Prehistorische verf gemaakt van ….. mensenbotten !

0
2044

Over het gebruik van botpasta in het aardewerk van de hunebedbouwers


Aardewerk uit de tijd van de Hunebedbouwers. De ingekraste versieringen zijn ingekleurd met een witte kleurpasta. Botpasta ? (Foto: Museum für Vor- und Frühgeschichte, Berlijn; Wikipedia)

Om versieringen in aardewerk een wit kleurtje te geven, gebruikte de prehistorische mens onder andere fijngemalen botten om verf te maken. Een deel van die botten bestond uit mensenbotten.

Griezelig ? Raar ? Voor de meesten van ons denk ik wel, maar in de prehistorie dacht men daar anders over. Misschien is het maar net wat je gewend bent ? Wat je mooi vindt ? Of wat in de mode is ?

Dit artikel gaat over `incrustatie` een moeilijk woord voor het inkleuren, het opvullen van versieringen in prehistorisch aardewerk.

Het inkleuren gebeurde met een speciale verf, ook wel kleurpasta genoemd (pasta = een mengsel dat je kunt smeren, bijvoorbeeld chocolade pasta).

De kleurpasta bestond uit een bindmiddel (vet, olie, water, eiwit) en een kleurstof. De kleurstof kon gemaakt zijn van roet, houtskool, dierenbloed, ijzeroxide (roest) of van bijvoorbeeld fijngemalen botten of schelpen.

Witte pasta speelt de hoofdrol in dit artikel. En dan met name witte pasta gemaakt van gemalen dieren- of mensenbotten in het aardewerk van de hunebedbouwers.

Aardewerk

Toen de mensen uit de prehistorie vaste plekken uitkozen om te  gaan wonen, gingen ze ook aardewerk maken (aardewerk = voorwerpen van gebakken klei). Vóór die tijd trokken ze achter het jachtwild aan en was het niet handig om zware en breekbare spullen mee te nemen.

Aardewerk werd belangrijk omdat je er in kon koken en voedsel in kon bewaren. Verder was het nuttig om bijvoorbeeld water in te vervoeren en om uit te eten en te drinken. 

En, tot slot: de verbrande resten van gecremeerde doden werden in aardewerk potten gestopt. Zo`n pot noemen we een urn. Een urn kon worden bijgezet (= een laatste rustplaats geven) in een hunebed.

De doden kregen vaak voedsel mee voor hun reis naar het hiernamaals en dat voedsel werd ook in een aardewerk pot, schaal of beker gedaan.


 Urn van de hunebedbouwers (Foto: Rijksmuseum voor Oudheden, Leiden)

Verschillende versieringen:

Het aardewerk uit de prehistorie werd op verschillende manieren versierd. Of helemaal niet versierd, dat kon ook.


Deze urn uit de tijd van de hunebedbouwers is niet versierd, alleen gepolijst (= glad en glimmend gemaakt). Door polijsten werden potten zo goed als waterdicht. (Foto: Rijksmuseum voor Oudheden, Leiden)

Versieringen werden gemaakt door met een houten stokje, een stukje bot of een klein kammetje figuren te krassen in ongebakken klei.

Behalve houten stokjes, botjes en kammetjes gebruikten de prehistorische mensen hun eigen vingers en vingernagels om afdrukken te maken. 

Afdrukken maken met behulp van een stuk touw was ook een mogelijkheid.


