Bij Drouwen liggen twee hunebedden vlak bij elkaar, ze worden ook wel de ‘Tweeling van Drouwen’ genoemd. Ze zijn diepgaand door de archeologen Holwerda en Van Giffen onderzocht. In september 1998 zijn beide hunebedden ingrijpend gerestaureerd waarbij de fragmenten van 2 gespleten dekstenen weer aan elkaar werden gekit en op de draagstenen getild. Bovendien werden alle aangetroffen scheuren in de dek-, zij- en kransstenen met cement dicht gesmeerd.

Kaart Drouwen met daarop de Tweeling van Drouwen. Kaart Hans Meijer

Het zijn twee middelgrote hunebedden. D19 had oorspronkelijk 8 dekstenen. De meest westelijke ontbreekt. Van 2 zijn nog slechts fragmenten aanwezig en die liggen op de bodem van het graf. De andere 5 liggen (nu weer) keurig op de draagstenen. De vier poortzijstenen zijn voltallig. De sinds jaar en dag naast de poort liggende gote kei werd in september 1998 tot poortdeksteen gepromoveerd. Nadat deze in februari 2006 door vandalen weer van de draagstenen was afgekieperd, hebben de instanties de steen maar weer naast de poort gelegd. Op de foto ligt hij nog op zijn betwiste plaats.

D19
D19

Bijzonder is het vondstmateriaal dat uit hunebed D19 is gekomen: de resten van maar liefst 400 potten, 13 vuurstenen bijlen, 9 barnstenen kralen en 6 stukjes koper. Verder stukjes menselijk bot (net als de stukjes koper zeer uitzonderlijk in een Nederlands hunebed !) en kapsels van kiezen.

Vondsten uit het hunebed te Drouwen. Foto: Rijksmuseum voor Oudheden te Leiden

D20 telt nog 5 van de oorspronkelijk 6 dekstenen, waarvan er tot sept.ember 1998 slechts één op de draagstenen rustte. Nu zijn er weer 3 zo goed als mogelijk herplaatst. Ook hier zijn er nog 4 poortstenen (en een poortdeksteen), maar wat bijzonder is: een bijna volledige ring van kransstenen: 21 stuks (de plaats van de zes ontbrekende zijn door Van Giffen met plombes gemarkeerd).

D20
D20

Bezoek archeoloog Van Giffen

Deze hunebedden stelde Van Giffen voor veel raadsels wat betreft de juiste bestemming van de stenen. Ook al omdat vorige onderzoekers (Lukis, Dryden, Pleyte en Holwerda) daar tegenstrijdige meningen over hadden verkondigd. Hij concludeert dat het hunebed in een “zeer gestoorden staat” bevindt, zodat de oorspronkelijke situatie niet meer met zekerheid valt vast te stellen. Hij vermeldt nuchter de aanwezige 4 poortzijstenen en mogelijke poortdekstenen en maar liefst 10 kransstenen vrijwel in situ, echter zonder dat als opmerkelijk te kwalificeren.

(Bron: Atlas bij “De Hunebedden in Nederland”, dr.A.E.van Giffen, 1925)

Uit A.E. van Giffen, De hunebedden in Nederland, Utrecht 1925-1927, fig. D19
Uit A.E. van Giffen, De hunebedden in Nederland, Utrecht 1925-1927, fig. D20

Meer informatie over deze en andere hunebedden in Drenthe zie www.hunebedden.nl en www.hunebeddeninfo.nl

D20
D20

Nog wat sfeerbeelden:

Foto’s Davado

Tekst Hans Meijer en Harrie Wolters

Translation: Alun Harvey

Vorig artikelZodenhuis te Firdgum (Friesland)
Volgend artikelLepenski Vir, Servie
Harrie Wolters is algemeen directeur van het Hunebedcentrum.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.