In vergelijking met D50 ligt D51 er, 100 meter terug aan de andere kant van weg, nogal onttakeld bij. Ook hier zijn kennelijk keienrovers bezig geweest. Toch is het een vrij groot hunebed geweest met waarschijnlijk zeven dekstenen. Dat valt af te leiden uit de veertien zijstenen, waarvan er één ontbrekende met een plombe is gemarkeerd. De vier ontbrekende dekstenen veroorzaken een gapend gat in het midden van het graf. Er zijn nog drie poortzijstenen aanwezig, een plombe geeft de plaats van de vierde aan. De in een zwerfkei gevatte bronzen naam-plaquette staat er nog. In september ’97 is aan de ingang van het terrein een info-zuiltje geplaatst.
In Noord Sleen en langs de weg naar Zweeloo staan wegwijzers naar de hunebedden.

Locatie D51

Bezoek Professor van Giffen in 1918
De foto biedt een ruïneuze aanblik van wat eens eens een steengraf was. Dat vond Van Giffen ook: “Het hunebed verkeert in zeer gehavenden staat”, hoewel hij de oorspronkelijke toestand nog “herkenbaar” achtte. Daar de sluitstenen en enkele zijstenen zich nog in vrijwel in situ bevonden, kon hij de oorspronkelijke afmetingen ( 12,3 bij 3,5 m) inschatten. Met de overgebleven dekstenen was het droevig gesteld: van mogelijk 3 stuks trof hij slechts fragmenten aan. Opmerkelijk is dat in deze gestoorde toestand de ingangspartij met 3 poortstenen vrijwel in situ nog duidelijk aanwezig was. In 1870 werd het gehavende monument rijkseigendom.
(Bron: Atlas bij “De Hunebedden in Nederland”, dr.A.E.van Giffen, 1925)

Meer informatie over deze en andere hunebedden in Drenthe zie www.hunebedden.nl en www.hunebeddeninfo.nl
Tekst Hans Meijer
Fotografie Davado en Hans Meijer
