De bronstijd volgt na de steentijd, en is de eerste periode met een metaal: het brons. Na de bronstijd komt de ijzertijd. Het leven van de bronstijdboeren is vergelijkbaar met de nieuwe steentijd, maar het brons zorgt voor veranderingen in de samenleving.

Het begin: kopertijd
Zo’n 6.000 geleden worden in Oost-Europa al koperen sieraden en bijlen gemaakt. Tussen de bronstijd en de steentijd kent men hier een kopertijd. Bij meer dan 1000 graden Celsius smelt het koper en kan het worden gegoten in mallen van klei. Zo leefde Ötzi, de ijsmummie, in de kopertijd in Italië en hij had een prachtige bijl van koker. In Nederland kennen we deze niet, maar toch kennen we vanaf de nieuwe steentijd heel af en toe voorwerpen van koper. Zo kennen we uit de tijd van de hunebedbouwers vondsten van koper, namelijk kralen en fragmenten.
Brons maken
Door tin toe te voegen aan het koper smelt het beter en wordt het metaal taaier. Het nieuwe brons is sterker dan vuursteen en steen, maar kan ook glanzen als goud, gegoten worden in allerlei vormen en gehamerd worden tot allerlei modellen. Brons had een aantal voordelen: het ging langer mee, was makkelijk te vervormen en voorwerpen kunnen weer worden omgesmolten tot nieuwe werktuigen, wapens en sieraden. Er ontstaan nieuwe wapens, denk aan het zwaard.
Brons in Nederland – begin Bronstijd
Zo’n 4.000 jaar komen de eerste bronzen voorwerpen terecht in Nederland. Deze eerste bronzen spullen komen uit Duitsland, Engeland en Frankrijk. Later leren de bronstijdboeren zelf brons (om) te smelten en om er vormen van te gieten. Brons blijft een zeldzame grondstof. Zowel tin als koper komen niet voor in Nederland. De boeren die brons in handen konden krijgen en bewerken, verkregen macht en aanzien. Verschillen in rijkdom en macht werden in de bronstijd groter.

Bronstijd in stukjes
De bronstijd is in te delen in drie periodes: de vroege bronstijd (2000-1800 V. Chr.), midden bronstijd (1800-1100 V. Chr.) en late bronstijd (1100-800 V. Chr.). Deze perioden zijn te onderscheiden vanwege verschillen en ontwikkelingen in technologie, de manier van wonen en grafrituelen, die aan de hand van archeologische resten zijn waar te nemen.
De midden bronstijd is nog onderverdeeld in twee sub-perioden: Midden A (1800-1500 V. Chr.) en Midden B (1500-1100 V. Chr.).
Alleen brons?
In de bronstijd zijn niet alle gereedschappen, sieraden en wapens van brons, maar ook van (vuur)steen, gewei, bot, klei en plantaardige materialen. De bronstijd is natuurlijk de periode waarin naast stenen werktuigen ook bronzen voorwerpen worden gemaakt en verhandeld. In de bronstijd is de komst van het metaal niet de enige verandering in het leven van deze mensen en verandert meer. De schapen leveren wol op en dit betekent dat de kleding in de bronstijd ook van wol kan zijn gemaakt. In de bronstijd is het paard ook bekend (vanaf de enkelgrafcultuur kennen we het paard in Nederland). Ook is goud bekend (vanaf de enkelgrafcultuur kennen we goud als grondstof). De boeren verbouwen emmertarwe, gerst, pluimgierst, erwt en lijnzaad.
Door Ingrid Slomp & Nadine Lemmers