Een nieuw gidsgesteente in de keientuin van het Hunebedcentrum in Borger
De laatste jaren zijn vooral uit Zweden een aantal nieuwe gidsgesteenten bekend geworden, waaronder enkele van metamorfe oorsprong. Vlammen-pegmatiet komt voor in het Zuidwest-Zweedse gneis-gebied, aan de westkust van de provincie Halland. Daar vormt het kleurige gesteente op talrijke plaatsen gangen in gneis.
Met Vlammen-pegmatiet is het een en ander gebeurd. Het gesteente is door deformatie ontstaan uit een grootkorrelige, kleurige pegmatiet. Het gesteente bestaat uit vergruisde oranjerode kaliveldspaat, geelwitte plagioklaas en grijze tot rookkleurige kwarts. In onverweerde toestand toont het gesteente heldere, contrastrijke kleuren, verweerd zijn deze in meer of mindere mate verbleekt.
Vlammen-pegmatiet is van enige afstand te herkennen als een lichtkleurige, vlekkerig gebande gneis. Het gneisachtige karakter wordt vooral veroorzaakt door de wijze waarop kwarts in het gesteente voorkomt. Het mineraal vormt onregelmatige ietwat uiteen getrokken aggregaten, maar we zien het mineraal vaak ook als uitgewalste, golvende strepen en slierten. De kleur van de kwarts is grijs, grijsblauw tot rookkleurig. Oranje tot oranjerode kaliveldspaat maakt soms meer dan 90% van het gesteente uit, afgewisseld met onregelmatige partijen en vlekken van geelachtige plagioklaas. Van dichtbij valt op dat de minerale bestanddelen vergruisd zijn tot een mortel-achtige massa (=kataklase). Aan de kaliveldspaten is dit het duidelijkst te zien.

Het gneisgebied met Vlammen-pegmatiet maakt deel uit van een groot complex metamorfe gesteenten, dat tijdens de Zweeds-Noorse gebergtevorming van 1100-900 miljoen jaar geleden is ontstaan. Vlammen-pegmatiet en andere gesteenten in Zuidwest-Zweden werden tijdens deze gebergtevorming onder druk gezet, gedeformeerd en gemetamorfoseerd.
Het Baltisch schild in Scandinavië is gedurende het Precambrium geleidelijk groter geworden door een aantal opeenvolgende plaatbotsingen. Enorme gesteentecomplexen werden hierbij gemetamorfoseerd en tot gebergten opgeplooid. Deze hooggebergten vielen na hun vorming ten prooi aan weer en wind, waarbij ze langzamerhand lager werden en tenslotte verdwenen. Aan het eind van het Precambrium was alles afgesleten tot een zwakgolvende vlakte (peneplain) met kristallijne gesteenten. De huidige gesteenten in het kustgebied in Zuidwest-Zweden mogen beschouwd worden als de wortels van het verdwenen gebergte.

Hoewel een gesteentebeschrijving niet gemist kan worden, zeggen foto’s van Vlammen-pegmatieten vaak voldoende. Het is makkelijk herkenbaar, hoewel de heldere kleuren door verwering vaak enigszins verbleekt zijn. In de keientuin van het Hunebedcentrum in Borger ligt een groot zwerfblok van Vlammen-pegmatiet. Het bovenvlak van de kei is bijna een vierkante meter groot! Het is vermoedelijk de grootste zwerfsteen die van dit gesteente bekend is. De keientuinkei is gevonden bij Westdorp tussen Borger en Schoonloo.
Een vergelijkbaar zwerfblok van Vlammen-pegmatiet maakt onderdeel uit van het zwerfsteenmonument ‘Het meisje van Yde’ bij Yde in Noord-Drenthe. In een nabijgelegen vennetje is in de 19e eeuw een veenlijk aangetroffen. Het bleek een meisje te zijn dat in de ijzertijd, dus voor de jaartelling, doelbewust? om het leven is gebracht. Om deze bijzonder plek te markeren, heeft kunstenaar Derk den Boer uit Groningen een fraai keienmonument gemaakt, bestaande uit tientallen grote zwerfstenen die in een spiraal gerangschikt zijn. Een wandeling door het monument is toegestaan.



Wilt u meer weten over zwerfstenen dan raden we u aan om ook eens te kijken op www.stenenzoeken.nl