Het gebied in Frankrijk van de Loire tussen Anger en Saumur, ten zuiden van de Loire is na Bretagne bekend om zijn vele megalithische monumenten. De bekende ‘Dolmen de Bagneux’ bijvoorbeeld ligt daar, in een zuidelijke wijk van Saumur. Deze wordt als grootste dolmen in Frankrijk beschouwd (zie eerdere artikelen daarover in het Hunebednieuwscafé). Verspreid door dat gebied liggen er tientallen, wel wat kleiner van formaat.
Op onderstaande kaart staan de verschillende dolmen en menhirs, en enkele zover als bekend nu verdwenen exemplaren ten Westen van Saumur. Ik was in de gelegenheid een aantal te bekijken.
Alle megalithische monumenten in Frankrijk zijn geïnventariseerd en beschreven in een aantal uitgebreide studies gepubliceerd vanaf 1963 tot heden(?), ‘Inventaire des mégalithes de la France’. Daarin worden ze ook genummerd, zoals in Nederland door van Giffen en Duitsland door Sprockhoff. Het gaat niet alleen om dolmen/graven maar ook de steenrijen, steencirkels en staande stenen, als het prehistorische karakter zeker is.
Ik hou die nummering aan, maar je vindt hem niet altijd terug in de diverse publicaties. Dan wordt toch meestal alleen met de populaire naam volstaan die echter niet altijd eenduidig is. Een complicatie bij de IMF is wel dat elke studie steeds één of enkele departementen beslaat, en per deelpublicatie van de inventarisatie is dan steeds weer de telling opnieuw met ‘1’ begonnen. Een monumentnummer is dan opgebouwd uit het nummer van de IMF studie en een volgnummer, waarbij op alfabetische volgorde per gemeente is gewerkt. Een verwijzing ziet er dus als volgt uit: ‘IMF-05-034’. Overigens wordt in veel publicaties en studies die nummering maar weinig gehanteerd. Deze inventarisaties geven veel details en zijn deels op internet beschikbaar, zie bij ‘literatuur’.

