
Deze hauwklaver is een vaste plant, maar staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam. Van oorsprong komt deze plant voor in Midden-Europa, maar inmiddels komt de plant in het zuiden van Limburg voor. De plant wordt maximaal 40 cm hoog en bloei van mei tot augustus met gele bloemen. De plant is te vinden in graslanden op helling en heeft een voorkeur voor matig vochtige, kalkrijk gronden.

Hauwklaver als voedselbron
De eetbare delen zijn wortel, zaad en stengels. De wortels moeten worden gekookt om alle bitterheid er uit te krijgen. De wortel is rijk aan zetmeel en proeft als zoete aardappel als het gebakken wordt: zoet en meelachtig. In de herfst wordt de wortel geoogst. Bladeren en jonge bladeren kun je koken als een groente. Het zaad kan worden gedroogd en gemalen tot meel, dat kan worden gebruikt voor het maken van brood, soep en meer. Halfrijp zaad zou lekker zijn en smaken naar kastanjes. Uit het zaad kan een eetbare olie worden gewonnen. Het zaad bevat 19 procent eiwit.
