Groepjes witte wolken boven een gladblauwe Middellandse Zee verhinderen niet dat het warm is in oktober. Het is 28 graden aan de Costa Darauda (goudkust) bij Calafell, een klein uur treinen ten zuiden van Barcelona.
‘Catalonië’ is hier het toverwoord. Politiek wordt er gestreefd naar onafhankelijkheid van het Spanje van het gehate Madrid. Een referendum sprak enkele weken geleden duidelijke taal: men wil een onafhankelijke staat! Catalonië is echter veel meer dan politiek alleen. Het is ‘eigen’ in alle vezels van het dagelijks leven: FC Barcelona, panne pommodoro en andere streekeigen culinaire producten en trots op de eigen cultuur. Zo bezochten we bijvoorbeeld Tarragona, waarvan het Romeinse erfgoed overal opduikt in de stad en waaraan de UNESCO-World Heritage-status is gekoppeld. Maar ook hier is het dagelijks leven doorspekt met Catalonië. Uit veel huizen hangen vlaggen, die de vastbeslotenheid kleur geven, maar ook een soort grimmigheid uitstralen. En dan is natuurlijk de muziek, een Catalaans-cubaanse mengeling, die doet denken aan de Buena Vista Social Club.


Hier in Calafell vindt de slotconferentie plaats van ‘Open Arch’, een Europees project van elf archeologische openluchtmusea uit negen verschillende landen. Het Hunebedcentrum heeft in de periode 2011-2015 haar partijtje meegeblazen in dit zeer succesvolle project. In de workshops en de traditioneel ellenlange ‘Steering committee’ constateren we gezamenlijk tevreden, dat experimentele archeologie en openluchtmusea een nieuwe ontwikkeling zijn ingegaan en – leuk voor ons – dat de Open Arch Roadshow (met demonstraties van prehistorische ambachten) het Hunebedcentrum zal aandoen van 27 tot 29 november aanstaande. In de wandelgangen leggen we contacten met verschillende partners over drie nieuwe Europese projecten. Ik meld daarbij graag even, dat men heel graag met ons samenwerkt. We ontvangen veel complimenten en schouderklopjes van niet de minste instellingen. Doch dit terzijde. Ik wijdt er maar niet over uit, want Europa is momenteel niet zo sexy.

Tijdens het diner zitten we bij Exeter en Albersdorf. We bespreken hét probleem in Europa op dit moment: de grote vluchtelingenstroom. Tijdgenoten en getuigen zijn we. We staan aan de kant en niemand weet hoe je hier een afdoende antwoord op kunt geven. Over één ding zijn we het eens: wat je ook bedenkt of verzint, doe het humaan? In al onze landen zien we min of meer hetzelfde: er heerst angst en dat leidt tot ongenuanceerdheid, bedreigingen en schelden. Een onderstroom die het ook niet weet, maar die wil dat het stopt. Het idee wordt geopperd, dat we als openluchtmuseum met een vluchtelingenkamp in de buurt een kleine bijdrage kunnen leveren. Iets meer doen, dan alleen maar getuige zijn van een ontwikkeling. We kunnen zo’n groep uitnodigen om ons (gratis) te bezoeken, zodat ze iets over de cultuur leren van het land waar ze naar toe gevlucht zijn. En passant wordt er dan iets van wederzijds begrip en wat taal uitgewisseld. Onze Duitse vriend, Rüdiger Kelm uit Albersdorf, stelt dat nooit opnieuw de situatie van 80 jaar geleden mag ontstaan. Hij verwerft algemene instemming.
Terwijl Catalonië naar onafhankelijkheid streeft en de vluchtelingenstroom vele landen lijkt te overspoelen, lijkt een gezamenlijke Europese aanpak juist onvermijdelijk en noodzakelijk. Er wordt vrolijk gelachen. ‘Hein will guard our luggage tomorrow’. Ik knik en merk op dat ik de bagage met gevaar voor eigen leven zal bewaken. Als ik er aan toevoeg dat ik me razendsnel uit de voeten zal maken, zodra iemand er ook maar naar kijkt, wordt er beleefd gelachen. Ik verwijs naar de ‘Dutch singer’ Herman van Veen: “getuigen zijn zelden helden; echte helden getuigen zelden”.
Ach ja, misschien houdt een beetje humor, hoe klungelig ook, ons een beetje op menselijk spoor. Dat Europa momenteel niet zo sexy is, is jammer, maar een gegeven. Als we onze humor verliezen, verliezen we alles!