Hieronder het overzicht bij de kaart
099, 182, 183, 209 en 271 zijn bezocht en hierna verder beschreven.
nummers als in IMF02, kaart en posities uit megalithic.co.uk (tussen () alternatieve namen) NB bij zoeken op Google Maps longitude coördinaat van een ‘-‘ voorzien, want ten Westen van de 0-meridiaan! | ||
008 Menhir La Pierre Fiche de Chacé (la Pierre Fixe), Lat 47.211400N Long 0.0855W | 208 Crypte mégalithique du Bois Brard (Bois Briand), Lat 47.26051N Long 0.10200W | |
014 Petit Dolmen de Bagneux (ganggraf, geen angevin), Lat 47.245500N Long 0.0986W | 209 Dolmen du Bois du Feu, Lat 47.266756N Long 0.124318W | |
015 Le Grand Dolmen de Bagneux (Le Grand Dolmen, la Grande Pierre Couverte), Lat 47.243047N Long 0.09464W | ? 210a (onzekere aanduiding in IMF) (restant) Dolmen Pierre Courte 1 – Tour de Menives 1, (Rue Des Morts Dolmen 1), Lat 47.277300N Long 0.12491W | |
016 Menhir La Pierre Fiche de Bagneux (la Pierre Longue) Lat 47.241100N Long: 0.0942W | ||
? 210b (onzekere aanduiding in IMF) (restant) Dolmen Pierre Courte 2 – Tour de Menives 2, (Rue Des Morts Dolmen 2), Lat 47.277490N Long 0.12575W | ||
017 (verdwenen) Dolmen de Chemin de Bournant, Lat 47.244700N Long 0.1022W | ||
092 Crypte megalithique sous Dalle du Champ de Courses, Lat 47.266756N Long 0.124318W | 230 Dolmen des Caves de la Mort, Lat 47.238937N Long 0.075033W | |
097 Dolmen de la Butte à Matto, Lat 47.244128N Long 0.127471W | 231 (restant) Dolmen du Chemin Vert, (Dolmen de Nantilly), Lat 47.251100N Long 0.0739W | |
099 Dolmen La Vacherie (Dolmen la Pierre Couverte de la Vacherie), Lat 47.216800N Long 0.1072W | 271 La Pierre Couverte de Mousseau (Les Ulmes Dolmen), Lat 47.221600N Long 0.1715W | |
181 Menhirs Les Pierres Longues (de Rou), Lat 47.241400N Long 0.1456W | zonder IMF nummer | |
182 Pierre Couverte de la Rigaudiere, Lat 47.238300N Long 0.1625W | V01 (verdwenen) Crypte sous Dalle du Bois Brard, Lat 47.256638N Long 0.099995W | |
183 Dolmen la Pierre Couverte du Clos Badier, Lat 47.239400N Long 0.1589W | V02 ( verdwenen) Dolmen du Bois de la Chenaise, (Dolmen Les Clerins Dolmen, Chênaie), Lat 47.233500N Long 0.1279W | |
184 Dolmen la Pierre Couverte du Clos-Moreau, Lat 47.240300N Lon 0.1503W | ||
185 (verdwenen) Dolmen Pierre Couverte de Rou, Lat 47.235000N Long 0.157W | V03 (verdwenen) Dolmen La Pierre Couverte Chacé, Lat 47.221000N Long 0.071W | |
V04 (verdwenen) Cromlech/steencirkel La Pierre St Julien (in IMF genoemd na 185), Lat 47.258000N Long 0.115W |
De meeste dolmen in deze regio, West-centraal Frankrijk, worden gecategoriseerd als type ‘angevin’ (naar ‘Anjou’ het vroegere hertogdom en latere provincie dat hier lag; nu globaal het departement Maine-et-Loire). Er is een grote concentratie van in het gebied tussen Saumur en Nantes ten Zuiden van de Loire. Maar ze zijn in een veel ruimer gebied aan te treffen. De stenen zijn van lokaal materiaal maar soms toch van km’s ver aangevoerd. Overigens zijn veel van de dolmen in zo’n slechte staat dat een goede karakterisering niet altijd goed mogelijk is [Gruet 1956].
De bouw van deze ‘angevin-type’ dolmen wordt gedateerd aan het eind van het vroeg-neolithicum, het eind van het 5de millennium vC tot in de eerste helft van het volgende millennium (~4300 – 3500 vC), vroeg in de ontwikkeling van de megalithische bouwtraditie [Laporte 2019]. Dat sluit aan bij het groeiende inzicht dat het bouwen van de megalithische graven zijn oorsprong vindt in Noordwest en midden-west Frankrijk en door zeevaarders langs de Atlantische kust is verspreid geraakt [Schulz Paulsson 2019].
Veel van de dolmen blijken wel vaak ook na die periode in gebruik gebleven, tot in het laat-neolithicum en verder.
Angevin type dolmen zijn tamelijk rechthoekige constructies opgebouwd uit plaatvormige megalieten. Opvallend is ook de soms enorme grootte van de stenen. Ze bestaan uit meestal 2 of 3 dragende stenen per wand en 1 tot 2 dekstenen, soms bij kleinere één enorme, die sterk oversteken. De ‘achterwand’ is een steen die ook vaak ver uitsteekt.
Kenmerkend is een kort portaal, meestal axiaal gelegen, bestaande uit 3 kleinere platen leidend naar een smalle ingang. Bij enkelen is de hoofdkamer gecompartimenteerd.
Zoals gezegd, de maten en de hoogte kunnen flink groot zijn. De kamer van de dolmen de Bagneux heeft een oppervlak van 85 m2. Hoogtes tot 2 m zijn geen uitzondering zodat je er gewoon in kan staan, wat in de meeste gewone ganggraven zeker niet het geval is. Onderzoek heeft uitgewezen dat de graven waarschijnlijk oorspronkelijk allemaal in een heuvel waren ingebed. Bij sommigen is daar nog wel wat van terug te vinden.
De vraag is wat precies de functie van die grote kamers was. Dat lijkt niet functioneel voor ‘slechts’ het bijzetten van de doden. Mogelijk hadden ze daarnaast een andere functie.
Het feit dat die kamers zo groot en hoog zijn, heeft er toe geleid dat ze in latere perioden heel geschikt bleken als schuur, opslagruimte, veestal, woning soms, tot zeer recent en soms nu nog. Zo zijn verschillende dolmen gebruikt als bakkerij (heel brandveilig!). Een van de bezochte graven in een particuliere tuin, wordt nog steeds als, rustieke, fietsenschuur gebruikt.
Dat heeft de monumenten en de bodem daarbinnen natuurlijk wel flink verstoord. Nader archeologisch onderzoek is dan vaak ook niet meer mogelijk of zinvol.
[Gruet 1956 en 1967, Daniel 1960, Hoskin etal 2002]

