
In de prehistorie was het wilde paard (Equus ferus) in Europa te vinden en het bewijs hiervoor zijn zowel fossiele botten als de prachtige grotschilderingen in Frankrijk en Spanje. De tekeningen zijn tussen 39.000 tot 17.000 jaar geleden gemaakt. De paarden leefden op de steppen, maar ook in open bossen. De paarden konden snel bewegen, hadden een groot uithoudingsvermogen en een dikke vacht tegen barre omstandigheden. Gras was de voedselbron voor de paarden. Natuurlijke vijanden waren tijdens de ijstijden: leeuwen, wolven, hyena’s, en de grootste vijand was uiteraard de mens. Uit de oude steentijd zijn jachtkampen gevonden volop paardenbotten. Deze vondsten maken duidelijk dat de mens veel jaagde op wilde paarden. Met de komst van het holoceen (warmer en meer bossen) nam het leefgebied af en ontstonden twee gebieden met elk een ondersoort van het paard. Dat zijn de tarpan (Europese wilde paard: Equus ferus ferus) en het Przewalskipaard of het Aziatische wilde paard (Equus ferus przewalskii). In Nederland was de tarpan aanwezig, maar deze ondersoort is inmiddels uitgestorven. Op basis van de grotschilderingen zou waarschijnlijk ook het Aziatische wilde paard in het westen van Europa hebben geleefd. In ons gebied leefde de tarpan. De populatie nam toen al af en in de loop van de geschiedenis bleef dit het geval.

Tarpan
De tarpan is inmiddels uitgestorven, maar op basis van historische bronnen weten we ongeveer hoe het paard er heeft uitgezien: klein, stevig gebouwd, grijze vacht met een zwarte streep over de rug, donkere manen en staart. In het najaar krijgt het paard een lichtere vacht om ook in het winterse landschap goed gecamoufleerd te zijn. Na de ijstijd nam het aantal paarden af in het noorden en westen van Europa door toename van bos en mensen. In de loop van de 18e werd het leefgebied nog kleiner door steden en dorpen, maar ook door de jacht en de vermenging met het gedomesticeerde paard. In de 18e eeuw werden tarpans onderzocht. In 1879 stierf de laatste wilde tarpan in de Oekraïne en in 1887 stierf de laatste tarpan in een Duitse dierentuin. Veel gedomesticeerde paarden in Centraal- en Oost-Europa hebben genen van deze ondersoort door kruising. Deze tarpan is de voorouder of een van de voorouders van het gedomesticeerde paard.
Przewalskipaard
Dit paard is groter dan de tarpan en heeft een donkerbruine tot gelig-witte vacht met een streep op de rug en schouders. Ook is bij dit paard de wintervacht lichter. Om de mond is de vacht lichter van kleur. De tarpan en het gedomesticeerde paard heeft 64 chromosomen, maar het Przewalskipaard heeft er 66 paar. Kruisingen tussen de ondersoorten levert paarden op met 65 chromosomen! In Nederland zijn de paarden te vinden in een aantal natuurgebieden: Natuurpark Lelystad, Milingerwaard en in de omgeving van Nijmegen.

Van wild naar ons edel rijdier
Het gedomesticeerde paard (Equus ferus caballus) heeft als directe voorouder de tarpan (Equus ferus ferus) en als bewijs hiervoor wordt aangedragen dat beiden 64 chromosomen hebben. Het paard is zo’n 6.000 jaar geleden gedomesticeerd in de regio waar nu de Oekraïne ligt. Mogelijk is het paard op meerdere plaatsen en tijdstippen gedomesticeerd. De Hettieten kenden het paard al zo’n 5.400 jaar geleden. In de nieuwe steentijd was het paard ook in Nederland bekend, namelijk bij de mensen van de Enkelgrafcultuur. Inmiddels zijn er 160 rassen ontstaan door de mens.

Het gebruik van het paard
De eerste paarden werden gehouden voor hun vlees, maar later ook als lastdier en trekdier. In de ijzertijd vinden we de eerste bewijzen voor het gebruik als rijdier: paardentuig. Nog steeds wordt het vlees gegeten. Het paard werd ook gebruikt worden voor militaire doeleinden. Tegenwoordig worden paarden binnen het leger alleen nog gebruikt bij ceremonies. Binnen de politie wordt het paard nog altijd gebruikt: de politie te paard. Voorafgaand aan machines werden paarden gebruikt in de landbouw en de bosbouw (nog steeds). Paarden werden ook gebruikt voor het versturen van berichten, het vervoer van post, het personenvervoer, het trekken van de trekschuit, het drijven van vee en uiteraard om paard te rijden met of zonder wagen. Ook in de geneeskunde speelden paarden een rol. Paardenmelk en paardenmelkproducten zijn te koop en worden in ons land vooral genuttigd door mensen met allergieën. Ook wordt paardrijden als therapie gezien, maar het is ook vandaag de dag vooral een sport.
dit is goede info voor mijn werkstuk maar omdat het zoveel is wil ik weten of dit wel echt is
Beste Miranda,
De gegevens kloppen hoor, succes met je werkstuk!
Groeten Nadine