Het verhaal van het steenhuis

0
1635

In het Oertijdpark staat ons oudste bouwwerk het steentijdhuis. In 2006 zijn we gestart met de bouw en de opvolgende jaren 2007 en 2008 is gewerkt aan de inrichting van het huis. In dit artikel wordt het verhaal achter het steentijdhuis verteld.

Steentijdhuis: tweeschepig.

De vondst Flögeln

In 2006 waren alleen huizen van de Trechterbekercultuur uit Duitsland bekend. Inmiddels heeft de opgraving in Dalfsen ook Nederlandse huisplattegronden opgeleverd. Van 1971 tot 1984 vond de opgraving plaats van de huizen bij Flögeln. In totaal zijn er drie huizen aangetroffen. De huizen zijn zeer goed onderzocht waarbij veel monsters zijn genomen en ook veel grond is gezeefd. Een van de huizen was anders, een soort hutkomachtig huis…. misschien een soort tempel? Naar alle waarschijnlijkheid hebben de huizen er niet tegelijkertijd gestaan. Als Hunebedcentrum hebben we ervoor gekozen om huis 2 te reconstrueren. De huizen bevonden zich ver van elkaar en zullen daar waarschijnlijk niet tegelijkertijd hebben gestaan.

Het huis 2

Het huis was noord-zuid gericht en ook in het Oertijdpark is dit het geval. Het steentijdhuis is bijna 13 meter lang en zo’n vijf meter breed. Aan de ene kant is het huis bijna 5 meter lang en aan de andere kant ruim vijfenkwart meter: het huis is dus geen rechthoek, maar loopt uit. Van het huis zijn de grondsporen gevonden van palen en muren, een soort donkere verkleuringen in het gele zand. Het huis lijkt met muren ingedeeld te zijn in vijf of zes ruimtes. Klik hier voor een foto van de opgraving van de huisplattegrond.

Op basis van de analyse van fosfaat konden de ingangen en vuurplaats worden herkend, maar werd ook duidelijk dat waarschijnlijk één familie het huis heeft bewoond. In de noordelijk ruimte (nummer 1) was een graf met op de hoek een steen. De tweede ruimte lijkt weinig belopen. Ruimte 3 is de grote centrale ruimte. Om genoeg ruimte te hebben om mensen te ontvangen, is gekozen om ruimtes 2, 3 en 4 samen te voegen en ook hier een vuurplaats te maken. Deze bestaat uit keien met daaroverheen leem. De ruimte is groot genoeg gemaakt om de potten goed te kunnen neerzetten. De randen zijn plat gemaakt. Ruimte 5 is gebruikt om een goede werkplek te maken, maar in de steentijd was dit onderdeel van het huis.

Bijzonder is de constructie van de gebinten. Deze palen zouden mogelijk schuin in de grond hebben gestaan en in de reconstructie hebben we dit doorgevoerd. Het dak is met een bepaalde helling uitgevoerd zodat regenwater makkelijk kan worden afgevoerd.

Fosfaatanalyse

Op basis van fosfaat analyse kan je zien waar is gelopen en waar vee heeft gestaan. Fosfaat wijst op mest en brandstof. Bij dit huis heeft een hoop duidelijk gemaakt.

Inrichting

Bij de inrichting hebben we gekeken naar wat de hunebedbouwers voor handen hadden. We hebben gekozen voor wat bankjes, een weefgetouw voor boombast, een vuurplaats en een broodoventje. In het huis zijn veel potten te vinden, maar ook manden voor opslag en een eergetouw. De boerderij is aangekleed met huid van geiten, hert, varken en koe. Boven het vuur hangt een koeienhuid, een zogenaamde vonkenvanger. Lees hier hoe het werkt.

Materiaal

Het huis is gebouwd van riet, keileem, stro, hout en wilgentakken. De wanden bestaan uit kleine palen tussen grote palen waar wilgentenen tussen gevlochten zijn. Dit geheel is aangesmeerd met leem (een mengsel van keileem, stro en water). De dak kan ook gemaakt zijn houten leitjes, berkenbast, stro of graszoden.

Steentijdakker – welke gewassen hadden ze?

Achter het steentijdhuis, is een prehistorische akker aangelegd. In de nieuwe steentijd (neolithicum) begon men met akkerbouw. De vroegst verbouwde gewassen waren emmertarwe, eenkoorn, erwt en vlas.

Steentijddieren – welke dieren hadden ze?

De hunebedbouwers waren boeren en net als nu waren er honden op het erf te vinden. De hunebedbouwers hielden runderen, schapen, geiten en varkens.

Met hoeveel mensen woonden ze in een steentijdhuis?

We denken aan een groot gezin dus niet alleen vader, moeder en kinderen, maar ook opa en/of oma, tantes, ooms, nichtjes en neefjes. Je moet denken aan zo’n tien mensen. De hunebedbouwers werden gemiddeld 35 jaar en de kindersterfte was hoog – vandaar dat de familie niet erg groot waren.

 

Dankwoord

De reconstructie werd in 2006 gebouwd door vrijwilligers, onder leiding van Hans de Haas en Jeroen de Groot. Bouwmaterialen werden verstrekt door Staatsbosbeheer. Er werd voor dit Duitse huis gekozen, omdat er in Drenthe (en tot 2015 in heel Nederland) geen huizen van de trechterbekercultuur zijn gevonden.

Fotografie: Davado

 

 

 

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.