Dolmen la Vacherie [IMF 02-099]
Ondanks enkele omgevallen stenen is dit is een nog mooi compleet voorbeeld van een angevin dolmen met portiek. De omvang van de kamer is 4 bij 3 m, en een ingangsportaal van 2 m lengte. Er is één enkele deksteen met aan beide zijden 2 draagstenen. De dunne plaat die als deur dient tussen de portiek en de kamer is ook nog aanwezig. De oriëntatie is Oost-Zuidoost.
Dit monument is gelegen net aan de Zuidkant van Distré dat grenst aan het zuiden van Saumur. Het licht in een openplek in een bosschage. Het terrein is moerassig en loopt ‘s winters regelmatig onder water wat opvallend is gezien het feit dat megalithische monumenten juist vaak wat hoger liggen. De locatie wordt dan ook genoemd ‘Marais (moeras) de Sous-Distre’. De naam komt van de nabij gelegen molen ‘La Vacherie’.
(en als je op zoek gaat: let op! er is ook een Dolmen de la Vacherie, eveneens aan de Loire, ten oosten van St Nazaire, op het terrein van een olieraffinaderij!)





Dolmen Petite Pierre Couverte de la Rigaudière, ook wel Rigauderie [IMF 02-182]
Deze dolmen staat in een particuliere tuin en dient momenteel als schuurtje voor fietsen en tuingereedschap. Ooit werden er ook grotere landbouwwerktuigen in gestald, waarvoor de bodem zo’n 40 cm is uitgegraven.
Het is een bijna rechthoekige constructie met één enkele plaatvormige deksteen. De afmetingen van de kamer is 5 bij 2,5 m. Hij lijkt wat taps toe te lopen naar de opening die Oost-Noordoost georiënteerd is. Voor de ingang, aan de linkerkant, ligt een plaat, gedeeltelijk begraven, waarschijnlijk de overblijfselen van een ingestort portiek. Dat wijst erop dat dit een angevin type dolmen is.
Op het dak ligt nog aarde en stenen, met struiken en dat lijkt oorspronkelijk. Dat kan erop wijzen er vroeger een heuvel/tumulus overheen heeft gelegen. De platen zijn van Senonisch zandsteen/kwartsiet en hebben het daarvoor karakteristieke ‘pokdalige’ oppervlak. (Senonisch is een wat achterhaalde geologische periode aanduiding en omvat meerdere subperioden van het Laat-Krijt).




Dolmen Pierre couverte du Clos Badier [IMF 02-183]
De dolmen ligt in een iets hoger gelegen stukje, geheel begroeid, in een akker. Het is een langwerpige constructie van ongeveer 7 bij 2 m. Hij is zwaar beschadigd, veroorzaakt door vroegere opgravingen die tamelijk ondeskundig zijn uitgevoerd. Er zijn 2 dekstenen, en de zijwanden bestonden oorspronkelijk waarschijnlijk ook uit elk 2 stenen. De achterwand bestaat uit 2 ver uitstekende stenen. Aan de voorkant zijn resten van een kleine lage steun, mogelijk de overblijfselen van een voorportaal met portiek als ingang, zoals bij de andere angevin type dolmen. De oriëntatie van de dolmen is Oostelijk.
Aan de binnenkant zijn ingekraste afbeeldingen gevonden van twee figuren die een duel uitvechten. Een van hen draagt een Frygische kap met een haan, wat doet vermoeden dat deze merkwaardige afbeelding uit de tijd van de Franse Revolutie dateert zoals [Gruet 1967] vermeldt. Ikzelf heb ze niet kunnen zien.
Bij later onderzoek zijn er nog wat vuurstenen artefacten aangetroffen uit het neolithicum.





