Het afgelopen jaar, van juni 2016 t/m juni 2017, was er een tentoonstelling in het Hunebedmuseum, getiteld:

“Het geheim van Oek”.

Over de totstandkoming en inhoud van de tentoonstelling zijn eerder 2 artikelen geschreven door Sabine van Wijk: “Het geheim van Oek, het ontstaan van een tentoonstelling ”en “Oek: een vitrine vol verhalen” ( zie Hunebednieuwscafé ).
De basis van de tentoonstelling zijn de boeken van Oek, geschreven door Hein Klompmaker, directeur van het Hunebedcentrum.

Oek is een zesjarig jongetje uit de tijd van de Hunebedbouwers, die heel veel avonturen meemaakt samen met zijn hond Max. Deze boeken zijn bedoeld om kinderen op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met de tijd van de hunebedbouwers, waarbij de inhoud van de boeken moet kloppen met wat er bewezen kan worden aan de hand van archeologische vondsten en opgravingen.
Door banieren met mooie illustraties uit de Oekboeken en teksten over de verschillende onderwerpen uit de nieuwe steentijd werd het een mooie ruimte, waarin de tijd van Oek heel goed en begrijpelijk werd uitgebeeld. Voor kinderen, maar ook voor volwassenen.

Ik beperk me in dit artikel tot de kinderen. Het was een ideale gelegenheid om iets met Oek voor de kinderen te doen. Daarom bedachten we de Oekmiddagen, 2 á 3 keer per maand in de maanden oktober 2016 t/m april 2017.
Dit waren luister-leer en beleef middagen over de tijd van Oek, een kind van de Hunebedbouwers.
De Oekmiddagen vonden vooral plaats in de vakanties, maar ook zo nu en dan op een woensdag of zondag. Zo’n Oekmiddag bestond uit een verhaal; info over de tijd van Oek; voorwerpen uit die tijd bekijken, voelen en beleven; verkleden; schminken en één of twee knutselactiviteit(en).

Eerst werd het verhaal verteld met behulp van een vertelkastje. Het verhaal uit het derde boek van Oek “Oek gaat op reis” leent zich hier prima voor en is spannend voor jong (en oud). Passend bij het verhaal liet ik voorwerpen zien. Na het verhaal gaf ik nog meer info over de tijd van Oek en daarna mochten ze de voorwerpen zelf bekijken en vasthouden.
Deze voorwerpen staan ook op de banieren en liggen in de vitrines. Die kunnen ze later zelf bekijken. Kinderen waren erg geïnteresseerd en stelden ook zelf vragen.

Verkleden en schminken deden we ook:

 

Verder hebben we de volgende knutselactiviteiten gedaan:

• Kleien van een trechterbeker, potje of amulet, zoals de moeder van Oek dat zou hebben gedaan.
Oek zelf probeerde natuurlijk ook al iets te kleien. Bijvoorbeeld een mooie amulet, die hem geluk bracht of beschermde tegen gevaar.
De kinderen bedachten zelf de mooiste dingen en waren erg creatief.
Een paar oudere kinderen waren al erg bedreven in het maken van “echte” trechterbekers. De resultaten waren geweldig.

 

 

Een trechterbeker en een “babyflesje met tuit”, geïnspireerd door de voorwerpen die ze hebben gezien.

• Armbandje vilten van schapenwol.

Misschien brengt het je wel geluk.

• Naaldvilten.

Met een naald een stukje wol op een lapje prikken, zodat het een
armbandje of amulet wordt.

 

• Knoopster.

Hiermee kun je een pols-of enkelbandje maken, zoals de kinderen in Oek zijn tijd die misschien wel droegen.


• Trechterbeker versieren.

Je verft op papier een trechterbeker met dikke verf vermengd met leem en stro.
Daarna kras je met een stokje mooie versieringen in de trechterbeker.

 

Alles, wat de kinderen hadden gemaakt, mocht mee naar huis.
Hopelijk denken ze nog eens aan deze middag terug, wanneer ze naar hun potje, trechterbeker, amulet of armbandje kijken.

• Met Oek zijn speelgoed spelen.
Oek had natuurlijk geen speelgoed uit de winkel. Opa maakte vaak iets voor hem. Op een dag zei hij tegen Oek;”Oek, jij moet later, als je groot bent, met pijl en boog schieten”. Om vast te oefenen heb ik iets voor je gemaakt om te leren richten. Een stokje met een draadje en een ring van bot. Nu moet je het stokje door de ring zien te krijgen.

De kinderen (en ouders) hebben goed geoefend en na een paar keer lukte het ook vaak wel.

Buiten kon je nog een mooie foto maken en net doen alsof je Oek was en net als Oek even onder het hunebed doorkruipen.
Ook kon je door het Oertijdpark lopen en het steentijdhuis van Oek bekijken. Soms kwam je daar de vader van Oek tegen, die je liet zien hoe je toen vuur maakte of die je leerde boogschieten.

“Het huis, waar Oek vroeger woonde”.

  

Het waren erg geslaagde Oekmiddagen. Het was gezellig,boeiend en leerzaam.
De kinderen en (groot)ouders waren enthousiast over hetgeen wij aanboden.
Ze konden zich inleven in de tijd van Oek door te luisteren, kijken, beleven, voelen en doen. Dit heet met een duur woord empathie.

Ik ben er van overtuigd, dat zo’n middag ze beter bijblijft dan een lesje uit het geschiedenisboek. En een kind uit de hunebeddentijd spreekt de kinderen van nu erg aan.
Oek is een kind, die ook speelt, in een huis woont, lekkere platkoeken eet, familie heeft, van alles leert (al is het dan niet op school),vriendjes heeft, een huisdier heeft en lekker ondeugend kan zijn.

Voor mij is Oek in elk geval een inspiratiebron om kinderen met de tijd van de Hunebedbouwers in aanraking te brengen.

Greta de Groot.

Vorig artikelVan stokken gooien naar boogschieten
Volgend artikelReconstructie hunebed D26 in foto’s

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.