Hulpmiddelen om versieringen te maken in klei: staafjes hout, vogelbotje en een replica (= een nauwkeurig nagemaakte kopie van het origineel) van een
hertengewei-kammetje (Eigen werk schrijfster)

Urn met afdrukken van vingertoppen. De afdrukken liggen dicht tegen elkaar aan en vormen met elkaar rechthoekige blokken (`blokmotief`)
(Foto: Rijksmuseum van Oudeheden, Leiden)

Beker met touwversiering. Een lang, dun touw werd om de beker heen gewonden als de klei nog zacht was. Tijdens het bakken verbrandde het touw en bleven de afdrukken achter. (Foto: Rijksmuseum van Oudeheden, Leiden)

Potje met bandversiering. De versiering bestaat uit lijnen en puntjes die als een band in de pot zijn gekrast: bandkeramiek.
Bandkeramiek is het aardewerk van de eerste boeren in Nederland, de bandkeramiekers. Ze leefden ongeveer 7000 jaar geleden in Zuid-Limburg.
(Foto: Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)



Scherven met ingekraste puntjes, strepen en zigzaggen (Foto: Hunebedcentrum, Borger)


Nog meer figuren, ingekrast in aardewerk (Foto: The Project Gutenberg EBook of The Lake-Dwellings of Europe).

Figuren uit de prehistorie kom je nu nog vaak tegen in behang, kleding drukwerk, sieraden, tapijten en serviesgoed. 

Opgevulde versieringen

In musea wordt het lang niet altijd vermeld, maar in veel prehistorisch aardewerk waren de versieringen opgevuld met een witte kleurpasta.

Helaas zijn die opvullingen vaak voor een deel verdwenen.

Het tentoongestelde aardewerk is duizenden jaren oud en dan is het niet zo gek dat het beschadigd is. Bij beschadiging denk je al gauw aan breuk, maar ook de kleurstoffen kunnen deels of helemaal verdwijnen onder invloed van hitte, kou, water, bodembacteriën of door een zure of zoute omgeving.

Ook bij het schoonmaken van gevonden aardewerk kunnen de kleurstoffen uitgewist worden.


Potten waar de kleurstof (witte pasta ) nog deels aanwezig is (Foto:
Hunebedcentrum, Borger)

         


Pot waarbij bijna alle versieringen nog wit zijn ingekleurd (Foto: Museum
für Vor- und Frühgeschichte, Berlijn; Wikipedia, )

Waar werd witte kleurpasta van gemaakt ?

Witte pasta werd van verschillende grondstoffen gemaakt. Schelpen en botten zijn al genoemd, maar er waren meer mogelijkheden. Die mogelijkheden waren onder andere afhankelijk van het gebied waar de prehistorische mensen woonden en leefden.

Aan de zuid-oostkust van Engeland bijvoorbeeld bestaan de rotsen voor een deel uit krijt. Een ander woord voor krijt is kalk.

Het kalkgesteente werd miljoenen jaren geleden gevormd door microscopisch kleine skeletjes van algen. Net als bij jezelf, bestonden de skeletjes grotendeels uit kalk.

Algen leefden in gigantische aantallen in zee. Als ze doodgingen, bleven de skeletjes achter op de zeebodem. En vormden hele dikke lagen.

Krijt of kalk is makkelijk fijn te malen tot krijtpoeder. Als je vet en krijtpoeder mengt, heb je krijtpasta.


Krijtklif van Dover, Engeland (Foto: Wikipedia)

Een andere grondstof was kaolien, een witte kleisoort die in verschillende Europese landen wordt en werd gevonden (niet in Nederland). Ook van kaolien is eenvoudig een pasta te maken door het fijn te malen en te vermengen met vet.


Brok kaolien (Foto: Wikipedia)

Behalve het gebied waar de prehistorische mensen woonden, was ook het doel waarvoor het aardewerk werd gemaakt belangrijk. Of misschien wel het belangrijkste !

Potten of vaten waarin voedsel werd opgeslagen, waren niet geschikt om kleurpasta`s op aan te brengen. Ze moesten immers afgespoeld en afgewassen kunnen worden. Hetzelfde geldt voor serviesgoed.

Ook kookpotten waren niet geschikt: ze stonden in het vuur of hingen er vlak boven. Kleurpasta`s zouden al snel zijn weggebrand.

