DE GEMEENTE BORGER ALS EEN GEBIED VAN OUDHEDEN.

0
753

Onderstaand artikel verscheen in het Nieuwsblad van het Noorden, 05-10-1927

Het zoogenaamd Groote Hunebed te Borger, is het langste en hoogste van wat men van deze overblüfselen uit den praehistorischen tüd In Drenthe vindt, en het wordt jaarlüks door honderden Nederlanders èn vreemdelingen uit het buitenland oezocht. Het getuigt wel het meest van de veirbazende kracht welke er voor den hunébeddenbouw noodig was. Dan vinden wü op eene andere Honds- Tughoogte, van de eerste gescheiden door een groenlandsdal met een stroompje, op een kwartier gaans van het laatstgenoemde groote hunebed, In het Buiner heideveld nog twee hunebedden aan den kunstweg Borger—Buinen. Van een dezer had in September eene ontgraving plaats. Bü de ontgraving wordt alles, wat onder en om een hunebed in den grond ligt, bloot gemaakt en blijft alles in zün stand onaangeroerd. Na de bezichtiging door ieder die er belang in stelt, wordt het gat weer gedempt, en alles blyft zooals het daar ligt. Zoeken wij nu een nog aanwezig hunebed in deze gemeente, dan vinden wij dat in het Bronnegerveld op een kwartier afstand, westelük van den kunstweg Borger—Drouwen—Gaseelte. Het is omgeven door eene omheining van recht opstaande steenen, half boven, half onder den beganen grond. Binnen dien ring is een hunebed in grootte naast dat van Borger, hetwelk, wegens den afstand van den openbaren weg, zelden bezocht wordt. Denken wü nu eens na over al de ons bekend geworden plekken in en om Borger, en op de Buiner korenesch, waar urnen in den grond werden gevonden, dan wordt het wel duidelük, dat hier een der vroegst bewoonde plekken van Drenthe ligt.

Men meldt ons uit Borger:

De ontgravingen van een grafveld bij Drouwen en van één der hunebedden in het veld tusschen Borger en Buinen, welke gr 28 September j.l. door een groot aantal Nederlandsche en buitenlandsche anthropologen werden bezocht, vestigen de aandacht op het gebied der oudheidkunde in zijn geheel in deze gemeente. Hierbij is het vooral merkwaardig, dat in de gemeente Gasselte, noordelijk van hier en aan deze gemeente grenzende, geen enkel hunebed ligt en er, voor zoover thans bekend, nimmer eenig spoor der oudheid als in de gemeente Borger werd gevonden. Verder noordelijk in Drenthe ligt Eext, met weer een merkwaardig gebied in dit opzicht als vooral bij de in dit jaar plaats gehad hebbende ontgravingen, onder leiding van dr. van Giffen is gebleken. De afstand van Borger tot Eext is bij de twee uur gaans. Zien wij nu op de oudheden in de gemeente Emmen, dan blijkt ons, dat er drie merkwaardige complexen in Oostelijk Drenthe zijn, waarop zich de eerste bewoners van deze streken het eerst hebben gevestigd. Gaan wij nu eens de ligging der hunebedden en wat verder over de oudheidkunde in de gemeente Borger bekend is, even na, dan blijkt ons, dat wij hier een gebied hebben van een half uur gaans in Noord-Zuidelijke en van ruim 3/4 uur gaans in Oost-Westelijke richting. Elk dezer punten afzonderlijk en beknopt besprekende, komen , wij tot de volgende verklaringen:

Van de 2 hunebedden te Drouwen werd in een der jaren 1900 tot 1910 een onder leiding en toezicht van dr. Holwerda, ontgraven. Er werden daarin tal van voorwerpen uit het steentijdperk gevonden en naar het Museum van oudheden te Assen en naar het Rijksmuseum te Leiden overgebracht. Het ontgraven hunebed gaf een trap van keisteenen aan de zuidzijde en een vasten, met keisteenen geplaveiden bodem te aanschouwen.

Dan volgt ter oostzijde van den kunstweg Borger—Drouwen—Gasselte het nu pas ontgraven grafveld aan den Westelijken rand van de korenesch te Drouwen. Blijkens eene telling op de 29 September j.l. vonden wij hier elf op last van dr. van Giffen uitgegraven en 16 niet ontgraven graven. De ontginning had plaats om het andere graf Van de laatste zien wij de langwerpig vierkante oppervlakten in eenigszins zwarte aarde, met vaste randen van geel zand, als zijdescheidingen tusschen elk der afzonderlijke graven. Wat er zoo al In de ontgravene gevonden werd, is reeds gemeld. De afstand van af de beide voornoemde hunebedden tot het grafveld is pl.m. 250 M.

