Op het Buinerveld ligt tussen Buinen en Ees een droge pingoruine. In de volksmond heet deze kuil een gletsjerkuil. Inmiddels is het Buinerveld sinds de ontginningen in een eeuw veranderd in een prachtig bos. In dit gebied zijn veentjes ontstaan, maar ook een aantal droge pingoruines.

De pingoruine bij Ees
De kuil is te herkennen als een laagte in het veld. Kijk goed naar de laagte dan zie je dat deze kuil een ronde tot ovale vorm heeft ondanks de begroeiing.
Hoe ontstaat een pingo?
Deze pingoruïne is ontstaan in de laatste ijstijd, ongeveer 20.000 jaar geleden. In deze ijstijd was Nederland niet bedekt met ijs, maar wel in het grootste deel van Scandinavië en de helft van Groot Brittannie. Ten zuiden van het landijs was sprake van een grote, kale vlakte met een poolklimaat. Felle oostenwinden voerden koude lucht mee van de ijskappen in het noorden en noordoosten. De vorst zorgt dat de grond in de ijstijd voor meters permanent bevroren is. In deze situatie kunnen pingo’s ontstaan. Grondwater kwam omhoog en zodra dit het oppervlak bereikte, bevroor het. Meer grondwater zorgde ervoor dat het bevroren water groeide tot een ijsheuvel oftewel een pingo. Dit proces is op sommige plekken op aarde nog steeds gaande. Hieronder een afbeelding uit Canada.
Soms hebben pingoruïnes rondom kuil een aarden walletje of de sporen daarvan. Deze sporen kunnen zowel bij droge als natte pingoruïnes voorkomen.
Waar vinden we pingoruïnes?
In Nederland zijn de pingoruïnes te vinden in Drenthe, Groningen, Friesland, Overijssel en Gelderland. Onderzoek van de laatste jaren laat zien dat de grootste pingodichtheid ter wereld waarschijnlijk in Noord Nederland ligt. Alleen in Drenthe zijn er waarschijnlijk al meer dan 1000. Vandaag de dag zijn in Canada, op Groenland en Antartica pingo’s te zien.
Locatie Gletsjerkuil Buinerveld
Coördinaten: 52°54’36.6″N 6°49’23.8″E
Buinerweg
9528 Buinen