De mens en de bij
De relatie tussen de bij, insecten, en de mens bestaat al sinds de prehistorie. Het bewijs hiervoor is te vinden in de archeologie, namelijk de rotstekeningen en de vondsten. Van de grotten uit Bicorp, Valencia, Spanje (de Cuevas de la Araña) is een bijzondere afbeelding bekend, namelijk de tekening Man verzamelt honing. Deze rotstekening is zo’n 10.000 jaar oud en toont het verzamelen van honing van wilde bijen. In het Engels wordt dit honey hunting of honey harvesting genoemd. Deze manier van eten verzamelen is één van de oudste menselijke activiteiten en dit deden zelfs de voorlopers van de moderne mens dus al. Een aanwijzing hiervoor zou zijn dat de chimpansee met stokken een bijennest plundert op zoek naar honing. Tot heden wordt het gedaan, namelijk door jager-verzamelaars in Azië, Afrika, Australië en Zuid-Amerika.
Het oude Egypte
Zo’n 5.000 jaar geleden was het beroep imker al bekend in het oude Egypte (Koek, 2012, pp. 126-141). Ze hielden bijen in keramieken buizen van ongeveer 100 centimeter lang en met een diameter van 25 centimeter. De uiteinden waren afgesloten met een deksel, waarbij één deksel voorzien was van een vliegopening. Horizontaal werden de buizen gestapeld waardoor hele muren ontstonden. De buitenste buizen werden leeggelaten als isolatie. Op de hiërogliefen met een ouderdom van ruim 4.000 jaar kunt u zien dat zij al wisten dat met rook de bijen tot rust konden worden gebracht en ook wisten zij dat ze er voor moesten zorgen dat de bijen hun raten dwars op de lengterichting van de buis gingen bouwen, zogenaamde warmbouw. Bij warmbouw wordt de honing achterin opgeslagen, waardoor de honing makkelijk te oogsten is door het deksel eraf te draaien en wordt permanente raatvernieuwing gewaarborgd door de achter- en voorzijde van de buis om te wisselen . De bij was het symbool van het koningschap van Neder-Egypte en dit geeft wel aan hoe belangrijk de bij was. Bij de samenvoeging van de twee koninkrijken bleef het symbool in de troonnaam van de farao. De belangrijke rol van bijen wordt hierdoor wel duidelijk.
Antieke oudheid: Grieken en Romeinen
Het gebruik van keramiek bij het houden van bijen werd later ook overgenomen in Afrika, Azië en Europa. Door de historische geschiedschrijvers Aristoteles en Vergilius weten we dat de Grieken en Romeinen ook buizen gebruikten in warmbouw met 26 raten. De Griekse en Romeinse vorm was korter met een grotere diameter. Er werd 3 maal geoogst: in mei werd 80 procent van de voorjaarshoning geoogst, in juni 90 procent zomerhoning (tijmhoning vaak) en in oktober 75 procent van de laatste honing (heide, klimop en tamarisk). De laatste honing was voor de bijen zodat die de winter konden doorkomen. De Grieken ontwikkelden de Griekse korf met toplatten en schuine wanden en deze techniek wordt nog steeds gebruikt in veel Afrikaanse landen, waaronder Kenia: topbar hive.
Archeologisch bewijs voor het houden van bijen is in Nederland niet bekend, maar het houden van bijen laat ook geen archeologisch bewijs achter: het zijn vergankelijke materialen (bijenwas, bijenraat en bijenwas) en ook zijn er geen echte gereedschappen nodig. Waarschijnlijk werden de bijen gehouden in boomstammen of gevlochten korven. De bijen waren waarschijnlijk vrij klein en een stuk feller dan de tegenwoordige bijen.
De honingjagers zullen al snel hebben gemerkt dat bijenvolken een ruimte van circa 40 liter bezetten en zullen boomstammen hebben uitgehold en later ook bijenkasten hebben gemaakt, denk aan losse vervoerbare stukken boomstam (bijenklossen oftewel klotzbeute). Het beroep van de zogenaamde woudimker met zijn bijenklossen ontstond en er werd zo eeuwenlang gewerkt. Pas in 1930 is de laatste woudimker of Zeidler er mee opgehouden.