Nu vinden wij oostwaarts van dit grafveld op pl.m. 300 M. afstand twee hunebedden aan den zoogenaamden Hoogenweg in de korenesch te Drouwen, kenbaar aan den groei van een beukenboschje, welks stam door een spleet van een gescheurden deksteen van het eene hunebed  is opgegroeid. Nog 50 M. verder oostwaarts vinden wij er in de heide drie, zamen vijf hunebedden in één complex.

Trekken wij van hier eene lijn naar het groote hunebed bij Borger, hetwelk is een afstand van ongeveer 300 M., dan lag in deze lijn tot 1885 een heuveltje, hetwelk toen door den predikant A.F. Eilerts de Haan te Borger werd beschouwd als een merkwaardige tumuli, zoodat hij eenige opgravingen liet verrichten, die zijn vermoeden zoodanig bevestigden, dat hij in overleg met twee leden van het bestuur van het rijksarchief in Drenthe, verder liet werken. Hierbij kwam in de eerste plaats een ring van keisteenen als eene omheining aan het licht, als men bij meer, doch niet bij alle hunebedden van Drenthe vindt. Ook de grafkelder bij Emmen in de Sohimmeresch heeft zoo’n omheining. Ook deze ring werd door het heuveltje bedekt en een paar blootgestoven toppen er van wekten bij den heer de Haan het vermoeden, dat er iets voor de oudheidkunde verborgen lag. Waar nu verwacht werd, dat men ongeveer onder den heuveltop en binnen den ring van 6 a 7 M. middellijn in de breedte en 10 à 12 M. in de lengte een verborgen hunebed zou vinden, daar werd een achttal kleine hunebedjes ontdekt van ¾  tot 1 M. lengte en een halve M. hoogte. Deze hunebedjes, waarvan een paar met platte keisteenen gedekt en andere met ongeveer halfronde steenen, waarvan de vlakke kant naar beneden, lagen in twee rijen op afstanden van een paar Meter. Daar wij zelf deze ontgraving hebben bijgewoond, herinneren wij ons er van, dat de inhoud bestond uit zand met sporen van verbrande beenderen en een leemachtig overblijfsel van urnen. Deze hunebedjes lagen een halven Meter boven den beganen grond. De eigenaar van dien grond heeft in den tijd, waarin de keisteenenuitvoer van hier van zooveel beteekenis was, al de keien weggenomen en het heuveltje werd later bij de heide-ontginning geslecht.

Het zoogenaamd Groote Hunebed te Borger, is het langste en hoogste van wat men van deze overblijfselen uit den praehistorischen tijd In Drenthe vindt, en het wordt jaarlijks door honderden Nederlanders en vreemdelingen uit het buitenland bezocht. Het getuigt wel het meest van de verbazende kracht welke er voor den hunebeddenbouw noodig was. Dan vinden wij op eene andere Hondsrughoogte, van de eerste gescheiden door een groenlandsdal met een stroompje, op een kwartier gaans van het laatstgenoemde groote hunebed, In het Buiner heideveld nog twee hunebedden aan den kunstweg Borger—Buinen. Van een dezer had in September eene ontgraving plaats. Bij de ontgraving wordt alles, wat onder en om een hunebed in den grond ligt, bloot gemaakt en blijft alles in zijn stand onaangeroerd. Na de bezichtiging door ieder die er belang in stelt, wordt het gat weer gedempt, en alles blijft zooals het daar ligt. Zoeken wij nu een nog aanwezig hunebed in deze gemeente, dan vinden wij dat in het Bronnegerveld op een kwartier afstand, westelijk van den kunstweg Borger—Drouwen—Gasselte. Het is omgeven door eene omheining van recht opstaande steenen, half boven, half onder den beganen grond. Binnen dien ring is een hunebed in grootte naast dat van Borger, hetwelk, wegens den afstand van den openbaren weg, zelden bezocht wordt. Denken wij nu eens na over al de ons bekend geworden plekken in en om Borger, en op de Buiner korenesch, waar urnen in den grond werden gevonden, dan wordt het wel duidelijk, dat hier een der vroegst bewoonde plekken van Drenthe ligt.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.