We weten niet wat de mensen geloofden, maar er zijn wel sporen in de bodem gevonden die wijzen op geloof: het offeren, het begraven van de doden en bijzondere heilige plaatsen. Van de meeste rituelen vinden archeologen geen sporen: muziek maken, zingen en dansen. Ik zal deze een voor een even kort bespreken.

Begraven van de doden
Al vanaf de oude steentijd vinden archeologen graven als bewijs van rituelen rondom de dood. Van de neanderthalers zijn graven bekend uit o.a. Teshik-Tash (Oezbekistan), Shanidar (Irak) en Spanje. In Nederland kennen we de eerste graven uit de middensteentijd (waaronder Trijntje). De doden kregen spullen mee in het graf, denk aan gereedschap, sieraden, potten en soms dierlijke resten. Bij de potten ging het om de inhoud: eten en drinken. Dit eten en drinken was voor de reis naar het volgende leven of voor het volgende leven. Ze geloofden in een volgend leven, maar wat precies zullen we moeten gissen.
Offeren
Vanaf de nieuwe steentijd offeren mensen spullen op natte plaatsen (beken, rivieren en bronnen) als een soort ritueel. De mensen offerden potten, bijlen, wielen, brokken vuursteen, sieraden, wapens en zelfs mensen (veenlijken). Uit Drenthe is een tempeltje bekend: Tempeltje van Bargeroosterveld. Deze natte locaties waren bijzondere plekken voor de mensen in de prehistorie. Dachten de mensen dat hier hun voorouders waren, of kwamen ze hier om in contact te komen met goden en geesten?

Conclusie
Duidelijk is dat de mensen in de prehistorie ergens in geloofden, maar we kunnen slechts raden wat. Door te kijken naar de culturen van vandaag de dag lijkt het aannemelijk dat jagers-verzamelaars geloofden in zielen en geesten in mensen, dieren, planten, stenen, natuurverschijnselen (donder, bliksem, etc.) en landschapselementen (bergen, rivieren, etc.): animisme, waaronder sjamanisme. Vanaf de nieuwe steentijd zullen de zon, maan en sterren een belangrijke rol spelen in het geloof door de afhankelijkheid van seizoenen en de boerenleven met ploegen, zaaien en oogsten. Door Romeinse bronnen weten we dat mensen aan het einde van de prehistorie goden kenden.

Meer weten over het geloof van de hunebedbouwers?
Mooi geschreven! Het ‘hogere/spirituele’ en de natuur hebben altijd veel invloed gehad op mensen. Persoonlijk denk ik dat er in de stam altijd wel een oudere was die als dokter/priester (soort sjamaan) diende. Deze man (of vrouw) had veel kennis, ervaring en intuïtie en kon daardoor de groep bij elkaar houden door verhalen, rituelen, offers, en geneeswijze.