Imkers kennen een lange traditie van het maken van gevlochten korven van stro en ander plantaardig materiaal. Deze korven zijn lichter in gewicht en dus gemakkelijker te vervoeren. Deze korven zijn ook al lange tijd bekleed met leem. Misschien al zo lang men lemen huizen maakt, of wel sinds de hunebedbouwers? Een duidelijk bewijs voor het bekleden van de korven is te vinden op een munt uit de tijd van Lodewijk XV (1710-1774 n. Chr.). Wanneer de korven zijn uitgevonden, is niet bekend, maar we weten dat korven er zijn rond 1300 n. Chr. In onze streken zijn nooit keramieken buizen gebruikt.
In Nederland heeft de korfimkerij nog tot de jaren vijftig van de vorige eeuw een grote rol gespeeld, maar ook nu hebben imkers vaak uit nostalgie een bevolkte strokorf staan. Nog steeds worden strokorven gemaakt.
In de strokorf zitten aan de bovenkant een aantal spiesen waaraan de bijen raten bouwen. Het gaat hierbij een vaste bouw. Bij de oogst worden eerst de bijen uit de korf gejaagd waarna de spiesen van buitenaf worden verwijderd. Pas daarna kunnen de raten met het korfmes worden uitgesneden.
In 1851 ontwikkelt de Amerikaan Langstroth een kast met gemakkelijk uitneembare ramen waardoor allerlei nieuwe ontwikkelingen mogelijk waren. De imker kon gemakkelijk zijn werk doen waarbij het bijenvolk rustiger bleef en de honing kan worden geoogst zonder het bijenvolk af te breken. In 1857 ontwikkelt de Duitser Mehring de kunstraat waardoor de honing gemakkelijk uit de raat kan worden geslingerd zonder dat de raten kapot gaan. In 1865 toont Hruschka de eerste honingslinger.
Bijenproducten
Zoals hierboven al aangegeven weten we niet zeker of er imkers waren in de prehistorie of dat ze hun bijenproducten verzamelden als bijenjagers. De beweegredenen om als prehistorisch mens deze bijenproducten te verzamelen, lijkt de honing het belangrijkst. Honing was in de prehistorie één van de weinige zoetstoffen uit de natuur. Het gebruik van honing is moeilijk vast te stellen. Het gebruik van bijenwas toont aan dat ook honing werd gebruikt. Honing is het hoofdproduct, maar bijen maken ook bijenwas, propolis, koninginnegelei en bijenpollen. Behalve bijenwas zijn deze bijproducten eetbaar en zouden kunnen helpen sneller te herstellen van kwalen.
Bijen verzamelen nectar (ook stuifmeel en andere zoete afscheidingen waaronder honingdauw) uit bloemen en zetten dit om in honing door enzymen, bacteriën en indikking. Honing is voedsel om te overwinteren voor de honingbijen. De larven leven van voedersappen: nectar, stuifmeel en afscheidingen uit de klieren van de voedsterbijen. Nectar van planten en bomen en de kristalvorming bepalen smaak, geur, kleur en consistentie van de honing. In de natuur zijn weinig natuurlijke zoetstoffen, naast honing is er palmsuiker, kokossuiker, agavesiroop, Stevia en ahornsiroop te verkrijgen. In ons klimaat zou alleen ahornsiroop kunnen zijn geproduceerd in prehistorie. Honing was belangrijk als zoetstof en voedingsmiddel en wordt ook heden ten dagen veel genuttigd. . Honing wordt wel gezien als “de beste natuurlijke zoetstof, beter dan suiker”. Honing bevat fructose en glucose. Dat fructose uit honing beter, of anders, in het lichaam opgenomen zou worden dan “synthetisch fructose” is onwaarschijnlijk. Fructose is fructose. Het gaat om de wijze waarop iemand suiker tot zich neemt, hoe hij eet, kauwen is gezond en leidt tot een sneller verzadigd gevoel dan een “snelle hap of drinken van een energy drink”. Dat honing diabetes type 2 zou kunnen voorkomen is niet bewezen. Er zijn veel meer factoren die van invloed zijn bij het ontstaan ervan. Bij suikerziekte mag je wel honing eten, maar niet teveel! Een gezond voedingspatroon is belangrijk. Manuka en acaciahoning zouden geschikte honingsoorten zijn voor diabetes patiënten. Voor diabatici is honing een betere keuze dan gewone suiker omdat honing het boedsuikergehalte in het bloed minder hoog doet stijgen dan gewone suiker. Behalve een zoet- en voedingsmiddel kan honing gebruikt worden voor het maken van mede. Honing wordt gemengd met water en de wilde gistcellen in de lucht zorgden dat de honing werd omgezet in alcohol. Door de hoge concentratie aan suiker en het voorkomen van waterstofperoxide wordt honing in de alternatieve geneeskunst beschouwd als een natuurlijk antimicrobieel middel op de huid. Honing aanbrengen op een open wond is door het hoge suikergehalte in honing niet aan te bevelen.