Dolmen du Bois du Feu [IMF 02-209]
Deze dolmen ligt wat rommelig tussen de inritten naar een manege. Hij is vroeger als huis gebruikt. Daarvoor zijn er delen bij gemetseld, zoals nog is te zien. Ook zijn er stenen wat verplaatst en zijn er stukken afgeslagen. Hij is waarschijnlijk ook wat dieper uitgegraven. Al in 1812 tekende Bodin, een architect uit Saumur die in archeologie geïnteresseerd was, de dolmen in deze toestand, als ‘keltisch graf’. (zie figuurtje op de plattegrond hieronder)
De huidige plattegrond is dus niet geheel oorspronkelijk. Wat er nog is, lijkt wel te wijzen op een oorspronkelijk angevin type dolmen met twee dekstenen, beide zijden twee draagstenen en een ver uitstekende achterwand steen, deels afgebroken bij de ‘verbouwing’. De hele kamer, beide delen samen, is 7 bij 3 m. De uitgang is globaal Oost-Noordoost gericht. Van een eventueel ingang voorportaal is niets gevonden.





Dolmen Pierre couverte de Mousseau [IMF 02-271]
Deze dolmen ligt goed zichtbaar midden in een akker. Het is ook weer een goed voorbeeld van de klassieke angevin type dolmen. Hij is wel diep in de grond begraven en de achterwand ontbreekt. Er zijn twee dekstenen waarvan stukken zijn afgebroken. De zijwanden bestaan elk uit één enorme platte steen. De afmetingen van de kamer zijn 6 bij 2,5 m en deze is in 3 compartimenten verdeeld door 2 dwarsplaten. Er is een axiaal geplaatste portiek waarvan de deksteen naar achteren is gekanteld. De oriëntatie is Noordoost.
Wat mij opviel zijn de ‘holtes’ bovenop beide dekstenen. Het wekt de indruk ‘cupmarks’ te zijn (‘cupules’ in het Frans) met wel sterke verwering. Daarvan wordt nergens melding gemaakt. Is het dus toch gewoon alleen maar verwering? Het senonisch zandsteen/kwarsiet waar ook deze uit lijkt te bestaan verweerd inderdaad gemakkelijk. De onderzijde van de dekstenen toont echter een wat ander verweringspatroon. Dus hoe zit dat? Cupules komen op Franse megalieten elders zeker wel voor.







Foto’s Jan Venselaar 2006, 2012, 2013
Literatuur
– Glyn Daniel, ‘The prehistoric chamber tombs of France’, Thames&Hudson, London 1960
– Michel Gruet, ‘Dolmens angevins à portique’, Bull. de la Soc. Préhistoire de France, tome 53, n°7-8, 1956, pp. 397-401;
– Michel Gruet, ‘Inventaire des mégalithes de la France. (IMF) 2 — Maine-et-Loire’, Gallia préhistoire. Suppléments, supplément 1-2, 1967.
(IMF uitgaven tot en met 1995, nr. 9, zijn beschikbaar via https://www.persee.fr/ )
– Michael Hoskin, Gail Higginbottom; ‘Orientations of Dolmens of West-central France’; Archaeoastronomy, nr 27, 2002
– Luc Laporte, ‘The Concept of Monumentality in the Research into Neolithic Megaliths in Western France’, J. Neol. Arch.,2019 Special Issue 5, 27-50
– B. Schulz Paulsson, ‘Radiocarbon dates and Bayesian modeling support maritime diffusion model for megaliths in Europe’, Proceedings of the National Academy of Sciences Feb 2019, 116 (9) 3460-3465;
– diverse website met informatie door liefhebbers van megalithische monumenten specifiek ook https://www.megalithic.co.uk/ (veel ook over de Franse monumenten)