Wat aten de hunebedbouwers uit de natuur en van de akker?

0
1284

1. Eenkoorn (Triticum monococcum) op de akker – graan – meel, pap, broden, bier, stoofpot

2. Emmertarwe (Triticum dicoccum) op de akker – graan – meel, pap, broden, bier, stoofpot – in juli werd graan geoogst.

3. Gerst – op de akker

4. Maanzaad – op de akker – olie en pijnstiller

5. Vlas – op de akker – olie en grondstof voor touw en linnen

6. Erwt – op de akker / moestuin – groente

7. Honing en andere bijenproducten – zoetstof, conserveringsmiddel, antibacterieel, waterdicht maken, brandstof

8. Paddenstoelen – voedsel, medicijn, drug, tondel

Oesterzwammen – eetbaar en in de steentijd al in Nederland.

9. Eetbare onkruiden – planten – groente of kruid
– brandnetel – groente en manier om te conserveren
– wilde peen & pastinaak – groente

10. Eetbare knollen/wortels
– lisdodde/waterlelie – groente, veel zetmeel

11. Eetbare wilde vruchten
– bramen, frambozen, bosaardbeien – fruit, veel vitamine C, zoet

12. Eetbare delen van bomen
– hazelaar – noten
– berk – berkenwater – zoetstof en drank

13. Eetbare bloemen
– witte klaver – zoetstof en eetbaar

14. Insecten & slakken – veel eiwit

15. Wilde dieren – hunebedbouwers waren nog veel aan het jagen en verzamelen in de bossen. Behalve wild werden er eieren verzameld, maar ook knaagdieren en kikkers waren een waardevolle aanvulling.

16. Vissen – in de beken en rivieren konden o.a. forel, zalm en paling worden gevangen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.