Berkenpek wordt als prehistorische superlijm al zeker zo’n 200.000 jaar gebruikt. Dat betekent dat Neanderthalers dit al maakten voordat de homo sapiens in Europa ten tonele kwam. Hoe je dit maakt zonder koekblik met een gaatje op het fornuis, of überhaupt zonder de toepassing van aardewerk, is nog best een uitdaging. Recentelijk stuitte ik op een onderzoek van Kozowyk en collega’s in nature.com ( – scientific reports) die verschillende mogelijke methodes naast elkaar legt. Dit maakte mij nieuwsgierig om dat zelf eens te gaan uitproberen.

Behalve dat het natuurlijk gewoon leuk is om met een kampvuur te spelen om teer te maken, doet dit je ook wel beseffen hoe inventief Neanderthalers en vroege moderne mensen waren. Het maken van stenen werktuigen en het beheersen van vuur zijn ontegenzeggelijk belangrijke mijlpalen, maar het kunnen vastlijmen van een speerpunt in een schacht is zeker geen onbelangrijke stap in de ontwikkeling van technologie. In zekere zin is berkenpek het eerste synthetische materiaal (het komt niet zo in de natuur voor) en om dit te maken in hoeveelheden die groot genoeg zijn om bijvoorbeeld speerpunten vast te lijmen vergt nogal wat stappen. Er zijn flink wat factoren om rekening mee te houden in dit proces. De denkstappen die hiervoor nodig zijn zegt veel over de cognitieve vermogens en het intellect van Neanderthalers. Door dit zelf eens uit te proberen en te ervaren wat hier allemaal bij komt kijken, wordt dat voelbaar. Zelfs al heb ik de methode praktisch voorgekauwd gekregen en ben ik bewust van alle factoren, is het voor mij alsnog flink worstelen en boek ik aanvankelijk maar matig succes. Daar word je best nederig van.

De methode

Het maken van berkenpek is een destillatie proces. De berkenbast moet verhit worden tot tussen 300 en 400 graden. Bij lagere temperaturen gebeurt er niets en bij hogere temperaturen verkoolt je pek. Bij deze verhitting mag geen zuurstof komen, anders verbrand je berkenbast en heb je niets. Er zijn verschillende methodes om dit te doen en als opportunist kies ik voor de methode die de meeste opbrengst geeft per hoeveelheid bast.

Als eerste heb ik een ondiep kuiltje gegraven in mijn vuurplaats en daar een bakje van berkenbast in gemaakt. Hier wil ik mijn pek in opvangen. Daar overheen heb ik wat stokjes gelegd als roostertje. Omdat de teer in het hout van de stokjes kan trekken, heb ik er wat stenen op gelegd om daar de te destilleren berkenbast op te zetten. Bij elke poging heb ik tussen 150g – 200g bast genomen (rond 180g), opgerold en rechtop op de stenen gezet. Dit alles moet luchtdicht worden ingepakt en om het geheel heen bouw ik mijn vuurtje. Het luchtdicht inpakken is waar het niet helemaal gladjes liep.

berk

Poging 1

In eerste instantie dacht ik dat het een goed idee was om mijn opstelling in te pakken in klei. Het is immers makkelijk om een torentje om mijn berkenbast heen te kleien en klei kan tegen hitte. Waar ik even geen rekening mee had gehouden, is dat klei natuurlijk barst. Dit gebeurde vrij snel na het aanmaken van mijn vuur, waarna de berkenbast vlam vatte en ik de boel maar meteen uit elkaar heb getrokken om deze poging te staken.

Poging 1
Poging 1

Poging 2

Om niet weer dezelfde ellende te krijgen, bedacht ik me dat het misschien wel slim was om plaggen te nemen in plaats van klei. Plaggen (feitelijk gewoon aarde) zijn prima om luchtdicht mee af te sluiten en het kan in elk geval niet barsten. Mijn opstelling ermee inpakken ging vrij eenvoudig. Het vuurtje wat ik eromheen heb gebouwd heb ik ongeveer 5,5uur laten branden. Ondertussen heb ik al die tijd goed opgelet dat er geen gaten in mijn torentje kwamen of de boel anderszins in zou storten. Een wat ingedeukte bovenkant daargelaten leek mijn toren redelijk in stand gebleven. Toen ik vol anticipatie de oogst van een dag noeste arbeid wilde binnenhalen, kwam ik er bij afbraak van de opstelling achter dat ik een berg zanderige uitgedroogde aarde had gemaakt. Na de zanderige heuvel afgegraven te hebben trof ik een nog niet geheel verwerkt deel van mijn berkenbast rol aan, die wel vol zat met pek. Onderin mijn kuil kon ik uit de zanderige as resten wat klompjes zwart spul halen. Ik heb dus wel berkenpek gekregen, maar voor zover dit niet nog in de rol zat, was het wel erg verontreinigd. De conclusie; het had nog wat langer mogen branden, en plaggen zijn toch niet geschikt. Morgen weer een dag.

