Paardenhaar, al vanaf de bronstijd werd het gebruikt voor textiele werkvormen zoals weven, vlechten en knopen.
Ook tegenwoordig wordt dit sterke en duurzame materiaal nog toegepast, op textielgebied o.a. voor versteviging en vormbehoud van kleding (afb.1) en allerlei kunstuitingen (afb. 2).


In de prehistorie diende paardenhaar eveneens voor versteviging van textiel, zoals bijvoorbeeld geweven gordels en banden. Maar eigenlijk was het materiaal geschikt vòòr alles om mee te pronken. Het bezit van een paard was van oudsher een teken van aanzien, van rijkdom en dat gold eveneens voor producten gemaakt van paardenhaar. We weten dit omdat er in `rijke ` graven behalve paardenharen banden en paardentuig, ook wapens, kostbare sieraden en bronzen onderdelen van luxe, vierwielige wagens zijn gevonden. Deze graven waren niet bestemd voor `de gewone man en vrouw` maar voor wie destijds de elite vormde, de door handel rijk geworden aristocratie.
In Nederland zijn er helaas geen archeologische vondsten van paardenhaar-gebruik bekend, daarvoor moeten we de grens over richting Ierland, Denemarken en Oostenrijk.
De vondsten betreffen textiele werkstukken waarbij paardenhaar werd gevlochten, geknoopt en als weefgaren werd gebruikt.
`Lastig` materiaal
Paardenharen zijn niet geschikt om te spinnen, daarvoor is het materiaal te stug, te glad en te springerig (afb. 3). Wel kunnen de haren in combinatie gebruikt worden met andere weefgarens zoals wol en linnen. De haren worden langs de inslagdraden gelegd en vervolgens als inslaggaren meegeweven (afb. 4).


Hedendaags kant-en-klaar (weef)garen is verkrijgbaar in de vorm van enkele paardenharen omwikkeld met fijne katoen (afb. 5)

Vondsten in West-Europa
Voorbeelden van vondsten van paardenhaar zijn:
– De bronstijdvrouw van Skrydstrup (Denemarken) droeg een gevlochten haarnetje van paardenhaar. Aan het haarnetje is een gevlochten paardenharen band bevestigd die verschillende malen rond het hoofd was gewikkeld;
– Geweven ijzertijd-banden/gordels uit Hallstatt (Oostenrijk) waarbij paardenhaar werd gebruikt als inslaggaren. De kettingen van de banden bestaan uit wollen draden. Door deze samenstelling blijft het weefsel, ook bij veelvuldig gebruik, in de lengterichting soepel en in de breedte- richting vast en stevig. Ik kom hier op terug in een ander artikel met als titel `zelfgeweven bandje van wol en paardenhaar` .
– Moerasvondst uit de bronstijd, gevonden in Cromaghs, Ierland: een wollen weefsel met paardenharen band en kwasten, gewikkeld om een schat van bronzen voorwerpen. De band bevond zich, goed in het zicht, aan de buitenkant van de omwikkeling. Bijzonder aan de band is het kunstig geweven patroon en de koorden met kwastjes aan de beide uiteinden (afb. 6)

Zelfgeweven bandje van wol en paardenhaar
Om te ervaren hoe het is met paardenhaar te werken, heb ik een kort bandje (ongeveer 30 cm lang en 1½ cm breed) geweven met wollen draden als ketting en een paar paardenharen als inslag (afb. 7). Zoals ik al eerder schreef: paardenhaar is geen makkelijk materiaal, niet om te spinnen, maar ook niet om mee te weven. Eigenlijk heb je 3 handen nodig om de haren netjes op hun plaats te krijgen en te houden omdat ze makkelijk verschuiven.

Daarbij zijn ze door hun minimale dikte moeilijk zichtbaar, ongeacht de kleur die je gebruikt (zwart of wit/blond).
Het resultaat mag er echter zijn: het bandje voelt stevig aan, is soepel in de lengterichting en zal ook bij veelvuldig gebruik niet gaan kringelen en lubberen.
Tot slot heb ik een paar kwastjes van paardenhaar gemaakt (afb. 8). Met een getwijnd glimdraadje, een paar bronzen kralen en wat geduld zijn er mooie sierkwastjes van te maken.

Tekst en foto’s Yvonne Ording