Inmiddels zijn veel artikelen geschreven over het gebruik van planten, en het is belangrijk te beseffen dat de prehistorische mens zowel kruiden als groenten gebruikten. Bij het gebruik van kruiden staat de voedingswaarde niet voorop en kan het zijn dat deze bij het innemen van grotere hoeveelheden giftig zijn. Kruiden zijn bedoeld als smaakversterker of als medicijn voor ziekte en aandoeningen. Bij groenten staat de voedingswaarde wel voorop. Uiteraard worden sommige planten op beide wijzen gebruikt.
Kruiden in de prehistorie
De prehistorie omvat een lange periode van de oude steentijd tot aan de ijzertijd. De jager-verzamelaar zal vooral kruiden hebben verzameld, maar of de boeren dit ook deden is een interessante gedachte waar we het antwoord niet op weten. Bij zeldzame soorten is het niet ondenkbaar dat zij deze extra hebben gezaaid vlakbij of op hun erf. Bewijs voor deze kruidentuinen zijn lastig te vinden. De kruiden komen namelijk sporadisch voor en alleen extreem hoge waarden zouden kunnen aantonen dat het hier inderdaad om kruidentuinen gaat. Bij soorten die gemakkelijk in de natuur te vinden zijn, lijkt dit minder realistisch.
Bij kruiden in de prehistorie moet je denken aan: valeriaan, smeerwortel, duizendblad, brandnetel, boerenwormkruid, kamille, munt, look-zonder-look en zuring.
Kruiden kun je droog en vers toevoegen aan eten voor de smaak, maar je kunt er ook thee, aftreksel, olie of zalf van maken. Ook kan een kruid zijn gebruikt als hulpmiddel bij koken. Bladeren kunnen ook als omwindsel zijn gebruikt bij wonden en zweren.
Thee
Thee is er waarschijnlijk altijd geweest, maar het is lastig aan te tonen dat de mens inderdaad kopjes kruidenthee dronk. Net als nu ligt het voor de hand dat zij bijvoorbeeld munt- en brandnetelthee dronken.
Hoe maak je thee?
Afhankelijk van de plant pluk je de bloemen, bladeren of zaden en maak je ze schoon. De kruiden kun je naar eigen wens in een theeglas doen en er heet water (niet kokend) overheen gieten. Doorgaans laat je de thee tussen de twee en vijf minuten trekken. Sommige wortels zijn ook bruikbaar, namelijk fijn gesneden, geroosterd .
Een aftreksel of extract kan je van thee maken door deze te laten inkoken. Door er honing aan toe te voegen maken we siroop. We kennen ook nu nog siroop, zoals tijmsiroop.
In de prehistorie werden vanaf de nieuwe steentijd groenten verbouwd Uit de natuur werden al eerder de zogeheten wilde groenten vergaard. Deze wilde groenten hadden veel goede voedingsstoffen (o.a. vitamine C) en ze waren gemakkelijk te vinden. Het ligt dan ook voor de hand dat de prehistorische mens (ook de boer) groenten en kruiden verzamelden uit de natuur. Bij wilde groenten moet je denken aan: brandnetel, smeerwortel, zuring, wilde wortel, perzikkruid en herderstasje.
Planten zijn als kruid en als groente gebruikt en sommige zelfs voor beide doeleinden. Om erachter te komen of een plant is gegeten kun je kijken naar archeologische resten, maar ook naar de etnografie. Planten die nu nog bekend staan om hun lekkere smaak, medicinale werking of hoge voedingswaarde zullen zeker bekend zijn geweest bij de prehistorische mens!