Door alternatieve genezers wordt aan honing veel medicinale eigenschappen toegedacht, maar deze kunnen niet worden verklaard. Men vermoedt dat gezonde bacteriën verantwoordelijk zijn, in honing komen 6 verschillende soorten Lactobacillen en 4 soorten bifidobacterien voor. Deze komen inderdaad in de darm voor en hebben inderdaad een positief effect op de gezondheid. Wanneer iemand een antibioticumkuur gebruikt kunnen de aantallen Lactobacillen en Bifidobacterien afnemen, zij herstellen weer na afloop van de kuur. Honing zou hierbij een positieve werking kunnen hebben. Dat honing het ontstaan van darmkanker zou kunnen voorkomen is dubieus. Er zijn vele factoren die van invloed zijn bij het voorkomen of ontstaan van darmkanker; “gezonde voeding” helpt het ontstaan te voorkomen. Dat honing ook antibiotisch zou zijn is niet juist, het zou hoogstens een antiseptische werking kunnen hebben. Honing verzacht de keel en bovenste luchtwegen bij een verkoudheid, of het infecties kan voorkomen daarvoor ontbreekt wetenschappelijk bewijs.
Bijenwas
Bijenwas wordt gemaakt door de werksters in het bijennest. Speciale klieren van deze bijen zetten honing om in bijenwas. De was is pas klaar als er flink op gekauwd is. De bijenwas wordt dan zacht en werkbaar. Bijenwas kan geel tot donkerbruin van kleur zijn. De bijenwas wordt gemaakt om er een honingraat van te maken. Bijen bewaren voedsel in de raat, maar verzorgen ook hun jongen in de raat. Imkers oogsten alleen de bijenwas die de bijen kunnen missen.
Bijenwas kon worden gebruikt voor verschillende technologische, rituele, cosmetische en medicinale doeleinden, bijvoorbeeld om poreuze vaten van keramiek waterdicht te maken. Bijenwas werd gebruikt om lijm te maken in combinatie met berkenteer en oker. De bijenwas kan gebruikt worden om hout, leer en pezen te onderhouden, maar ook om smeedwerk te beschermen tegen roest. Om medicijnen in te nemen konden ze in een tablet van bijenwas worden verwerkt en zo toch worden ingenomen door de patiënt. Bijenwas is gebruikt als een kauwgum. De Romeinen gebruikte bijenwas voor hun schrijftabletten. Ook gebruikte de mens de bijenwas om de potten waterdicht te maken en om de potten met voedsel waterdicht en luchtdicht af te sluiten om het goed te bewaren. De eerste vullingen voor tanden werden gemaakt van bijenwas. Via de zogenaamde wastechniek is het mogelijk bijenwas te gebruiken om brons te gieten, denk aan sieraden, bijlen, pijlpunten en meer. Het is niet ondenkbaar dat de was al in de prehistorie werd gebruikt voor het maken van kaarsen en het smeren van de wagenas. Kaarsen van bijenwas staan bekend om hun goede verbranding en lekkere geur. De oudste intacte bijenwaskaarsen ten noorden van de Alpen zijn gevonden in een grafveld in Duitsland en zijn zo’n 1400 jaar oud. De materialen die overgebleven zijn (waaronder de bijenwaskaarsen) zijn te vinden in het Landesmuseum Württemberg.
