Oergezond wat is dat nu eigenlijk? Leefden de mensen in de prehistorie gezond? Wat aten ze en hoe leefden ze? Een leuke manier om meer te weten te komen over de prehistorie is het proeven van het oervoedsel. In de Oerwalking lunch/diner maakt u een tijdreis door het Oertijdpark van ruim 150.000 jaar van de een na laatste ijstijd tot aan het begin van de jaartelling. In deze tijdreis wandelt u langs de hutten en huizen uit die tijd, ontmoet hun bewoners en proeft u hapjes die zijn geïnspireerd op het eten uit dezelfde periode. Na deze ervaring kijkt u anders naar de geschiedenis, uw omgeving en de natuur.

IJstijden
Zonder ijstijden, geen Drents landschap zoals we dat nu kennen. Een oermens vertelt over de een na laatste ijstijd en de laatste ijstijd. Dankzij de ijstijden hebben we in Drenthe de prachtige Hondsrug en Rolderrug, zand, pingo’s, leem, keien en vuursteen.
Tijdens de een na laatste ijstijd lag Noord-Nederland onder een ijskap. Het was niet mogelijk hier te wonen. Aan de randen van de ijskap ontstaan heuvels (stuwwallen), deze heuvels kennen we nog als de Veluwe, de Gelderse heuvels en Utrechtse Heuvelrug. De ijskap was in Drenthe ongeveer een kilometer dik.
Onder de ijskap wordt een dikke laag keileem afgezet. De kracht van het ijs heeft dit meegenomen uit Zweden en Denemarken. Keileem is leem waarin keien zitten, waaronder ook vuursteen. Het bewijs dat de stenen met het ijs hier naartoe gebracht zijn, zijn de stenen met gletsjerkrassen.
In de laatste ijstijd is er geen ijs in Nederland. Echter de ijskap is zo gegroeid dat de Noordzee droog is gevallen. Er kan van Nederland naar Engeland gelopen worden. Er heerst in Nederland een toendraklimaat, ijskoude winden zetten hier zand af. Dit zand zijn onze Drentse zandgronden geworden. Bij een aantal stenen kan je dit zien doordat de steen een aantal vlakken heeft gekregen. Deze stenen noemen we een windkanter. Tijdens deze ijstijd ontstaan ook pingo’s in het landschap. Dit komt doordat in de permanent bevroren bodem (permafrost) grondwater verzamelt, het grondwater bevriest en zet uit, er ontstaat een heuvel. Na de ijstijd smelt de heuvel en ontstaan vennetjes. In dit toendragebied leefden typische ijstijddieren: wolharige neushoorn, steppenpaard, reuzenhert, wolharige mammoet, muskusos, eland, bison, rendier, grottenbeer, edelhert, wild zwijn, grottenhyena, grottenleeuw en wolf.
Tijdens het eerste hapje kunt u ervaren hoe koud het ijs was: een echte oerspoom (prosecco/appelcider met ijs en munt) of oerkoffie (koffie met slagroom en koffielikeur).


Neanderthalers oftewel mammoetjagers
De eerste “mensen” in dit gebied waren de Neanderthalers, zo’n 250.000 jaar geleden. Hun werktuigen zijn gevonden in Drenthe. Deze Neanderthalers worden ook wel mammoetjagers genoemd. Ze maakten prachte werktuigen van vuursteen, konden vuur maken, jagen met speren en maakten al kunst! De mammoetjagers leken op ons, maar er waren verschillen: het hoofd is meer naar achteren gericht en opvallend zijn de grote wenkbrauwbogen. Inmiddels zijn der eerste resten van de Neanderthaler in Nederland gevonden, helaas niet Drenthe.
In het Oertijdpark laat de mammoetjager de bezoekers iets proeven wat de meesten niet elke dag eten: meelwormen. Vlakbij is een vuurplaats te zien van deze mammoetjagers.

