Hoe ik mijn eigen hunebed bouwde

0
1063

Afgelopen weken verscheen het bericht in veel kranten dat het hunebed in onze tuin af is. Op zulke momenten blijkt dat de pers niet altijd even zorgvuldig is. Sommige kranten beweerden bijvoorbeeld dat het het eerste hunebed is dat helemaal is zoals het vroeger bedoeld was. Dat is natuurlijk niet het geval. Er zijn tal van hunebedden in Europa die gerenoveerd zijn. Maar mijn hunebed is denk ik wel het eerste in de wereld dat helemaal af is én dat door één persoon gebouwd is. Genoeg om trots op te zijn.

Het idee om zelf een hunebed te bouwen is ontstaan toen ik voor de serie Mythische Stenen voor de zoveelste keer niet bij een hunebed kon, omdat die in iemand tuin stond. Bovendien was ik mij gaan afvragen hoe moeilijk het nu eigenlijk is om een hunebed te bouwen. Wat komt er allemaal bij kijken? Het viel op dat je heel eenvoudige hunebedden hebt met twee draagstenen, een eindsteen en een deksteen, maar ook hele grote zoals Newgrange in Ierland. Het bouwen van zo’n kleine dolmen kon toch niet zo moeilijk zijn. Ik vond het daarom tijd worden om na twaalf delen in de reisgidsenserie, het nu maar eens zelf te proberen.

Onze tuin ligt op de harde zandgrond van – de naam zegt het al – ’t Harde. Twee jaar geleden kregen we vergunning om een honderdtal lariksen te kappen, die uitgegroeid waren. Net als de hunebedbouwers kon het ontginnen van de grond beginnen. Het kappen met zo’n stenen bijltje nam teveel tijd in beslag. De houthakkers met hun motorzagen, zaagden de bomen in twee dagen tijd om.

Na de kap bleek dat er een prachtige eik achter in de tuin stond. Dat was de ideale plek voor mijn hunebed. De gang kon niet op het zuiden gericht worden, maar wel op de zonsondergang in het noordwesten. Ik haalde de dunne humuslaag weg en liet via een keienverkoper in Lunteren 24 zwerfkeien overkomen uit Denemarken. Schip en vrachtwagen speelden even voor gletsjerijs.

Even heb ik nog geprobeerd stenen voort te trekken over boomstammen, maar dat mislukte jammerlijk. De boomstammen lagen of te dicht op elkaar of juist te ver uit elkaar. Daar had ik hulp bij nodig en die had ik niet. Coronatijd en dus niet teveel mensen in je tuin. De shovel verving een man of tien, vijftien. Het rechtop zetten, bleek lastiger dan gedacht. Ook nadat ik een kuiltje had gegraven waar de draagsteen in kwam te staan, kantelde de steen vaak te ver door. Dan kon ik opnieuw beginnen. Op een tekening zag ik dat men vroeger mogelijk begon met zand en boomstammen in de kamer waar de stenen tegenaan gekanteld werden. Ik zette daarom bigbags in de kamer en duwde daar de stenen tegenaan. Dat ging perfect.

Ik had 24 stenen en daar moet je dan je hunebed van vormen. Het hunebed vormt zich niet alleen naar het idee dat je van tevoren hebt bedacht, maar ook naar het materiaal dat je hebt. Stenen groter dan 2 ton zijn moeilijk met een shovel te vervoeren en dus was het schipperen met de dekstenen die niet langer dan 1,60 meter waren. Daar bouw je geen hele grote kamer mee. Het corbelled dak of tholosdak dat ze in Ierland en Frankrijk bouwden, was een uitkomst. Daarmee kon ik stahoogte in de centrale kamer creëren.

De shovel moest na een week weer weg. Ik bouwde daarom het skelet van zwerfstenen in een paar dagen. Dat is ook wat ons het meest intrigeert. Hoe kregen ze die zware stenen van 10 ton op hun plaats? Daar waren tientallen mensen voor nodig. Je zou kunnen zeggen: ‘Hoe groter het hunebed, hoe groter de gemeenschap moest zijn, die dat grote bouwwerk kon maken.’ Maar wat ik ook besefte was, dat je alleen in de beginfase zoveel mensen nodig hebt. Je kunt er een prachtig ritueel van maken. Een ritueel ter ere van de voorouders. Iedereen in de familie wil dan wel meehelpen. Maar zodra de stenen eenmaal staan, kun je het wel weer alleen af.

De stopstenen, de randstenen, de zandheuvel, het tholosdak, het dichtsmeren met schelpkalk en zand, dat kon ik allemaal alleen. Elke dag een uurtje werk en na een aantal maanden was het af.

Het resultaat is wat ik hoopte. Er staat nu een indrukwekkend monument achter in onze tuin. Vanuit onze woning – vroeger was dat vanuit een nederzetting – kijken we uit op de ingang, ongeveer 100 meter verderop. Op de bodem liggen schelpen die de kamer relatief droog houden en het zonlicht weerkaatsen tot in de kamer. Bij zo’n lichte ondergrond is de kamer verrassend goed verlicht als de zon schijnt, ook in de winter. Geen zaklamp nodig, terwijl de gang toch drie meter lang is. De stenen staan niet zo perfect gearrangeerd als je in sommige gerenoveerde hunebedden ziet en ook het gestapelde dak is niet perfect rond, maar kom op, het was mijn eerste hunebed. Van buitenaf zie je een ingang, een façade, de randstenen en een mooie drie meter hoge aarden heuvel. Daar ga ik in het voorjaar nog wilde bloemen in zaaien.

Ik ben een vrij nuchter mens, maar als ik ’s morgens uit het raam kijk naar mijn hunebed en de zon valt door de laaghangende mist, gaat er een rilling over mij heen. Wat een krachtige uitstraling heeft zo’n hunebed. Dat het bij de hunebedbouwers allerlei religieuze gevoelens opriep, verbaast me niets.

Hoe de bouw verliep kun je zien op mijn kanaal op Youtube: https://www.youtube.com/playlist?list=PLyPQ49yozZNEVg_9MzqeE9uFvAGxS5-FZ

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.