Ruim 100 soorten behoren tot het geslacht ganzenvoet (Chenopodium) en de naam is te verklaren doordat de meeste soorten bladeren hebben die lijken op de voet van een gans. De naam Chenopodium wijst hier ook op het woord podion dat voet betekent en chenos wat gans betekent. In Nederland kennen we de volgende soorten: Aardbeispinazie (Chenopodium capitatum), Beursjesganzenvoet (Chenopodium chenopodioides), Brave hendrik (Chenopodium bonus-henricus), Esdoornganzenvoet (Chenopodium hybridum), Korrelganzenvoet (Chenopodium polyspermum), Melganzenvoet (Chenopodium album), Muurganzenvoet (Chenopodium murale), Rode aardbeispinazie (Chenopodium foliosum), Rode ganzenvoet (Chenopodium rubrum), Stinkende ganzenvoet (Chenopodium vulvaria), Stippelganzenvoet (Chenopodium ficifolium) en Zeegroene ganzenvoet (Chenopodium glaucum). We bespreken in dit artikel de soorten waar de mens gebruik van heeft gemaakt of nu maakt. Het stuifmeel van de plant wekt bij sommige mensen allergieën op. Veel ganzevoet worden gebruikt als bladgroente.

Quinoa (Chenopodium quinoa)
Gierstmelde of quinoa is een eenjarige plant die inmiddels te vinden is in Nederland, maar oorspronkelijk komt de plant in Zuid-Amerika voor. De melde met groene pluimvormige bloemen kan 300 cm hoog worden en de stengel kan groen, purper en rood van kleur zijn. Het rode, witte of zwarte zaad is 2 mm groot. In Zuid-Amerika wordt het gewas al ruim 6.000 jaar verbouwd. Zowel amarant als quinoa werden door de Inca’s verbouwd – dit gewas groeit wel op een hoogte van 4.000 meter (Andesgebergte) – op droge, voedselarme en koude gronden. Het gewas (de cultivar) is al duizenden jaren een belangrijk gewas dat als voedsel wordt gebruikt.
Quinoa wordt verbouwd in Bolivia, Ecuador en Peru, maar inmiddels zijn er rassen die ook in Europa worden verbouwd. Het zaaien gebeurt in het begin van april en de oogst kan vanaf de tweede helft van de maand september plaatsvinden. De zwarte quinoa is een kruising tussen quinoa en melganzenvoet. De zaden zijn bedekt met een laagje saponine en deze wordt vaak verwijderd om een bittere smaak.
Quinoa is een bekende vervanger voor graan, couscous en rijst en wordt op dezelfde manier bereid (stomen of koken). De zaden kunnen worden gemalen tot meel en van deze meel is brood of pap door fermentatie te maken. Quinoa wordt gebruikt als basis voor glutenvrije producten, omdat het gewas geen gluten bevat. Uit de zaden is olie te persen. Een stof uit de quinoa wordt gebruikt in shampoo en conditioner. In levensmiddelen wordt quinoazaad op vele manieren gebuikt. Van quinoa wordt een alcoholische drank gemaakt en de bladeren van coca, om te kauwen, wordt gemengd met de as van de stengels. Recent is de quinoa vaak op het menu te vinden, maar niet alleen in vegetarische eethuizen. De bloem verbeterd de verteerbaarheid van zetmeelrijk voedsel. De prijs is gestegen door de toename van consumptie, maar door de uitbreiding van gebieden waar het gewas verbouwd wordt is de prijs inmiddels onder het niveau van voor de stijging.
Quinoa heeft alle essentiële aminozuren, is rijk aan vitamines B2 en E, ijzer, koper en magnesium en lijkt qua eiwitten op melk. QUinoa bevat 60 procent koolhydraten, 15 procent eiwit, 12 procent water, 6 procent vet en 3 procent vezel.