Poging 2
Poging 2
Poging 2
Poging 2

Poging 3

Na er even een nachtje over te hebben geslapen, kon ik de volgende ochtend weer met frisse moed een nieuwe poging wagen, vastberaden om niet naar huis te gaan zonder fatsoenlijke hoeveelheid bruikbare pek. Na een middernachtelijke brainstorm sessie met mijn mede-preo’s bij een goed glas wijn, leek het allereerste advies van Sabine om leem te gebruiken toch het beste. Leem bied wel de stevigheid van klei (en zal dus niet instorten zoals de plaggen), maar zal niet zo gauw barsten vanwege de vermenging met zand en stro. Zo gezegd zo gedaan, na een kleine tijdreis naar het neolithicum om wat leem bij de eerste boeren te pikken, heb ik daar mijn opstelling mee ingepakt. Mijn torentje bleef heel. Met angst en beven zag ik gedurende de dag wel wat barsten erin ontstaan, maar het bleef overeind. Na goed 6 uur heb ik het vuur uit elkaar getrokken. De berkenbast was volledig verdwenen en het leem was als holle toren blijven staan. Onderin mijn kuil was toch wat rommel gekomen, maar daarin trof ik mooie klompjes berkenpek aan. Na een weekend uitproberen, heb ik dus toch met succes een klein handje berkenpek kunnen oogsten; een behoorlijke opbrengst voor de hoeveelheid bast.

Poging 3
Poging 3
Poging 3
Poging 3
Poging 3

Natuurlijk ga je, terwijl je 5 – 6 uur mijmerend in de vlammen staart, nadenken over hoe de Neanderthalers dit voor het eerst hebben uitgedokterd. Ze zullen niet vanuit het niets om een bakje met een roostertje en een luchtdicht afgesloten rol berkenbast een vuurtje zijn gaan stoken. Kozowyk en collega’s speculeren hierover in hun artikel. Wanneer een rol berkenbast half verbrant in een kampvuur, kun je aan de verschroeide randjes wat kleverige pek terugvinden. Dit zijn zulke kleine hoeveelheden dat het nergens echt bruikbaar voor is, maar dit kan men op het idee hebben gebracht. Als je opgerolde berkenbast met een laag as overdekt en daar hete kolen op laat gloeien, dan is het al mogelijk om berkenpek te produceren. Het is zelfs een bekende (en lekkere) manier van koken om zaken in te pakken en in de hete as te garen. Het is dus zeker mogelijk dat Neanderthalers hier op zijn gekomen. De volgende denkstap is om te bedenken dat je teer kan toepassen om twee materialen aan elkaar te bevestigen, maar uit de archeologie weten we dat Neanderthalers speerpunten met pek in een schacht hebben verlijmd. Daar zijn redelijke hoeveelheden pek voor nodig. Welke methode ze daar precies voor hebben gebruikt zullen we nooit weten omdat dit geen sporen heeft nagelaten. Voor de methode die ik hier heb getest zijn enkel materialen nodig die Neanderthalers voorhanden hadden, de opbrengst is voldoende om bruikbaar te zijn en het heeft ook verder geen sporen nagelaten. Het is mogelijk om door uitproberen op deze methode te komen. Gezien hoe inventief Neanderthalers waren, is deze methode in mijn ogen geheel plausibel.

Tekst en foto’s Frank Wiersema

bronnen:

https://www.nature.com/articles/s41598-017-08106-7

https://static-content.springer.com/esm/art%3A10.1038%2Fs41598-017-08106-7/MediaObjects/41598_2017_8106_MOESM1_ESM.pdf

Vorig artikelIn het spoor van … een veelzijdige gids
Volgend artikelEuropese dag van de Megalithische cultuur, zondag 29 april

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.