Brem is een pionier van de zandgrond. Op de heide zijn diverse bremsoorten te zien: de gewone brem, stekelbrem en kruipbrem. Brem neemt weer toe door het huidige beheer van de bermen en toename van ruige hoekjes. De brem behoort tot de familie van vlinderbloemen. Tot het geslacht brem behoren ongeveer 50 soorten, de gewone brem is de soort die inheems in Nederland voor komt.
Gewone brem
De gewone brem is een struik die maximaal 2 meter hoog wordt. Deze algemeen voorkomende struik is te vinden op zandgronden, denk aan heidevelden, duinen en bermen. De brem bloeit in mei en juni met prachtige grote goudgele bloemen met zoete geur die veranderen in zwarte peulen in het najaar. In de hoge zomer knallen de peulen met een knappend geluid en de zaden schieten weg. In een strenge winter neemt het aantal bremstruiken af.

Gebruik van de gewone brem: van prehistorie tot nu
Van de twijgen kunnen bezems gemaakt worden en de vezels zijn in schaarse tijden gebruikt om jute te vervangen. Bij het ontbreken van brem werden de bezems gemaakt van heidestruiken of berkentwijgen. Bij het paasvuur werden vroeger de takken van brem gesneden, omdat deze zo goed brandden.
De zaden zijn licht giftig net als de gehele struik, maar de nog in knop zittende bloemen kunnen worden gegeten. De struik bevat sparteine. Sparteïne is een chinolizidine-alkaloïde, dat het hart, de bloedsomloop en de darmwerking stimuleert. Het kan hartritmestoornissen verminderen. Ook zou het helpen bij lichte reumatische aandoeningen. Het gebruik van sparteïne is echter niet zonder gevaar. Overdosering kan tot de dood leiden.
De bloemen en knoppen zijn eetbaar en smaken naar milde zoete erwten. Bloemen kunnen worden gegeten in de salades en je kunt er wijn van maken. Vroeger werd brem in de keuken gebruikt. Van brem werd bloedzuiverende thee getrokken.
In de 19e eeuw, en mogelijk eerder, werd brem gebruikt als groenbemester, maar het werd ook verbouwd voor veevoer.
Heidebrem: Stekelbrem, kruipbrem en verfbrem
Tot het geslacht heidebrem behoren zo’n 90 soorten, in Nederland komen de volgende soorten voor: kruipbrem (Genista pilosa), verfbrem (Genista tinctoria), stekelbrem (Genista anglica) en Duitse brem (Genista germanica). Veel soorten groeien op voedselarme gronden.
Kruipbrem
De kruipbrem is een giftige, groenblijvende struik die tegenwoordig vrij zeldzaam is. Het is een inheemse plant die maximaal 30 cm wordt. De kruipbrem bloeit met gele bloemen van april tot juli. De struik komt voor op droge voedselarme grond in heide en bermen.

Verfbrem
De verfbrem is een struik van maximaal 80 cm hoog die momenteel op de Nederlandse Rode Lijst van zeldzame planten voorkomt. Op dit moment is deze brem met name te vinden op de Waddeneilanden. Zowel de plant als het zaad zijn giftig. De struik bloeit met goudgele bloemen van juni tot september en is bladverliezend. Deze brem komt voor in graslanden, op de heide,in de duinen en in bermen. Vroeger werd deze brem gebruikt voor het verven van kleding. Uit de bloeiende toppen kan luteoline worden gewonnen, wat een gele kleurstof is en al door de Romeinen werd gebruikt. Verfbrem gemengd met wede (Isatis tinctoria) levert de kleur ‘Kendal Green’ waar wollen stoffen mee werden geverfd en ook de kleur ‘Lincoln Green’ die Robin Hood droeg.

Stekelbrem
Stekelbrem staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als algemeen voorkomend, maar sterk afgenomen. Deze brem heeft venijnige stekels zoals zijn naam doet vermoeden en wordt maximaal 40 cm hoog. Deze brem bloeit van april tot augustus met gele bloemen. De stekelbrem is zwak giftig, zij komt van nature voor in Nederland. Ook deze brem groeit op voedselarme zandgrond, denk aan heide, graslanden, bermen, etc.

Duitse brem
Deze giftige brem staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als zeer zeldzaam en zeer sterk afgenomen, zowel de plant als de zaden zijn giftig. De plant wordt maximaal 60 cm. Ook bevatten de toppen de verfstof zoals bij de verfbrem. De Duitse brem bloeit in mei en juni met grote goudgele bloemen. De struik is te vinden aan bosranden en langs heidevelden op matig droge, voedselarme grond. De hele struik is giftig vooral door het chinolizidine sparteïne.
Bronnen
Inheemse bomen en struiken In Nederland en Vlaanderen. Maes, B. Boom, Amsterdam2006:135-136
Atrium Kruiden Encyclopedie. Bown D. Dorling Kindersley ltd, London 1996:132 en 287
VAN GINKEL, J., 2016. Blij met bomen. Het Drentse Boek, Beilen.
Door Nadine Lemmers, Eric Duiverman en Greetje Bijloo