De Borobudur is een van de meest bijzondere, en ook grootste, boedhistische bouwwerken ter wereld. Het immense complex ligt ongeveer 40 kilometer ten noordwesten van Yogyakarta en 7 kilometer ten zuiden van de stad Magelang (Midden-Java).
De Borobudur is een van de meest bezochte toeristische attracties in Indonesië en dat is niet voor niets. Als je ervoor staat zie je pas echt hoe immens groot het is en wordt je even stil. Sinds 1991 staat dit heiligdom op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
De Borobudur is gebouwd in de Sailendra-dynastie, in de periode 750-842 na Christus. Na een machtswisseling in de 8e eeuw, werd het heiligdom verlaten. Eeuwenlang lag de Borobudur bedolven onder een laag as van de omringende vulkanen (de Merapi) en vegetatie.
Stoepa
De Borobudur is opgebouwd als een grote stoepa. De centrale stoepa wordt omringd door 72 kleinere stoepa’s. Een stoepa staat symbool voor de plek tussen de hemel, de aarde en de onderwereld. In de stoepa’s worden normaal gesproken as en relieken bewaard. Er wordt ernstig getwijfeld of de hoofdstoepa ooit een reliek bevat heeft. Er zijn enkele voorwerpen gevonden, maar deze waren nauwelijks van waarde.
De basis van deze stoepa is 123 bij 123 meter. In de tempel is niet minder dan 56640 kubieke meter steen verwerkt. De bouw moet minstens 80 jaar hebben geduurd.

De Borobudur herontdekt
De Engelse Luitenant-Gouverneur Sir Thomas Stamford Raffles gaat de boeken in als de man die in 1814 de Borobudur heeft herontdekt, ten tijde van het Engelse tussenbewind in Nederlands-Indië. Onder zijn scepter vond er een grote schoonmaakbeurt plaats. Zijn Nederlandse medewerker ingenieur H.C. Cornelius maakt met 200 man het heiligdom vrij van as, puin en begroeiing.
Maar het was pas in 1885 dat de Nederlander Jan Willem IJzerman – de eerste voorzitter van de Archaeologische Vereeniging van Yogyakarta – het belangrijkste deel van de tempel ontdekte, namelijk de basis van de Borobudur.
Grote restauraties
De eerste grote restauratie vond plaats in de periode 1907-1911 onder leiding van de Nederlandse kapitein/majoor der Genie, Theodoor van Erp. Maar dat bleek niet voldoende te zijn. Om de Borobudur van de ondergang te redden was een nog grotere restauratie nodig. En die kwam er.
Van 1975-1983 werkten UNESCO en de Indonesische regering samen aan een massale restauratie van de Borobudur. Sinds 1991 staat dit boeddhistische heiligdom op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
In deze eeuw zijn er aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en bomaanslagen geweest waardoor de Borobudur ernstig beschadigd is geweest. Het is telkens weer hersteld en is nu weer te bezoeken.
Het levensverhaal van Boeddha
Het heiligdom bestaat uit 9 etages die de boeddhistische kosmos vertegenwoordigen; de onderste 6 zijn vierkant, de bovenste 3 rond. De reliëfs op de panelen op de onderste vierkante terrassen van het heiligdom vertellen het levensverhaal van Boeddha (de Ramayana). Om de afbeeldingen op volgorde te lezen moet de bezoeker (waaronder de vele pelgrims) kilometers lopen.
De meeste toeristen zijn helaas niet geïnteresseerd in de schoonheid van de Ramayana. Zij rennen de trappen op naar de top van de tempel om te genieten van het uitzicht over de Merapi vulkaan, de palmbomen en de opkomende zon.

Midden-Java, Borobudur
Op de hogere terrassen bevinden zich kleine stoepa’s met daarin een beeld van Boeddha. Ze zijn gebouwd rondom 1 grote centrale stoepa. De grote stoepa staat symbool voor het Nirwana, waar mensen vrij zijn van alle aardse zorgen. De bovenste grote stoepa is van binnen leeg. Het is niet duidelijk of dat altijd al zo is geweest.