Het waren vooral urnen die werden versierd met witte kleurpasta. En de potten, schalen en bekers met voedsel die werden meegegeven voor de reis naar het hiernamaals.

Witte botpasta in Drentse urnen

Uit bodemvondsten in Drenthe hebben onderzoekers ontdekt dat bij ongeveer 24% (= een vierde deel) van het hunebedbouwer-aardewerk witte botpasta is gebruikt als kleurstof.

Waarschijnlijk ligt het percentage veel hoger, maar is de kleurstof vergaan in de loop van duizenden jaren.

Behalve botten zijn ook andere grondstoffen gebruikt, maar daarvan is de herkomst niet altijd duidelijk. Of er is geen onderzoek naar gedaan.

Dierenbotten of mensenbotten

In verschillende Europese landen zoals Nederland, Schotland en Tsjechië is uitgebreid onderzoek gedaan naar de vraag: wat voor botten werden gebruikt om witte kleurpasta te maken ? Dieren- of mensenbotten.

De uitkomst voor de urnen van de hunebedbouwers was: hoogstwaarschijnlijk mensenbotten.

Waarom onze verre voorouders dat deden, weten we niet. Het zal ongetwijfeld een betekenis hebben gehad. Een paar mogelijkheden:

– Misschien was het gebruik symbolisch bedoeld: in plaats van alle botten te bewaren, waren de botpastsa-versieringen voldoende om de dode niet te vergeten, om de dode voort te laten leven.  

– Wie weet zagen de hunebedbouwers een verband tussen de menselijke botpasta in de versieringen en het leven-hierna van de overledene.

– In donker aardewerk steekt de kleur wit sterk af. Mogelijk werd dat heel mooi gevonden ? Wit-ingekleurde versieringen als kunst ? (Zie de Spaanse urn op de foto hieronder )

Een combinatie van redenen is natuurlijk ook mogelijk.

De echte redenen zullen we helaas nooit achterhalen.`Helaas` omdat we graag willen weten hoe onze verre voorouders leefden, wat ze dachten, wat ze belangrijk vonden, waar ze in geloofden.


Replica van een Spaanse urn. Het contrast (= opvallende tegenstelling) kan haast niet groter: zwart – wit ! (Foto: Wikipedia)

Hoe werd botpasta gemaakt ?

Om erachter hoe botpasta werd gemaakt, hebben onderzoekers allerlei recepten uitgeprobeerd met dierenbotten.

Eerst moeten de botten worden verbrand.

Vroeger gebeurde dat al bij de crematie van de overledene, maar mogelijk was dat niet lang genoeg. Om witte pasta te kunnen maken, heb je wit-verbrande botten nodig.

De verbrandingstijd hangt onder andere af van de grootte en de dikte van de te verbranden botten. Grote, dikke botten doen er langer over dan kleine, dunne botjes.

De totale verbrandingstijd bedroeg bij de experimenten gemiddeld 15 uur.


Verbrande dierenbotten die nog lang niet wit zijn (Foto: schrijfster)

Verbrande dierenbotten die lang genoeg in het vuur hebben gelegen .
Daarnaast een hoopje fijngestampte, witte dierenbotten klaar voor gebruik. (Foto: schrijfster)

Na wit-branden en afkoelen, zijn de botten klaar om fijn te stampen en te malen. Dat kan op bijna dezelfde manier als het fijn maken van graan: je legt de botstukjes op een grote, platte steen en slaat ze kapot met een wat kleinere steen. Door daarna schurende, wrijvende bewegingen te maken met de kleine steen, maal je de stukjes bot tot poeder.

Om van botpoeder pasta te maken, heb je een bindmiddel nodig. De hunebedbouwers hadden verschillende mogelijkheden:

– water

– lijnolie, geperst uit  vlasplanten

– dierenvet, bijvoorbeeld van een schaap, varken of rund

– roomboter

– ei (eiwit, eidooier of het hele ei)

De onderzoekers kwamen erachter dat gesmolten roomboter het beste werkt als bindmiddel.

