Onze museumgidsen geven elke keer weer een unieke rondleiding. Elke groep heeft andere wensen en interesses, maar we proberen elke gast een verhaal te vertellen ondanks dat we veel zaken niet weten. We proberen in het museum een zo compleet mogelijk verhaal te vertellen door goede reconstructies, verhalen ook van over de grens te vertellen en meerdere mogelijkheden te geven. Het mooiste is als je als gast zelf bedenkt wat de mens toen gedaan heeft (of nog beter hoe jij het zo hebben gedaan). In dit artikel lichten we een aantal verhalen toe.
Film
De film omvat een tijdreis van ruim 150.000 jaar in een kleine 17 minuten. De film toont eerst de een na laatste ijstijd met zo’n 1.000 meter ijs wat heeft gezorgd dat op deze plaats in Nederland keileem (keien, vuursteen en leem) te vinden zijn. Dan laat de film zien dat het ijs smelt en de stenen hier blijven liggen. Vervolgens zie je hunebedbouwers de steen vinden en ermee een hunebed bouwen zo’n 145.000 jaar na de ijstijd. Uiteindelijk zie je een archeoloog een hunebed onderzoeken.
Steentijdfamilie
Hunebedbouwers waren de eerste boeren in Nederland, maar vandaag de dag weten we dat ze nog voor veel zaken de natuur in gingen om te jagen en nog belangrijker te verzamelen. De eerste boeren verbouwden eenkoorn, emmertarwe, vlas en erwten en hielden runderen, schapen, geiten en varkens. De pijl-en-boog geeft aan dat er nog gejaagd werd, maar was ook een wapen (Otzi had een pijlpunt in zijn rug). De hunebedbouwers leefden in kleine nederzettingen van een paar huizen. Ze woonden op een vaste plek met daar in de buurt hun graven.
Kleding & sieraden
De hunebedbouwers droegen kleding van linnen, leer, bont, grassen en boomvezels. Dankzij Otzi (de ijstijdmummie uit de Alpen) weten we zoveel over de kleding en het leven in deze periode (hij leefde 5.000 jaar geleden in de Alpen – daar kopertijd). De hunebedbouwers droegen sieraden van barnsteen en waarschijnlijk ook koper. Barnsteen kwam hier via handel, mogelijk buiten de grenzen. In twee hunebedden is koper gevonden. In D28 koperen spiralen draden gevonden en koper is hier gekomen via ruilhandel.
Maquette
De hunebedbouwers leefden langs het oerbos en dichtbij water, denk aan rivieren, beken en vennen, waaronder de zogeheten pingoruines. Deze eerste boeren in Noord-Nederland verbouwden granen, vlas en erwten, lees hier meer. Van de oogst werd elk jaar een gedeelte bewaard als zaaigoed. Als huisdieren hielden ze koeien, schapen, geiten, varkens en uiteraard honden, lees hier meer. Voor de aanleg van de akkers en weides werden bossen ontgonnen door houtkap en vervolgens branden. Voor het hout hakken hadden hunebedbouwers geslepen stenen en vuurstenen bijlen vanaf de nieuwe steentijd. Het as en de mest konden worden gebruikt om de akkers te bemesten, maar na enkele jaren zou de akkers uitgeput raken. Na uitputting werden opnieuw nieuwe akkers aangelegd. Akkers, weides en erven werde omheind voor het binnenhouden of buitenhouden van dieren. Met de kano konden de hunebedbouwers vissen. De hunebedden lagen langs de wegen naar de nederzettingen toe en de hunebedden zagen er anders uit: een heuvel met alleen de ingang en kransstenen zichtbaar.
Spullen
Naast aardewerken potten hadden de hunebedbouwers ook stenen bijlen nodig om gereedschap, kano’s en huizen te maken, maar ook brandhout. Van de bijlen zijn alleen de stenen bijlen overgebleven. In de vitrine zijn bijlen van vuursteen en natuursteen te zien naast vuurstenen werktuigen. Vuursteen is hier gekomen met het ijs, maar wil je goede bijlen maken dan heb je vuursteen nodig uit Duitsland, Denemarken of Zweden (bruin – Limburg). Met vuurstenen werktuigen kan je leer snijden, bot/hout bewerken en graan oogsten. Potten werden gebruikt om eten te koken, te eten en te bewaren, maar ook om uit te drinken en water te halen. Bijzonder is de trechterbeker – de aanwijzing dat we met de hunebedbouwers of trechterbekercultuur te maken hebben. De versiering is bijzonder net als de dunne wanden.
Wilde dieren
In de oerbossen waren wilde dieren te vinden, waarvan vele vandaag de dag nog te vinden zijn. Hier laten we wilde dieren zien, waaronder oeros, wolf en beer. De oeros kennen we vandaag niet meer en wolven en beren zijn in Nederland niet meer te vinden. Echter de laatste jaren worden wolven weer gesignaleerd waaronder in Drenthe. Meer weten over de wilde dieren in de nieuwe steentijd, klik hier.
