
Bij Drenthe denk je aan hunebedden en schapen, maar zeker ook aan de heide. Heide zou wildernis oftewel onbebouwd bos of land betekenen. Maar welke heidesoorten kennen we eigenlijk in Drenthe. En wat kun je met de heide? We kennen in Nederland de struikheide, maar ook de dopheide en kraaiheide.

Struikheide, de prachtige paarse velden
De struikhei (Calluna vulgaris) komt in Nederland van nature voor en bij heide denken we meteen aan deze soort. Wie heeft niet genoten van de velden vol met paarse bloemen van juli tot september. Het is de enige soort uit het geslacht Calluna en kan wel 1,5 meter hoog worden. De plant bloeit het mooiste in jaren met veel natheid. Heide is een dwergstruik die het liefst op zure, voedselarme grond groeit. Deze gronden ontstonden door landbouwactiviteiten op grote schaal. Van nature groeit heide op lichtrijke plekken, denk aan bosranden, ruige hoekjes en bermen. Door het plaggen blijft de heide op de zandgronden in stand, maar ook begrazing en afbranden worden toegepast. De heide produceert veel nectar waardoor er veel bijen en hommels zijn tijdens de bloei.

Dopheide: 3 soorten
Het geslacht dophei (Erica) hoort bij de heidefamilie en heeft altijdgroene bladeren. De meeste soorten zijn dwergheesters tot maximaal 80 cm, maar sommige soorten kunnen 10 meter hoog worden. De naam Erica komt uit het Oudgriekse woord voor heideveld: ereikē. De vruchten van de heide lijken op notendoppen vandaar de Nederlandse naam dopheide. In Nederland kennen we drie soorten naast een aantal hybriden: rode dophei (Erica cinerea), bezemdophei (Erica scoparia) en gewone dophei (Erica tetralix).

Gewone dophei
Drenthe bestond ooit voor 80 procent uit hoogveen en natte heidevelden. Hier bloeide de dopheide, een vaste plant. De dopheide groeit op vochtige, maar voedselarme gronden, denk aan veen-, zand en moerasgronden. De dopheide kan zowel op zonnige als schaduwrijke zones groeien. Dopheide is minder algemeen, de plaatsen moeten met regelmaat worden geplagd. Ook komt dopheide voor op taluds van greppels en sloten en tevens in bermen. In Drenthe zijn grote velden te vinden, denk maar aan de gebieden met dopheide van het Dwingelderveld. De dopheide wordt maximaal 60 cm hoog en bloeit van juni tot oktober met dopvormige roze tot paarsgekleurde bloempjes voordat de heide bloeit. Dopheide werd voor daken en gevels gebruikt, maar ook als brandstof. Boeren gebruikten het liefst de heideplaggen van dopheidevelden en gebruikte deze in plaats van stro in hun potstal. Met de bloei worden bijen naar de heide gebracht, maar ook voor hommels is deze dopheide ook een belangrijke nectarplant.

Rode dophei & bezemdophei
De rode dophei wordt 60 cm hoog en bloeit met paarse bloemen van juli tot september. In Nederland is de plant zeldzaam en alleen te vinden langs de kust en de rivier de Maas. De plant groeit op droge heidevelden of droge zandgronden in open bossen.

Lavendelheide
Uit het geslacht Andromeda is de lavendelheide (Andromeda polifolia) de enige soort in Nederland en is de meest zeldzame heidesoort. De dwergstruik is een hoogveenplant die graag groeit in een milieu met veenmos. De plant houdt van halfschaduw en humusrijke grond. Deze heidesoort staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten. De plant wordt maximaal 50 cm en bloeit met roze bloemen van april tot juni en soms in de herfst.

Kraaiheide
De kraaiheide (Empetrum nigrum) is een groenblijvende bodembedekker en wordt maximaal 45 cm hoog. De struik groeit op zure zandgronden, in open lichtrijke naaldbossen, hoogvenen en rietlanden. De naam komt van het feit dat de vruchten door kraaien gegeten worden en dat deze vogels de zaden verspreiden. In april tot mei bloeit de dwergstruik met kleine en opvallende bloemen. In januari zijn de rode bessen rijp en van deze bessen kan jam worden gemaakt. Bij de Sami en Inuit zijn de bessen een belangrijk onderdeel van het dieet. Uit de bessen kan een natuurlijke kleurstof worden gehaald. Rauw zijn de vruchten smakeloos en melig (weinig vitamine en veel water), maar koken verbeterd de smaak. Naast jam zijn de bessen geschikt voor taarten en gelei. Een aftreksel van bladeren en stengels zou helpen tegen diarree en maagproblemen en het bessensap tegen nierproblemen.
Bedankt voor het delen van zoveel mooie kennis. Graag zou ik ze in mijn voedselbos verwerken. Maar hoe kom ik nou aan deze wilde soorten? Worden ze ergens geplagd en verkocht?