De grove den (Pinus sylvestris) is één van de meest algemene boomsoorten in ons land. Als autochtone boom is de grove den in de middeleeuwen uitgestorven. Sinds 1515 wordt de den uit zaad gekweekt. De grove den was een ideale soort voor de ontginning van heidevelden, en later, eind 19e eeuw en begin 20e eeuw werden dennen massaal aangeplant voor stuthout voor de steenkoolmijnen. Vanuit aanplantingen kunnen dennen zich gemakkelijk spontaan uitzaaien. De grove den heeft korte gepaarde naalden (twee aan twee, als duo – te onthouden als den en duo*), de mannelijke bloemen bestaan uit veel meeldraden met elk twee stuifmeelzakjes, de vrouwelijke bloemen vormen een spiraalvormige minikegel. De grove den kan tot veertig meter hoog worden (in ons land tot 25 meter). De bloeitijd is mei-juni. De naalden worden maximaal 8 centimeter lang. Door de penwortel kan de den water van verre diepten halen. Opvallend zijn de prachtige dennenappels in de herfst. Bij beschadiging van de bast komt de hars eruit, deze hars beschermt de boom tegen invloeden van buiten. In de koudere gebieden in het hoge noorden en op de bergen tot 2.000 meter hoogte gedijt de den goed. De grove den is een pionierssoort op voedselarme gronden.
*Ezelsbruggetje: Den gepaarde naalden – duo / Spar enkelvoudige naalden – single / Lariks – laat naalden vallen in de herfst

Gebruik in de prehistorie tot nu
Na de laatste ijstijd was de grove den waarschijnlijk één van de eerste bomen die in onze streken verscheen. In de oude steentijd (12.000-11.000 jaar v. Chr.) overheersten dennen-berkenbossen. In het Atlanticum (7.000-4.000 jaar v.Chr.) verdween de grove den bijna helemaal. Stuifmeel kan zich gemakkelijk over vele honderden kilometers verspreiden. Houtskoolvondsten in haarden uit de oude en midden steentijd wijzen op het gebruik als brandhout. De oudste kano ter wereld, uit circa 7.500 v.Chr., gevonden onder een dikke laag hoogveen bij Pesse, is gemaakt uit één stam van de grove den. Stammen van de grove den werden in de bronstijd en ijzertijd gebruikt voor de aanleg van veenwegen in Zuidoost-Drenthe. Het hout van de grove den is bekend onder de naam grenen. De boom levert hars, teer en terpentijnolie. Dennenappels worden gebruikt om te decoreren.

Eetbaar?
De grove den kent eetbare delen. De naalden worden normaliter niet vermalen tot specerij, maar de naalden worden in vlees gestoken (rollade). Van de naalden kan thee worden gezet
(FLEISCHHAUER, ET.AL., 2017, pp. 31-32).
Jonge toppen kunnen worden geoogst in de maanden maart en april en gekookt in water. Het afkooksel kan worden ingedikt tot siroop of tot spread met fruit en paardenbloemen. Van de toppen kan thee worden gezet, maar de toppen worden ook gebruikt voor het aromatiseren van alcoholische dranken
(FLEISCHHAUER, ET.AL., 2017, pp. 31-32).
In de maanden maart en april kan de binnenbast of cambium worden geoogst en in repen worden gesneden. De repen kunnen worden gekookt, gebakken of geroosterd. Gekookt zijn de repen te eten als een soort pasta (FLEISCHHAUER, ET.AL., 2017, pp. 31-32). In schaarse tijden werd de binnenbast gedroogd en vermalen om het als meel te gebruiken; het werd vermengd met meel van graanproducten.
Dennenappels zijn van september tot november te verzamelen en de zaden zijn te verzamelen door de kegels te verhitten en dan de zaden eruit te kloppen. De zaden zijn rauw te eten, maar lekkerder nadat ze geroosterd zijn. De zaden kunnen worden gebruikt in burgers.
De gekookte jonge dennenappels zijn eetbaar, maar worden ook gebruikt bij het aromatiseren van alcoholische dranken
(FLEISCHHAUER, ET.AL., 2017, pp. 31-32).
De mannelijke bloemen kunnen in mei worden gekookt en van het afkooksel een siroop worden gemaakt. Het stuifmeel is vroeger gebruikt om granenmeel te aromatiseren (FLEISCHHAUER, ET.AL., 2017, pp. 31-32).
Sommige bonbonmakers doen een beetje etherische olie op basis van grove den in de bonbonvulling wat deze zoete lekkernij een aangenaam frisse smaak geeft.

Medicijn?
In de jonge toppen zitten de volgende inhoudsstoffen: etherische olie, looistoffen, bitterstoffen en vitamine C. De hars van de grove den is voor eeuwen een geneesmiddel en kan worden omgezet naar terpetijnolie en terpetijnhars. Uit de uiteinden van takken en naalden kan etherische olie worden gehaald (FLEISCHHAUER, ET.AL., 2017, pp. 31-32). De hars en olie aangebracht op de huid werken prikkelend en stimuleren de doorbloeding, maar zijn ook antimicrobieel en ontstekingsremmend. Olie heeft slijmoplossende werking (gebruikt bij ontsteking luchtwegen) en rijke geur. Siroop van de jonge toppen zorgt bij luchtwegenontsteking voor verlichting.
De Oude Grieken mengden naalden en knoppen met honing om dit als medicijn bij verkoudheid, slijmvorming, keelpijn, hoest, jicht en reuma te gebruiken. In de volksgeneeskunde wordt de boom ook in bad gebruikt bij uitputting, neuralgische pijn en reuma en als urineafdrijvend middel (FLEISCHHAUER, ET.AL., 2017, pp. 31-32).
Eric Duiverman & Nadine Lemmers
Literatuur
mens-en-gezondheid.infonu.nl/…/109973-de-geneeskracht-van-grove-den.html
BASTIAENS., J. & O. BRINKKEMPER, 2006. Inheemse bomen en struiken in Nederland en Vlaanderen. Boom, Amsterdam, pp. 184-186.
VAN GINKEL, J., 2016. Blij met bomen. Het Drentse Boek, Beilen.