Deze plant is een exoot, maar inmiddels in de Nederlandse tuinen te vinden. Het geslacht Gunnera behoort tot de familie Gunneraceae. Opvallend van deze plant zijn de grotere bladeren met een grootte tot 2,5 meter. Van oorsprong groeit de plant in rotsachtige en vochtige streken. Twee soorten zijn in Nederland te vinden, uit Brazilie de Gunnera manicata en uit Chili de Gunnera tinctoria. In andere talen spreekt men van rabarbar, maar deze soorten zijn hier niet aan verwant. De naam is te verklaren doordat de plant lijkt op de rabarber, maar ook dat de toepassingen als voedsel vergelijkbaar zijn.

Gunnera manicata oftewel Braziliaanse reuzenrabarber of dinosaurusvoer
Dit mammoetblad is een vaste plant die kan uitgroeien tot een hoogte van 2,5 meter en een omtrek van 4 meter. De bladeren zijn indrukwekkend van grootte, ze kunnen van 1,20 meter tot wel 3 meter groot worden. De onderkant van het blad en de stengel hebben stekels en de plant bloeit in de vroege zomer met roodgroene bloemen. Deze bloemen veranderen in kleine bolvormige vruchten. De plant wordt echter gekweekt om zijn mammoetgrote bladeren. De plant groeit graag op vochtige gronden. De plant zou een echte prehistorische plant zijn met een ouderdom van 150 miljoen jaar. De plant is inheems in de bergen van Brazilië en wordt daar in de traditionele geneeskunde gebruikt voor het genezen van soa’s.
Gunnera tinctoria oftewel gigantische rabarber of Chileense rabarber
De Gunnera tinctoria komt van nature voor in het zuiden van Chili en kan tot twee meter hoog worden. De omvang van de plant kan 2,5 meter worden. Vanaf de lente tot de vroege zomer bloeit de plant met kleine bloemen. Inmiddels worden de planten in sommige landen als probleem gezien: een vervelend onkruid. De plant is te vinden in Chili langs bermen en stroomgebieden.
Lekker!
Van de plant zijn de jonge bladeren en geschilde stengels eetbaar, zowel rauw als gekookt. De smaak is verfrissend en zuur.