Op woensdag 1 augustus 1694
sprak Michiel van Bolhuis
des morgens om half elf
toen hij met peerden en wagen
uit Groningen kwam gevaren
door Helpen en Haeren
voorbij Haerdermolen
via Noort-Laren:
‘ick sag opeens een stumpetoren
aan de linkerkant van het pad
en enige grote vlinten
een hunebed van gemene trant
waaronder ick heen en weder kroop
en waarover ik even liep’
Nu zeggen we G1
ligt nogal noordelijk
op een heuveltje
in een bosje bij Noordlaren
met nog slechts
twee maal een draagsteen
twee dekstenen en de rest
van G1 is in de tijd verdwenen
Arjen Boswijk
juni 2017
