Wie kent de plant vingerhoedskruid of digitalis eigenlijk niet? Vingerhoedskruid (Digitalis purpurea) is een meerjarige plant die in steden zelfs spontaan kan groeien tussen de straatstenen. Hij komt voor in bossen en wordt vaak gebruikt als sierplant. De bloemen bloeien van mei tot oktober en kunnen allerlei mooie kleuren hebben. Vaak zijn ze magenta roze en ze bloeien rond de middensteel. Oorspronkelijk komt deze plant waarschijnlijk uit het westelijk Middellandse zeegebied, maar andere bronnen vermelden een oorsprong in het midden, het zuiden en het westen van Europa. Inmiddels is deze plant in Nederland (en dus ook Drenthe) algemeen. Ook deze plant is te vinden in het Oertijdpark.
Wanneer aan iemand gevraagd wordt waaraan men denkt bij deze plant is het geheide antwoord dat deze giftig is en iets te maken heeft met het hart. De plant heeft inderdaad geneeskundige waarde, maar is zeer giftig en oneetbaar. Omdat er veel cardioglycosiden in de plant zitten wordt hij in de fytotherapie gebruikt bij hart- en vaatproblemen.
Elven en heksen…
In oude legenden en sprookjes werd verteld dat elfjes de bloemen van vingerhoedskruid als hoed droegen. Digitalis werd ook gezien als heksenplant, het was een ingrediënt van “heksenzalf”. Als er vingerhoedskruid in huis aanwezig was dan zou dat de melk zuur maken.
Gebruik als medicijn door de tijd
In de Romeinse tijd werd het product van het vingerhoedskruid oftewel digitaline al gebruikt als medicijn voor het hart (VAN DUURSEN, 2003). Omstreeks het jaar 1000 werd vingerhoedskruid het eerst vermeld op papier als geneeskruid. Men gebruikte het in eerste instantie alleen uitwendig voor omslagen bij wonden. Het eerste inwendige gebruik werd rond 1750 vermeld; dat was bij oedemen (dikke benen door vocht). William Wilthering, een Engelse plantenkundige, was de eerste die de medische werking van digitalis bij oedemen beschreef en hij merkte eveneens op dat het ook een effect had op de polsslag. Ook merkte hij op dat digitalis niet bij iedereen met vochtproblemen hielp. Dit is een zeer scherpe observatie, er zijn namelijk meerdere oorzaken voor vochtophoping in bijvoorbeeld de onderbenen. Het kan bijvoorbeeld optreden bij eiwitgebrek door slechte voeding, bij eiwitverlies via nieren en urine door nierziektes, bij eiwitverlies door bepaalde maag-darm-lever-aandoeningen, en bij problemen met de bloeddoorstroming in de benen ten gevolge van “slechte” vaten. En in al die gevallen speelt de hartfunctie geen rol, en omdat digitalis werkzaam is op het hart zal het in genoemde gevallen dus ook niet kunnen werken. Tegenwoordig wordt digitalis, als medicijn bekend als digoxine, gebruikt bij hartaandoeningen, zoals verminderde hartfunctie en hartritmestoornissen. Digoxine stimuleert de kracht waarmee het hart samentrekt (en dus bloed rondpompt) en het zorgt voor een regelmatige hartslag.
Wanneer een behandeling met digoxine begonnen wordt, dient dat volgens een strak schema te gebeuren met een zeer lage startdosis die op geleide van bloedspiegels voorzichtig wordt verhoogd tot de gewenste effectieve dosis bereikt wordt: te weinig is niet werkzaam, te veel is gevaarlijk. Digoxine doseer je dus niet zomaar uit de losse hand. Ik ben daarom van mening dat bij serieuze hartproblemen waarbij er een indicatie is voor digoxine, het beschikbare digoxine moet worden gebruikt en niet de plant.
In de niet-reguliere geneeskunde, zoals de homeopathie, worden heel veel kruiden van planten en struiken gebruikt voor een zeer breed scala aan kwalen, klachten en aandoeningen. Van de meeste plantaardige middelen is de werkzaamheid niet door kwalitatief goed wetenschappelijk onderzoek onderbouwd. Uitzonderingen zijn o.a. sint-janskruid, taxus en dus ook vingerhoedskruid. Voor alle drie geldt dat werkzaamheid bewezen is, en dat de middelen die er van zijn afgeleid geregistreerde medicijnen zijn, maar ook geldt voor alle drie dat zij in potentie zeer giftig zijn. Daarom zou ik willen adviseren: “Alleen maar naar kijken en niet aankomen.”
Literatuur
VAN DUURSEN, M.B.M., 2003. Toxicologie: over gifbekers en vingerhoedskruid. Nederlands Instituut voor Biologie, Kennislink, http://www.nemokennislink.nl/publicaties/toxicologie-over-gifbekers-en-vingerhoedskruid.
Door Eric Duiverman en Nadine Lemmers