Steentijdhuis
De reconstructie is op schaal en in werkelijkheid is het huis twee keer zo groot. Bijzonder zijn de huisdieren (rund, varken, schaap, geit en hond) en de gereedschappen (maalsteen, hak, houten schep, ploeg). De wanden zijn gemaakt van houten palen met daartussen vlechtwerk van wilgentakken en deze wand is aangesmeerd (of besmeten) met leem. Het dak is gemaakt van riet.
Granieten
De stenen hebben elk een eigen kleur en samenstellingen door de mineralen. Op basis van deze verschillen kan onderzocht worden van elke plek (stuk van het gebergte) in Scandinavie de kei afkomstig is.
Steenkist Heveskesklooster
De steenkist is ook een graf, maar kleiner en met minder stenen (geen dekstenen). De kist werd vermoedelijk afgedekt met hout en een dekheuvel. De kist is gevonden in Delfzijl. De hunebedbouwers maakten drie soorten graven: hunebedden, steenkist met 1 of 2 bijzettingen en ongeveer 5 potten en vlakgraven met 1 bijzetting en ongeveer 5 potten.
Steen verplaatsen
De steen verplaatsen is een leuke activiteiten. Tijdens de activiteit kan je iets vertellen over de hefboomtechniek. Hoe hoger de paal wordt vastgepakt hoe makkelijker het gaat.
Bouw van een hunebed
Hoe is het hunebed gebouwd? De hunebedden zijn in Drenthe in de eerste fase gebouwd, zo’n 3.400 – 3.200 v.Chr. De ingang ligt vaak op het zuiden en de stenen kunnen wel meer dan 20.000 kilo wegen. Hierna werden de hunebedden ook nog eeuwen gebruikt als graf. Onderzoek toont nu aan dat de hunebedden zijn gebouwd, zoals op dit plaatje.
Hunebed vroeger en nu
De hunebedden hadden een dekheuvel en alleen de stenen van de ingang en eromheen werden gezien. In het buitenland kunnen we hunebedden nog steeds zo zien. De maquettes tonen de ontwikkeling door de tijd.
Onderdelen zijn poortstenen, dekstenen, draagstenen en kransstenen. Bij dit hunebed zijn de heuvel, stopstenen en keienvloer te bewonderen. Ingang is vaak op het zuiden. De traptreden en achteruitgang zijn voor de veiligheid. Wijs op de stopstenen. Draagstenen en dekstenen zijn uitgekozen op hun vlakke zijde. Vondsten in de hunebedden zijn potten, sieraden, gereedschap en wapens. De potten kunnen zijn gebruikt voor de eten en drinken tijdens de rituele of als geschenk aan de overledene of goden. Misschien werd gedacht dat de dode op reis ging en daarvoor had spullen, eten en drinken nodig. We weten dat niet iedereen in een hunebed begraven werd, maar niet wie precies: de elite of iedereen, elke leeftijd? Eerst werden de mensen begraven, maar aan het eind vinden we ook crematieresten als bijzettingen in hunebedden. Het aardewerk toont aan hoeveel jaren het hunebed is gebruikt. Dekheuvels, stopstenen, hunebedstenen en zelfs hele hunebedden zijn verdwenen. In dijken, wegen, fundamenten van kerken en huizen zijn de stenen terug te vinden. De naam hunebed komt van huynebed: bed van huynen (oud Drents woord voor reuzen).
Het hunebed nu na de restauratie.
Begrafenis
Van de begrafenisrituelen is moeilijk iets te vertellen wat betreft de hunebedbouwers. Er is een enorme variatie aan bijzettingen. In sommige gebieden zijn aanwijzigingen voor inhumatie, maar er zijn ook bijzettingen van een aantal botten of de schedel. In de latere periodes was crematie ook een manier om iemand bij te zetten in het graf. Wat we wel weten is dat de mensen op de keienvloer werden neergelegd met potten met eten en drinken naast persoonlijke spullen. Met een steenboor is een gat in het steen gemaakt met behulp van gewei en zand. Bij de bijl hier moet dat nog gebeuren. Een van de aardewerken potten is gerepareerd. Botten zijn in Drenthe nauwelijks gevonden, maar in de hunebedden over de grens wel.
Inventaris van D26
In de Drentse hunebedden zijn veel aardewerken potten gevonden. Een gedeelte van de potten zal zijn meegegeven zodat de overledene eten en drinken meekreeg naar het volgende leven, maar ook een gedeelte zal het resultaat zijn van eten en drinken tijdens de rituelen, mogelijk ook tussen bijzettingen door. Bijlen, sieraden, vuurstenen gereedschap en pijl-en-boog werden meegegeven als persoonlijke spullen aan de overledene.
Offers in het veen
Hunebedbouwers offerden aan de rand van water, denk aan plekken langs beken of moerassen. Offers waren runderhoorns, geweien, bijlen, potten met eten en drinken en zelfs mensen. Tot op heden kennen we geen veenlijk binnen Nederland die hoort bij de Trechterbekercultuur. Offers zouden aan de hogere machten zijn gedaan met als hoop iets terug te krijgen: betere oogst, beter worden, een kindje krijgen, etc. We weten het niet.
waar is het rondleidersverhaal over de nieuwe inrichting? Ik kan het niet vinden, zou het wel prettig vinden als de hoofdlijnen op papier staan. Het verhaal van de oude collectie staat er wel.
Ik zal het even vragen aan Nadine