Nu wordt de was gebruikt voor diverse doeleinden. De was zit namelijk in krijt, poetsmiddel voor vloeren en meubels, in het laagje over veel medicijnen, in glansmiddel voor drop, crèmes, zeep en vele cosmetica. Zo heb je bijvoorbeeld lippenbalsem, bodylotions, handencrèmes, uienzalf, shampoos en body butters waar bijenwas in verwerkt zit. De was in de cosmetica is hydraterend en heel zacht.
Propolis
Een ander belangrijk product is propolis. Dit is een harsachtige substantie die de bijen verzamelen van bepaalde knoppen van bomen en struiken. Via kauwen en bijenspeeksel worden hier stoffen aan toegevoegd. Deze propolis kunnen we het beste vergelijken met bijenlijm of kithars. De bijen gebruiken het om naden en kieren te dichten en ook om honingraten te verstevigen. Propolis wordt tegenwoordig beschouwd als een “super food”, het zou vele goede eigenschappen bezitten, maar “is vooral bekend om zijn antimicrobiële werking”. Wetenschappelijke bewijzen hiervoor zijn echter niet beschikbaar.
Deze gelei krijgen de larven tot aan de derde dag als voeding, de koningin wordt uitsluitend gevoed met deze gelei. De gelei wordt gemaakt door de bijen (speciale voedselklieren scheiden dit uit). Volgens sommigen is dit de meest rijke voeding uit de natuur.
De gelei is geel tot groen van kleur en bevat: eiwitten, vitaminen, mineralen, aminozuren, antimicrobiële stoffen, hormonen en glyceriden. Medicinaal zou deze stof volgens alternatieve genezers werken bij: lusteloosheid, vermoeidheid, ziekte van Pfeiffer, bloedarmoede, ouderdom, depressiviteit, overspannenheid en andere vermoeidheidsklachten. De gelei zou helpen bij ziekteherstel, zou de vorming van littekenweefsel kunnen voorkomen en zorgen voor een betere wondgenezing.
Bijenpollen worden gemaakt door bijen, een soort gele bolletjes. De bollen bestaan uit 30 procent koolhydraten, 30 procent eiwitten en 20 procent vet, en bevatten ook verschillende mineralen en vitaminen.
Bijenpollen geven energie, helpen tegen hooikoorts, bevorderen afvallen, helpen je lichaam met groei en herstel, helpen tegen darmproblemen en zorgen voor betere conditie van huid, haar en nagels. Verhalen dat door het gebruik van bijenpollen hooikoorts volledig zou kunnen verdwijnen zijn niet onderbouwd. Zoals met heel veel chronische aandoeningen zijn er bergen en dalen, komen spontane verbeteringen en toename van tolerantie voor.
Momenteel zijn we druk met het plaatsen van bijenkasten in ons Oertijdpark. Dit artikel maakt hopelijk duidelijk dat bijenkasten goed passen bij onze thematiek. De kasten worden geplaatst achter de Idylle, de tuin voor vlinders, bijen en mensen. We houden u op de hoogte. Veel bijen leven solitair, maar ook soms in volken. Bijen zijn belangrijk voor het produceren van voedsel. Een solitaire bij legt zijn eitjes in cellen die zij zelf bouwt, maar er zijn ook parasiterende bijen. Deze bijen breken de cel van de andere open, leggen hier hun eigen eitje in en maken de cel weer dicht. De larf van de parasiterende bij eet de larf op van de andere bij. Parasiterende bijen zijn te herkennen doordat de bijen amber behaard zijn.
Welke bijen en hommels zijn te vinden bij het Hunebedcentrum?
In samenwerking met IVN Borger-Odoorn en de Vlinderstichting hebben vrijwilligers van o.a. Hunebedcentrum een inventarisatie gemaakt. De volgende soorten zijn ontdekt op zaterdag 9 juli:
Tronkelbij (rietbedekking steentijdhuis en middensteentijd hut, maar ook in de Idylle); Sachembij (muur van het steentijdhuis); Bruine rouwbij (deze parasiteert op de sachembij en is bij de muur gevonden); Akkerbij (Idylle).
Literatuur
Koek, J., 2012. Het uitvloeisel van het oog van Ra: de rol van de bij in het Oude Egypte. In: MEHEN Essays, pp. 126-141.
Door: Nadine Lemmers, Eric Duiverman , Sabine van Wijk en Charlotte van Wijk.