Hierboven zien we de messenschede van Ötzi. Hij is gemaakt van lindenbast, op een manier die in het Engels bekend staat als Weft-twining en in het Duits als Zwirnbinden. In het Nederlands heet deze techniek fitsen, maar deze term wordt zelden gebruikt. Voor deze techniek kunnen allerlei natuurlijke materialen gebruikt worden: Vlas, brandnetels, biezen of bast. Veel van deze materialen moeten wel eerst roten. Dit kan gedaan worden door ze langere tijd (een aantal weken of maanden, afhankelijk van de vezels) in water te leggen. Daarna zijn ze klaar om te gebruiken.
Hoe maak je een messenschede?
1.Neem een stengel.
2.Vouw de stengel/draad dubbel, en draai het rechter eind van je af.
3.Leg in de vouw een nieuwe stengel, en leg het eind dat zonet van je af gedraaid was, naar je toe. Hierdoor is de stengel nu tussen de draden komen liggen.
4.Doe nu hetzelfde met de volgende stengel. Leg hem eerst neer, draai het nieuwe rechter eind van je af, en leg deze naar je toe.
5.Ga hiermee door. Zorg ervoor dat in het midden van elke slag een stengel ligt. De draad moet ongeveer in het midden van de stengel komen. Je hebt in totaal zo’n 13 tot 16 stengels nodig.
6.Als je aan het einde van de stengels bent, keer je het werk om, zodat we weer aan de linkerkant beginnen. Dit keer buigen we voordat we de stengels over elkaar heen leggen, de verticale stengel om. Daarna zorgen we ervoor dat beide stengels meegenomen worden in het twijnen. Dit doen we voor het hele werkje.
7.Als je aan het einde bent, keren we nog een keer om. Dit wordt de laatste rand voor de versteviging van de bovenrand. Als je hier aan het einde bent, heb je drie getwijnde randen onder elkaar lopen.
8.Wanneer we aan het einde van de derde rij zijn, twijnen we 3 à 4 centimeter verder, zonder dat er stengels tussen zitten. Dit wordt een lusje.
9.Nadat er ongeveer 4 centimeter getwijnd is zonder stengels ertussen, keren we weer om en gaan we terug door te twijnen met de stengels ertussen. Deze rij komt op een paar centimeter afstand van de vorige.
10.Wanneer we hier weer aan het einde zijn, maken we ook hier weer een lusje, dus zonder stengels ertussen. Daarna keren we weer om.
11.Dit doe je een aantal rijen, totdat je ‘lapje’ de gewenste afmeting heeft. Telkens met een paar centimeter afstand tussen de rijen.
12.Wanneer we aan het einde zijn gekomen, twijnen we een flink stuk verder (afhankelijk van de grootte van de schede, maar zo’n 50 centimeter), zonder dat er stengels in zitten. Zo krijgen we een stuk touw om de schede mee dicht te maken. Eventueel kan deze ook nog een keer terug getwijnd worden, zodat het dikker wordt en aan de bovenzijde een lus ontstaat.
13. Het lapje klappen we nu dubbel, zodat de lussen om en om naast elkaar liggen. Aan de onderkant kunnen de eindjes van de stengels naar binnen toe geklapt worden.
14. Met het stukje touw draaien we nu strak om de onderkant van de schede. Wanneer dit goed vast zit, gaan we daarna om en om door de lussen die we gemaakt hebben naar de bovenkant toe, om de zijkant van de schede dicht te maken.
Verlengen:
Om te verlengen, neem je een extra stuk stengel of draad, en dat leg je in het verlengde van het stuk dat bijna op is, met een paar centimeter overlap. Maak vervolgens een paar slagen met deze twee stengels samen.
Meer informatie over gebruik van planten in de steentijd:
https://www.yumpu.com/en/document/view/9721421/reconstructions-by-anne-reichert
https://books.google.nl/books?id=u8ZwAwAAQBAJ&pg=PA41&lpg=PA41&dq=reconstructions+by+anne+reichert&source=bl&ots=lyj-L33a-o&sig=MGd1h_G1zW-6FSABs2X_sJ5zLoQ&hl=en&sa=X&ved=0ahUKEwi96teQzM_MAhXLuhoKHQaEBZQQ6AEIIzAC#v=onepage&q=reconstructions%20by%20anne%20reichert&f=false (Hurcombe, Linda, 2014. Perishable Material Culture in Prehistory: Investigating the Missing Majority.)