-Wil je een kopje thee?
-Doe maar.
-Het mag ook een beker zijn.
-Melk?
-Nee dank je, maar heb je suiker?
-Hier is al vast de suikerschep.
-Of heb je liever een suikerzakje?
-En kies maar een theelepeltje uit.
-In een van die trommeltjes zit nog wel een koekje.
-Chocolaatje mag ook.
-Leg jij die koekjes even op een schaaltje?
-Gezellig hè, zo’n kopje thee.
Als verzamelaar van voorwerpen waar hunebedden op voorkomen, kom ik de leukste dingen tegen. En daar zit ook nog vaak een verhaal aan vast. Voor het Hunebed Nieuwscafé heb ik een –toepasselijke- keuze gemaakt rond ‘een kopje thee’.
De ‘Drentse Flint’n Thee’, ‘Drentse Roomboter Knieperties’ en ‘Ambachtelijke turfjes’ komen uit de winkel van het Hunebedcentrum. Overal waar ‘Groeten uit Drenthe’ op staat, komt van de Zoetwarengroothandel Visser uit Beilen. De zoon van de eigenaar kwam tijdens zijn dienstplicht –ik meen mij te herinneren in de jaren ’60 –’70- in contact met een mede-dienstplichtige, die goed kon tekenen. Die heeft destijds het -gefantaseerde- hunebed geschetst, dat ook op de onderste mok voorkomt. De naam van de tekenaar is niet meer bekend bij de zoetwarenfabriek.
De twee bekers: het bovenste exemplaar heeft een trechterbeker-motief in het bruin, gemaakt door het Keramisch Bedrijf Royal Goedewaagen in Nieuw-Buinen. Het onderste exemplaar –wat een heerlijke kitsch, van dezelfde maker als het bovenste presenteerschaaltje met het hunebed van Rolde, nog kitscheriger door de opengewerkte rand- hoort bij de collectie Brands uit Nieuw Dordrecht, het unieke schaaltje is van het Stationskoffiehuis in Rolde. Tijdens de jaarvergaderingen van de Drents Prehistorische Vereniging in dit etablissement kijk ik altijd of het schaaltje er nog staat, en elk jaar vraag ik of ik het kan kopen, maar die vraag wordt steevast ontkennend beantwoord. De mok rechtsonder is van kunststof (Mepal?), en hoort bij een compleet servies met borden en zelfs een dienblad. De mok met hunebed in leesplankjesstijl was een premie van Supermarkt De Boer ca. tien jaar geleden.
De prachtige zilveren suikerschep met in de bak het hunebed van Rolde ging aan mijn neus voorbij toen ik op internet niet meer wilde bieden dan 35 euro. Uiteraard heb ik nu spijt… Gelukkig heb ik de foto bewaard, dus ik weet dat deze schep echt bestaat.
De horeca in Borger speelt ook in op de hunebedden in en om Borger, vandaar dat ik een melkkannetje met hunebed D27 kan tonen van Café Restaurant Centrum (uit de collectie van het Hunebedcentrum), en een suikerzakje van Cafetaria ’t Hunebed, eveneens met D27 (gekocht via Marktplaats.nl).
De koektrommeltjes linksboven en linksonder heb ik in kringloopwinkels aangeschaft; de bovenste trommel is waarschijnlijk uit de jaren ’50, beneden jaren ’70. Die fleurige ‘flower-power’ trommel uit de jaren ’70 laat een bijzonder slecht getekend hunebed zien, dat meer als dolmen dan als hunebed te karakteriseren is. Via via hoorde ik dat bakker Pots uit Rolde ook een koektrommel met het karakteristieke hunebed D18 in zijn assortiment had, maar wegens wijziging van de huisstijl was dat uit de verkoop gehaald. Voor een verzamelaar had hij er nog wel een liggen… En die kreeg ik (de witte trommel). De kniepertiesbus rechtsonder komt van Zoetwaren Visser uit Beilen.
De hunebed-theelepeltjes: mijn trots van de verzameling, want ik heb inmiddels 22 verschillende modellen, verzameld in ca. 25 jaar. Vijf met ‘Borger’ erop, vijf met ‘Emmen’, drie met ‘Havelte’, 3 met alleen ‘Hunebed’, twee met ‘Drent(h)e’, een van Rolde, Diever, Gasselte en Drouwenerzand. Waarbij hetzelfde hunebed afgebeeld staat op ‘Borger’, ‘Diever’ en ‘Drente’, en de andere hunebedden meer uit de fantasie dan aan de werkelijkheid ontsproten zijn. Gasselte en Drouwenerzand zijn identiek, op de plaatsnaam na.
Tenslotte: steengraf te Appelscha op een schaal / sierbord. U kent het hunebed niet? Ik ook niet. Provinciaal archeoloog Wijnand van der Sanden kwam het bord tegen op een rommelmarkt in Westerbork. Na enig speurwerk bleek het te gaan om een hoop stenen in Appelscha die door amateur-archeoloog Popping in 1931 tot hunebed verklaard werden. De archeologen Van Giffen en Bursch vonden echter, onafhankelijk van elkaar, dat Popping zich door zijn fantasie liet meeslepen, ook al was het ‘hunebed’ inmiddels gerestaureerd… De stenen zijn nog steeds terug te vinden in de bossen bij Appelscha (meer hierover in het boek ‘Archeologie van de Stellingwerven, S. Jager en E. van Ginkel, p. 83 e.v.).
Heeft u nog voorwerpen met hunebedden? Ik houd mij aanbevolen.
Sipke van der Zee, bestuurslid Hunebedcentrum.