Tot het geslacht Tarwe (Triticum) behoren meerdere cultuurgewassen, waaronder de eenkoorn – letterlijk een korrel (Triticum monococcum). Tot dit soort behoren wilde (Triticum monococcum subsp. boeoticum) en cultuurgewassen (T. monococcum subsp. monococcum). De naam komt doordat op de aarspil de aartjes apart zitten. Bij het cultuurgewas zijn de korrels groter en de aar blijft heel bij rijpe zaden. Bij deze soort zijn de kafjes en de korrel vergroeid met elkaar en het gewas groeit gemakkelijk op diverse gronden. Deze soort is resistent tegen veel ziektes. De kafjes zijn moeilijk te verwijderen.

Oorsprong
Van oorsprong groeit de wilde eenkoorn met name in het noorden van de Vruchtbare Sikkel en Anatolië, maar is te vinden tot de Balkan en de Dode Zee. De wilde vorm is een korte variant, meestal wordt het gewas maximaal 70 cm hoog en levert niet veel korrels op. Naar alle waarschijnlijkheid zal de domesticatie van wild gewas naar cultuurgewas tussen de 20 en 200 jaar hebben gekost (ANDERSON, 1991, p. 523). Dit cultuurgewas is een van de oudste, een soort voorloper: de eerste boeren in Nederland kende het gewas al. Vanaf de nieuwe steentijd werd in Nederland dit gewas verbouwd en ook Ötzi (die als ijsmummie gevonden is in de Alpen, uit dezelfde tijd als de hunebedbouwers) at eenkoorn. De eerste aanwijzingingen voor het verzamelen van eenkoorn dateert van bijna 30.000 jaar geleden uit Syrië (ALLABY, 2017). Al ruim 14.400 jaar geleden zijn de eerste resten van eenkoorn gevonden in Jordanië. Bij deze opgraving is het oudste brood ter wereld gevonden, klik hier voor het artikel. In het Midden-Oosten (onder andere Karaca Dağ, in het zuidoosten van Turkije) werd eenkoorn al verbouwd zo’n 10.600 jaar geleden. Eenkoorn groeit makkelijker dan emmertarwe in koudere gebieden en groeide tot in het begin van 20e eeuw wel in het noorden van Europa.

Gebruik van prehistorie tot nu
Eenkoorn kan gekookt worden met hele korrels of in een stoofpot. De meel van deze soort rijst niet en is dus niet geschikt voor het maken van brood. Eenkoorn is een ideale rijstvervanger en je kunt er lekkere noedels van maken. De korrel is zachter, smaakvoller, beter verteerbaar dan tarwe en heeft een andere samenstelling (meer eiwitten en voedzamer). In het meel zit meer vet, fosfor, potassium, pyridoxine en betacaroteen. Bloem is fijner en geler (door caroteen). Eenkoorn wordt gebruikt voor bulgur. In Brescia (Italië) wordt van de meel van deze soort Pane di Monococco gebakken. Onrijpe eenkoorn wordt in diverse landen aan vee gevoerd.

Bronnen
ALLABY, R.G., ET.AL., 2017. Geographic mosaics and changing rates of cereal domestication. Philosophical Transactions of the Royal Society B.
ANDERSON, P.C., 1991. Harvesting of Wild Cereals During the Natufian as seen from Experimental Cultivation and Harvest of Wild Einkorn Wheat and Microwear Analysis of Stone Tools. In: BAR-YOSEF, O. & A. ARBOR, Natufian Culture in the Levant. International Monographs in Prehistory.