Vanwege de bijzondere ligging, tegen de zijmuur van een boerderijtje aan, vormt dit hunebed samen met D4 wel één van de merkwaardigste in Drenthe. Ondanks de ligging aan een verharde weg, vallen ze niet onmiddellijk in het oog. Volg de wegwijzers naar een smal paadje dat zich tussen twee vervallen boerderijtjes door wurmt en dan zie je pas de grote groen uitgeslagen steenklompen van de twee in elkaars verlengde liggende hunebedden; pal tegen de boerderijmuur. Hoewel vrij compleet, alle dekstenen en op twee na alle draagstenen zijn`aanwezig, is dit hunebeddenpaar nooit gerestaureerd. Wel zijn de meeste scheuren in de dekstenen met cement dichtgesmeerd. Van de in totaal 13 dekstenen liggen er 12 tussen de uit het lood geslagen draagstenen. Toch vormen ze een fraai gezicht, niet het minst door de oude eiken met hun grillige takken die de stenen gedeeltelijk overkoepelen.
Verborgen in de heg die het toegangspad omzoomt, staat de steen die de ooit de bronzen naamplaquette droeg. Deze door prof. Van Giffen geplaatste naamplaten blijken verzamelaarsobjecten.
Locatie D3 Midlaren

Één van de karakteristieke boerderijtjes is in 2001 aangekocht door “Het Drentse Landschap”, de stichting die ook het beheer over een deel van de hunebedden heeft. Daarmee is deze sfeerbepalende “keuterij” veilig gesteld. Tijdens de restauratie in 2003 werd onder de vloer van een stal een redelijk gave TRB terrine opgegraven en daarnaast een z.g. uitruimkuil met veel scherven. (oude bijgaven werden door het TRB-volk vaak opgeruimd als er plaats moest worden gemaakt voor een nieuwe generatie).
Bezoek Professor van Giffen in 1918
Van Giffen meldt dat de tweeling D3 en 4 in 1869 door de Staat werd aangekocht en dat ze vóór zijn tijd door sommige onderzoekers voor één groot hunebed werden aangezien. Dit is het westelijke hunebed. Hoewel dit steengraf met 6 dekstenen, 14 sluit- en zijstenen en 2 poortstenen vrijwel compleet is, noemt Van Giffen het “”nog al gestoord”. Dat slaat dan waarschijnlijk op de toestand van de 6 dekstenen die op één na zijn verzakt of in de kelder afgegleden. Dat zijn ze nog steeds want echt gerestaureerd is dit steengraf nooit. Verder noemt hij de ligging “betrekkelijk gevaarlijk”. Wat hij daarmee heeft bedoeld is een raadsel. De 7 fraaie eiken die hij in zijn beschrijving noemt, staan er nog steeds.
(Bron: Atlas bij “De Hunebedden in Nederland”, dr.A.E.van Giffen)

Meer informatie over deze en andere hunebedden in Drenthe zie www.hunebedden.nl en www.hunebeddeninfo.nl


D3 op oude ansichtkaarten
Tekst Hans Meijer
Fotografie Davado en Hans Meijer