Rendierjagers
Aan het einde van de laatste ijstijd leven er rendierjagers in Drenthe. Deze mensen leven in hutten gemaakt van leer en stokken, ze maken prachtige spitsen en ander gereedschap van vuursteen en trekken rond om dicht bij de kuddes rendieren te blijven. Deze mensen hebben speren met speerwerpers, pijl- en boog en honden. Een rendierjager vertelt over het leven in deze laatste ijstijd en laat de bezoekers iets eten wat met deze tijd te maken heeft: thee van korstmossen of berkensap.


Jagers uit de midden steentijd
Toen het klimaat definitief warmer werd, veranderde Noord-Nederland van een toendra naar een bebost gebied. Er liepen veel verschillende dieren rond zoals bizons, elanden, beren, reuzenherten en oerossen. De mensen leefden van de jacht op verschillende soorten wild en van het verzamelen van eetbare planten. In de midden steentijd worden er voornamelijk kleine stukjes vuursteen geslagen, die samen in een houten schacht gezet worden. Zo kunnen goede pijlen of speren met weerhaken gemaakt worden. De oudste boot ter wereld is in Drenthe gevonden en komt uit de midden steentijd. Een jager uit de middensteentijd vertelt over het leven in deze tijd en laat de bezoekers iets eten wat met deze tijd te maken heeft: gerookte zalm of forel.

Punt 1: Jagers en verzamelaars – eten en drinken
Alle verhalen tot nu toe gaan over jager-verzamelaars. De bezoekers gaan ook aan de slag met de jacht: ze leren pijl en boog schieten. Naast de boogschietbaan wordt eten en drinken aangeboden: geïnspireerd op de verhalen en aangepast naar de wensen en budget van de groep. De volgende recepten behoren tot de mogelijkheden:
1. Gegrilde zalm in zuringbladeren,
2. Haas met bijvoet, zuring, klein hoefblad, groenten en fruit,
3. Zwarte bessen met honing,
4. Paddenstoelenomelet,
5. Powersnack met spek, rundvlees, hazelnoot en cranberries,
6. Gestoofde appels met duindoornbessen,
7. Vissoep (paling- & oestersoep).
Als drinken worden sappen geserveerd van de (fruit-) bomen uit de oude en midden steentijd. Denk aan appelsap, vlierbloesemlimonade, bosbessensap…



Mysteries van het veen
In Drenthe kennen we keileem en zandgronden, maar er is nog een grondsoort: veen. In de prehistorie was Drenthe voor een groot deel bedekt met veen. De Hondsrug was de prehistorische snelweg, maar door het veen kon de oermens zich ook verplaatsen over zogeheten veenwegen. Het veen was ook een plek om offers te brengen. Sommige veenwegen liepen alleen naar een offerplaats. De bezoekers lopen over twee soorten veenwegen.

Grafheuvel
Na de hunebeddenperiode begroeven de mensen in de prehistorie hun overledenen in grafheuvels. De gasten bekijken de grafheuvel van de hoofdman van Drouwen met het dodenhuisje erop. In deze grafheuvel is het oudste zwaard van Nederland gevonden.

Steentijdhuis oftewel huis van hunebedbouwers
De eerste boeren in Noord-Nederland waren de hunebedbouwers oftewel Trechterbekerboeren. Nieuw onderzoek maakt duidelijk dat deze mensen nog veel gebruik maakten van de natuur als voedselbron. Ze waren jager-verzamelaar-veeteler-akkerbouwer. De hunebedbouwer vertelt over het leven in deze tijd en laat de bezoekers iets eten wat met deze tijd te maken heeft: lijnzaad.

