De reuzen Ellert en Brammert

0
1027
In de 17e eeuw dachten mensen dat de hunebedden door reuzen waren gemaakt.

Ellert en Brammert zijn twee reuzen die op de Drentse heide wonen, in de buurt van het dorpje Ellertshaar. Ellert is de vader en Brammert de zoon.
De twee reuzen wonen in een hol onder de grond vlak in de buurt van een belangrijke, doorgaande weg.
Op die weg beroven ze iedereen die langs komt: boeren, handelaren, reizigers en gewone mensen op weg naar de markt of naar huis. Ze gebruiken draden die ze over de weg spannen. Aan die draden hangen
belletjes. Als een voorbijganger een draad raakt, gaan er in het rovershol belletjes rinkelen en weten de twee boeven dat er iemand langs komt. Ze komen dan razendsnel tevoorschijn en pakken de
voorbijganger alles af.
Ook leggen ze grote stenen op de paden. Als er boeren met hun wagens naar de markt gaan, loopt de voorste wagen vast op de stenen. Alle andere boeren moeten dan helpen om de stenen weg te halen.
Terwijl ze daarmee bezig zijn, roven Ellert en Brammert de achterste wagens leeg.
De twee boeven zijn de schrik van de omgeving. Griezelige verhalen gaan er rond en maken de bewoners van dorpen en gehuchten bang, doodsbang ! Iedereen weet het: ga niet te ver van huis en ga nooit in het donker over de hei!

Op een dag steekt een meisje uit Ellertshaar de heide over, en jawel ook zij wordt gepakt. Ellert en Brammert hoorden de belletjes rinkelen en wisten dus dat er weer iemand aankwam.

Ze nemen het meisje mee naar hun hol en houden haar daar jaren gevangen. Ze dwingen haar het huishouden te doen. Om ervoor te zorgen dat ze niet kan ontsnappen, blijft altijd een van de reuzen bij
haar.
Op een dag vraagt vader Ellert aan het meisje of ze hem wil scheren terwijl Brammert op rooftocht gaat.
Het meisje grijpt haar kans en doodt de reus met zijn eigen scheermes. Daarna gaat ze er als haas vandoor, terug naar huis.

Ze is nog maar net ontsnapt of Brammert komt haar achterna, mét zijn bijl. Ze rent, struikelt en rent weer verder. Als ze bijna bij haar huis is, hoort ze het zware stampen van de reuzenlaarzen heel dicht achter
zich. Net als ze de grote schuurdeur opengooit en naar binnen springt, gooit Brammert zijn bijl naar haar toe. De schuurdeur slaat dicht en de bijl boort zich met dreun in de schuurdeur. Het meisje is veilig binnen.

De volgende dag is het reuzenhol leeg en onbewoond, Brammert is weg. In de schuurdeur van de ouders van het meisje, vindt men een een bijl. Ze heeft geluk gehad….

Sinds die tijd heet het grote heideveld waar de twee reuzen woonden het Ellertsveld.

Vertaling Henk Pras (Veenkoloniaal Drents) – Origineel verhaal Gijs Klompmaker

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.