Het klimaat in de bronstijd!
In de bronstijd was het wat kouder en droger dan in de steentijd. Nog steeds was het warmer in de bronstijd als tegenwoordig. Door het veranderende klimaat in deze periode steeg de zeespiegel met ongeveer 75cm. Dat had gevolgen voor de bewoning, voornamelijk aan de kust zoals bij West-Friesland, waar het landschap minder geschikt werd voor bewoning en de eerste ontwikkelingen naar terpen zijn ontstaan. Men ging namelijk op natuurlijke verhogingen in het landschap wonen, om overstromingen te ontvluchten.
Het veen in Nederland ontwikkelde zich snel. Zo’n 3.500 jaar geleden was de helft van Nederland bedekt met veen. De andere helft werd waar mogelijk bewoond door de bronstijdboeren.
De mens kon het landschap vormen naar eigen wens. Men kapte bomen, groef geulen en bedreef veeteelt en akkerbouw. De akkers en weides breidde zich sterk uit na de nieuwe steentijd en zorgde voor een heel ander landschap. Bos maakte plaats voor weides en akkerland.
Door Ingrid Slomp en Nadine Lemmers