Punt 2: De eerste boeren – eten en drinken
Nu zijn de hunebedbouwers aan de beurt, dus nu beschikken de mensen over vee (rund, varken, geit en schaap) en gewassen (graan, vlas oftewel lijnzaad en erwten). De bezoekers gaan aan de slag met eten bereiden: ze leren graan malen. Naast het steentijdhuis wordt eten en drinken aangeboden: geïnspireerd op de verhalen en aangepast naar de wensen en budget van de groep. De volgende recepten behoren tot de mogelijkheden:
1. Vissoep;
2. Erwtensoep met wilde kruiden;
3. Gerstenkroketten;
4. Gemarineerde ham met pastinaak;
5. Bessenwijn en bessenazijn;
6. Vlees met cranberries en wortelgroenten;
7. Gevulde eend met zwarte bessensaus;;
8. Veldslasalade;
9. Gerstenballen met wilde vruchten en bessen;
10. Kaviaarballen;;
11. Platbrood met dips;
12. Zuurdesembrood;
13. En verse kaas.
Als drinken worden bieren geserveerd. Met de komst van graan was het mogelijk bier te brouwen. Dit bier smaakte wel anders.


Bronstijderf
Na het bezoek van het steentijdhuis wordt nu een boerderij bekeken. De bronstijdboerderij heeft een stal, maar er is ook een bijgebouw en graanspieker. Nieuw is het gebruik van brons en wol De bronstijdboer vertelt over het leven in deze tijd en laat de bezoekers iets eten wat met deze tijd te maken heeft: brandnetel.

Punt 3: Bronstijdeten en fruitlikeur
Nu zijn de bronstijdboeren aan de beurt, dus nu beschikken de mensen over vee (nu ook paard) en gewassen (nieuwe gewassen). De bezoekers leren meer over eten bewaren: ze bekijken de graanspieker van binnen. Naast het steentijdhuis wordt eten en drinken aangeboden: geïnspireerd op de verhalen en aangepast naar de wensen en budget van de groep. De volgende recepten behoren tot de mogelijkheden:
Zoete gierst
Geroosterde beukennootjes
Maanzaadrolletjes
Gerst- en linzenstoofpot met spek
Gevulde gebraden lam
Visballen
Verse kaas met kruiden
Vers bier
Als drinken worden likeuren geserveerd. Denk aan appellikeur.

Ijzertijderf
Bij het ijzertijderf worden de boerderij, de spieker en de schuur bekeken. Opvallend is de grote gelijkenis met de bronstijd. De raatakkers of celtic fields worden getoond en er wordt uitgelegd dat deze akkers nog steeds te vinden zijn. Met de ontdekking van ijzer worden gereedschappen sterker. Het gebruik van de zaag wordt steeds bekender.
Punt 4: IJzertijdeten & mede
Nu zijn de ijzertijdboeren aan de beurt, dus nu beschikken de mensen over vee en gewassen (nieuwe gewassen). De bezoekers gaan ook aan de slag met ijzer: ze leren vuur maken. Naast het steentijdhuis wordt eten en drinken aangeboden: geïnspireerd op de verhalen en aangepast naar de wensen en budget van de groep. De volgende recepten behoren tot de mogelijkheden:
1. Kip gebakken in klei
2. Bonenpuree
3. Zoete tarwepap met verse kaas
4. Wilde kruidenbeignets
5. Linzen in bier
6. Eiwit met frambozen en honing
7. Roomwafels
8. Gebraden everzwijn
9. Honingringen
10. En Mede of honingwijn
Als drinken worden wijnen geserveerd. De mede of honingwijn wordt geserveerd.



Punt 5. Keientuin, einde van de “Oerwalking dinner”
Als einde van de walking dinner bezoeken we de Keientuin. Opnieuw wordt duidelijk hoe belangrijk de ijstijden voor Drenthe zijn geweest. Om te bedenken dat op sommige plekken na de ijstijden zoveel stenen lagen…. De keien worden bewonderd onder het genot van een bakje koffie/thee en een lekkere oerdessert.


Door Sabine van Wijk, Nadine Lemmers en Jasper Hummel
Een overzichtelijke mooie baschrijving van de oude bewoners van de hondsrug.