Aardbeispinazie
Aardbeispinazie wordt ook wel aardbei-melde genoemd. Kenmerkend voor de aardbeispinazie zijn de rode schijnvruchten die lijken op aardbeien. De vruchten zijn eigenlijk rode bloembekleedsels. De lichtgroene bladeren zijn bochtig ingesneden met tanden. Van oorsprong hoort deze plant in het Mediterrane gebied en Azië en komt niet voor in het wild. Van maart tot juli is het gewas te zaaien op een diepte van 2-3 cm.
In Nederland is de groente verbouwd, maar de spinazie heeft de plant verdrongen doordat deze makkelijker met machines te oogsten is. De bladeren kunnen net als spinazie worden bereid, zowel rauw als gekookt. De smaak van de bladeren lijkt op hazelnoot en de vruchten smaken naar bietjes en zijn ook eetbaar. Door de oxalaat in de zaden kan veel consumptie bijdragen aan het ontstaan van nierstenen. Bij het maken van jam, gelei, of siroop moeten de zaden worden gezift. Inmiddels is de plant weer bekend om zijn decoratieve waarde.

Brave hendrik
Deze vaste plant staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer sterk in aantal afgenomen en zeer zeldzaam. Sinds 2017 is de plant beschermd door de Wet Natuurbescherming. In Nederland is de plant te vinden in Overijssel, Gelderland, Zuid-Holland en Limburg. De plant groeit op bewerkte, vochtige en zeer stikstofrijke grond – denk aan de omgeving van boerderijen, mesthopen en plaatsen met urine. De plant wordt maximaal 60 cm hoog en bloeit van mei tot augustus.
Deze groente kent een lange geschiedenis van gebruik, maar inmiddels niet heel bekend doordat de geplukte bladeren maar 24 uur bewaard kunnen blijven. De stengels zijn te bereiden als asperges en de bladeren als spinazie. De zaden zijn vandaag de dag te koop. De zaden van het gewas worden in Duitsland gebruikt om kippen vet te mesten (in Duitsland staan de zaden bekend als Fette Henne) en de wortels worden gebruikt bij schapen met hoest. De plant wordt geneeskrachtig gebruikt.

Melganzevoet
De melganzevoet kennen we ook als melde of witte ganzevoet en is eenjarig. De plant komt van oorsprong in Europa voor en komt in Nederland algemeen voor. De soort wordt maximaal 150 cm hoog. De vaak roodachtige stengel met groeven verhout in de loop van het jaar. De kleur van de bladeren is heldergroen, maar de onderkant is wit van kleur. De vorm van de bladeren is verschillend – getand, langwerpig, eivormig en ruitvormig. Van juli tot oktober bloeit de melganzevoet met groenachtige, onopvallende trossen schijnaren. De vrucht is een nootje. De glanzende zaden zijn bruin of zwart. Een plant kan 900.000 zaden produceren die wel 5 jaar kiemkrachtig zijn. Deze ganzevoet is te vindne op vochtige en stikstofrijke grond, denk aan bermen, akkerland, moestuinen en drooggevallen plaatsen. De melganzevot is een pioniersplant.
De melganzevoet wordt als een onkruid gezien, maar is eetbaar. De bladeren en de zaden zijn eetbaar en hebben een hoge voedselwaarde (caroteen, calcium, fosfor, kalium, ijzer en eiwitten. De plant smaakt naar spinazie. Door de hoge concentratie van oxaalzuur in de bladeren eet melganzevoet niet in grote hoeveelheden. De zaden kunnen worden gemalen tot meel en hiervan kan brood worden gebakken.
Bijzonder is dat archeologen bewijzen hebben dat het zaad al werd gegeten in de prehistorie. Bij de man van Tollund zijn in de maag zaden gevonden van deze plant en hij leefde rond 350 v.Chr. In de tijd van Napoleon at het leger brood waaraan gemalen zaden werden toegevoegd. Vandaag de dag wordt het blad van de melganzevoet gegeten in de Himalaya. De melganzevoet wordt als toetsplant gebruikt om virussen te herkennen bij gewassen, maar ook als eetbare plant voor ongedierte zodat het gewas met rust wordt gelaten. Vogels eten de zaden graag.

Chenopodiumolie?
De niet-inheemse Welriekende ganzenhoed behoort tot een ander geslacht en wordt hier verder niet besproken. Deze ganzenvoet levert chenopodiumolie op wat wordt gebruikt als middel tegen wormen. Van deze soort wordt ook een soort thee getrokken wat ook helpt tegen wormen.

Bronnen
https://nl.wikipedia.org/wiki/Ganzenvoet
https://nl.wikipedia.org/wiki/Aardbeispinazie_(soort)