Als kind speel je met deze madeliefjes (Bellis perennis) door er een kransje van te maken en deze te dragen als een haarband of een ketting om de nek. In vergelijking met andere (eetbare) bloemen is de madelief prachtig om te zien. De planten lijken zich niets aan te trekken van kou en sneeuw en de bladeren kunnen het hele jaar door worden geplukt om te eten. De naam Bellis komt van het Latijnse woord Bellus dat mooi of lief betekent. De naam perennis komt van overjarig, overblijvend of bestendig: de plant blijft in de winter vindbaar, zoals eerder gezegd. Bij elkaar zou de naam eeuwige schoonheid betekenen. De Nederlandse naam madelief zou komen van maagde-lief, omdat de bloem in verband werd gebracht met de heilige maagd Maria.

Symbool: de madelief
De madelief is symbool voor de godin Isitar en komt voor op de zogeheten Isitarpoort, een oude stadspoort van Babylon, daterend zo’n 575 v.Chr. Ook speelt de madelief in Keltische sagen een rol. Deze bloem zou de magische werking hebben om groei te kunnen stilleggen. In de christelijke traditie zou de bloem voor de maagdelijkheid staan oftewel Maria. In het wapen van Lodewijk IX van Frankrijk is de bloem naast de lelie opgenomen. De madelief staat ook symbool voor de herdenking van WOI in België. De madelief staat bekend om zijn mooie bloempjes, maar wordt beschouwd als een onkruid.

Gebruik van de prehistorie tot nu
In de prehistorie kunnen de bladeren zijn gegeten, net als de bloemen. De bladeren kun je koken net als een groente, maar is ook te gebruiken als een tuinkruid. In het voorjaar kunnen de bladeren worden geplukt en gebruikt worden in de salade (FURLENMEIER, 1978). Hoe ouder de bladeren hoe bitterder. Pluk dus de jonge bladeren.
Ook de bloemen (bloemblaadjes en bloemenhartjes) kunnen worden gegeten (BREMNESS, 1988) bijv. op je boterham, maar ook in salades en soepen (ook een mooie garnering). Als de bloem eenmaal helemaal geopend is, heeft deze een bittere smaak. Als de bloemknoppen in zuur worden gelegd, kunnen ze kappertjes vervangen in recepten (NOORDERMEER 2016). LET OP: Gecultiveerde madeliefjes zijn vaak niet eetbaar.
In de kruidengeneeskunde wordt de madelief gebruikt om zijn adstringerende werking en wordt de madelief gebruikt tegen huidproblemen en wonden. Van de madelief kan thee worden gezet, maar kan ook worden gebruikt als vitaminesupplement. De madelief zou helpen bij verkoudheid. De Romeinen zouden de bandages weken in het sap van de madelief om wonden te verzorgen. In de Oostenrijkse geneeskunde wordt de bloementhee en de bladeren in een salade gebruikt tegen aandoeningen van het maag- en ademhalingsstelsel (VOGL, ET.AL., 2013). In de madelief zit kalium, calcium, magnesium, ijzer en vitamine A en C.
Bronnen
FURLENMEIER, M., 1978. De wonderlijke wereld der geneeskruiden. Uitgeverij C. de Vries-Brouwers, Antwerpen/Amsterdam.
BREMNESS, L., 1988. Kruiden. Een compleet naslagwerk voor het kweken en gebruiken. M&P b.v., Weert.
NOORDERMEER, Y., 2016. Madeliefkappertjes op azijn. https://www.dehippevegetarier.nl/vegetarische-recepten/madeliefkappertjes-op-azijn/.
VOGL, S., ET.AL., 2013. Ethnopharmacological in vitro studies on Austria’s folk medicine–an unexplored lore in vitro anti-inflammatory activities of 71 Austrian traditional herbal drugs. Journal of Ethnopharmacology. 149 (3): 750–71.