De Koreaanse dolmen zijn van een geheel ander type dan de Europese. Wat vooral indrukwekkend is is de enorme hoeveelheid. Er wordt geschat dat er maar liefst 35.000 op het schiereiland liggen. De grootste concentratie ligt aan de westkust van Zuid-Korea.

Drie gebieden met grote concentraties (meer dan 1000 stuks) staan op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Dat zijn Gochang, Hwasum en Ganghwa.

Er is nooit veel onderzoek gedaan naar de monumenten in Korea. Pas sinds 1945 is er enige interesse. Het belangrijkste onderzoek is pas opgestart in 1981 door de curator van het Nationaal Museum in Korea, de heer Gon’gil Ji. Hij heeft de dolmen in twee groepen ingedeeld: noordelijke en zuidelijke dolmen. De grens ligt bij de Bukhan rivier. De noordelijke types staan boven de grond met een vierkante kamer met een deksteen erboven op (het tafeltype). De zuidelijke types zijn in de grond gebouwd als een steenkist met een deksteen als deksel. Aangenomen wordt dat de zuidelijke types een relatie met begraven te maken heeft, van de noordelijke types kennen ze de betekenis nog niet.

Vanwege de vele types is het moeilijk om een chronologische volgorde in de tijd vast te stellen. Algemeen geaccepteerd is dat de bouw is begonnen in de late steentijd, het moment dat landbouw opkwam in dit gebied. De meeste zijn gebouwd in de bronstijd. Er zijn dolmen gevonden die waarschijnlijk een relatie hebben met astronomische betekenis. Deze zijn gebouwd rond 3000 v.Chr. Er is al met al nog weinig bekend over de dolmen van Korea.


Meer informatie is te vinden in onderstaand filmpje.
