In de 17e eeuw dachten mensen dat de hunebedden door reuzen waren gemaakt.

Marieke wilde even alleen zijn. Ze had een beetje ruzie gemaakt met haar ouders. Huilend liep ze richting de heide. Een grote man greep haar ineens. Voor ze het wist was ze in een hut. Dit moesten Ellert en Brammert zijn. Papa had daar wel eens over verteld. Twee reuzen van rovers, die op de heide woonden. Mannen die alles afpakten van iedereen. En nu zat ze in hun hut. Ze was bang en trilde ervan.

Ellert was de oudste. Hij had lang blond haar en Brammert had lang bruin haar. Bij Brammert hing er een snottebel uit zijn neus. Ellert liet een harde boer, de hut schudde heen en weer. Marieke wilde niet bang zijn en hield zich groot.
“Waar zijn jullie vrouwen?”, vroeg ze brutaal.
De boomlange rovers keken elkaar verbaasd aan.
“Het is hier één grote troep, dus ik denk niet dat jullie een vrouw hebben. Bleh, wat is het smerig hier”, zei Marieke en ze trok een vies gezicht.
De grote mannen hadden hier niet van terug.


“Je kunt niet zomaar een vrouw optillen en meenemen. Zo werkt dat niet, snappen jullie dat niet?”
Ellert keek naar Brammert, die zijn schouders ophaalde.
“Een meisje moet je versieren, daar moet je lief tegen doen. Die moet je aanbidden”, sprak Marieke recht uit.
Brammert mompelde wat in zichzelf: “Aanbidden?!? Aanbidden?!?”
De rovers waren gewend te pakken wat ze wilden. Goud, Zilver. Kleren. Waarom dan geen meisjes?
Ellert vroeg het aan Marieke: “Waarom mogen we geen meisjes pakken?”


“Ongelofelijk!, riep Marieke; “dat is toch niet te geloven? Jullie moeten nog veel leren. Begin eerst maar eens met opruimen. Het is hier een zwijnestal!”
De reuzen snapten er niets van en pakten verbaasd stapels kleren op. Ze ruimden de vieze borden op tafel af. Ze stoften de hut af. Net zo lang tot ze alles blinkend schoon hadden.
Zou Marieke kunnen ontsnappen?


Ellert en Brammert, de reuzen, keken steeds naar Marieke: “Zo goed? zo schoon genoeg?”, vroeg Ellert vertwijfeld.
Marieke vond het grappig dat deze reuzen poeslief deden. Maar hoe kon ze ontsnappen?
“We hebben water nodig uit de beek, een flinke emmer”, zei ze opgewekt. “Daar heb ik twee sterke mannen voor nodig.”
De beide reuzen staken tegelijk de vinger in de lucht. “Ik”, riep Ellert. “En ik ook”, zei Brammert er haastig achteraan.
Het plan van Marieke werkte. De beide reuzen gingen water halen. Toen ze uit het zicht waren, huppelde Marieke snel naar huis.
Papa deed bezorgd de boerderijdeur open. En Marieke vertelde van Ellert en Brammert. Papa was zo bezorgd geweest en blij dat Marieke weer terug was.


Ellert en Brammert huilden voor dagen lang. Zo hard dat het wekenlang achterelkaar regende. Terwijl Marieke lekker warm binnen zat, met een kop warme chocolademelk.


Vorig artikelWitte Wieven (groep 3 en 4)
Volgend artikelProducten ArcheologieCatalogus

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.