I, ArtMechanic [GFDL (http://www.gnu.org/copyleft/fdl.html) or CC-BY-SA-3.0 (http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/)], via Wikimedia Commons

Het geslacht Carpinus behoort tot de berkenfamilie en de naam is afgeleid van de Latijnse naam voor de haagbeuk, namelijk Carpinus betulus. Tot het geslacht behoren meer dan 30 soorten, maar in Nederland vinden we alleen de haagbeuk (Carpinus betulus).

Carpinus betulus - Hunsrück 001
Carpinus betulus.

Haagbeuk

De boom wordt maximaal 25 meter hoog en komt in het wild voor in Nederland. De haagbeuk is algemeen in gebieden in het zuiden en Gelderland. De boom is te vinden in de bossen, liefst op voedselrijke en vochtige bodems, vaak kalkrijk. De bomen wordt vaak aangeplant als haag of langs lanen. De boom kan goed tegen regelmatig snoeien.

Carpinus-betulus-hanrakler
Carpinus betulus.
Bij de boom zijn zowel de mannelijke als de vrouwelijke bloemen te vinden en de boom bloeit van april tot mei.

Haagbeuk met vruchten
Carpinus betulus.

Gebruik tot nu

Als haag kennen we deze haagbeuk goed, maar deze haag is kaal in de winter. Veel mensen kiezen voor de gewone beuk als haag waar de bladeren aan blijven zitten in de winter. De haagbeuk groeit sneller, loopt eerder uit met bladeren en kan beter tegen wisseling van waterstanden. De nootjes zijn geliefd bij vogels (appelvink en boomklever) en muizen.
Het hout is erg hard en splijtvast, maar is moeilijk te bewerken. Het hout met fijne nerf wordt gebruikt om handvatten te maken, hakblokken, heien, stampers, piano, maar wordt ook gebruikt bij het bouwen van molens. Het hout is gevoelig voor houtworm.

Molen Kilsdonkse molen, Dinther, stampers
Stampers van haagbeukhout in de molen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.