Eerst wrijf je het botpoeder goed in de ingekraste versieringen. Daarna giet je de gesmolten roomboter over de gebakken pot, beker of schaal. De boter moet vervolgens gedurende enkele uren in het aardewerk trekken.

Tot slot wrijf je de pot mooi schoon en glimmend. Natuurlijk wel uitkijken dat de pasta niet uit de versieringen gepoetst en gewreven wordt!

Er is wel een grote `maar` als we het over roomboter als bindmiddel hebben: we weten niet zeker of de hunebedbouwers hun koeien molken. Misschien hielden ze hun vee alleen voor het vlees, de huiden, pezen en botten.

Zonder melk kun je geen boter maken. En hebben de hunebedbouwers een of meerdere van de andere bindmiddelen gebruikt.


Kralen, gemaakt van klei uit de omgeving van het Hunebedcentrum (Drenthe) en ingekleurd met botpasta van dieren. Bindmiddel: gesmolten roomboter (Eigen werk schrijfster)

Onderstaande link kun je kopiëren in de adresbalk van Google of Explorer. 

Er verschijnt een webpagina met de mogelijkheid een PDF-bestand te openen. Voor het openen heb je een google-account of een facebook-account nodig. Als dat niet lukt of je bent nog niet oud genoeg (13 jaar voor een facebook- en 16 jaar voor een google-account): misschien heeft een van je huisgenoten wel zo`n account en wil hij of zij je helpen ?

Het bestand gaat over een experiment dat in Tsjechië (= een land in Oost-Europa) is uitgevoerd. Het experiment omvat het hele proces van een aardewerk beker kleien tot en met het afbakken en inkleuren van de versieringen.

De bijgaande tekst is in het Engels. Als je dat niet kunt lezen, is dat niet zo erg. Ook de de afbeeldingen `vertellen` wat er gebeurt.

Dit is de link:

https://www.academia.edu/6994125/Dvo%C5%99%C3%A1k_P._-_Hlo%C5%BEek_M._-_R%C5%AF%C5%BE%C3%AD%C4%8Dkov%C3%A1_P._-_Jen%C3%A1%C4%8Dkov%C3%A1_K._Moravian_Bell_Beakers._A_production_experiment._Beaker_Days_2006_-_Italy._Lecture_

Wanneer je een bezoek aan het (vernieuwde !) Hunebedcentrum brengt, moet je het prehistorische aardewerk maar eens goed bekijken. Waarschijnlijk ontdek je wel een pot, schaal of beker die voorzien is van witte (bot)pasta.


Gebroken potje met duidelijke, ingekleurde versieringen  (Foto:
Hunebedcentrum, Borger)

Bronnen:

Bone in Funnel Beaker pottery. Bone based incrusted pottery decoration from

  the Dutch Funnel Beaker West Group; Verschoor, Carina; 2011-08-31.

– Prehistoric Pottery in the North East; Tyne & Wear Museums, United

  Kingdom.

– The moon, the bonfire and the beaker ? Analysing white inlay from

  beaker pottery in Aberdeenshire; The newsletter of the Prehistoric Society,

  London; number 65 July 2010.

– The Project Gutenberg Ebook `The lake Dwellings of Europe`; Robert

   Munroe; 17 maart 2015.

–  Moravian Bell Beakers. A production experiment. Beakers Days 2006, Italy

   (Lecture); Dvořák, P. – Hložek, M. – Růžíčková, P. – Jenáčková, K.

–  Farben, Die vielfältige Verwendung von Pigmenten an Hand ausgewählter

   Fallbeispiele europäischer Steinzeitkulturen; Maria A.J. Linke, Wien 2013

– Website `Geheugen van Nederland`, thema `Urnen`.

https://www.geheugenvannederland.nl/nl

– Wikipedia

– Wikimedia Commons

Yvonne Ording, 2018

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.