De hunebedbouwers leefden niet geïsoleerd, maar ze hadden familie en kennissen in naburige dorpen. Aan de overeenkomsten in de vorm en versiering van het aardewerk kun je zien dat ze van Noord-Duitsland tot aan de Nederlandse kust contact hadden.

Er was ook ruilhandel: waardevolle voorwerpen gingen van hand op hand. Zo kwam er rood vuursteen uit Helgoland. Er kwam koper uit Midden-Europa. Bijlen van jadeïet kwamen uit de Alpen.
Ten zuiden van de Trechterbekercultuur leefden de mensen van de Vlaardingencultuur en de mensen van de SOM-cultuur. Schalen en kraaghalsflesjes van de Trechterbekercultuur gevonden in het gebied van de Vlaardingencultuur.