dus niet hetzelfde als identificatie.
Om deel twee te zien klik op https://www.youtube.com/watch?v=Hd04_8icRxg