De keientuin in Borger is uniek in zijn soort. Nergens in Noordwest-Europa vind je iets dergelijks. Ja, er zijn wel keientuinen, zeker in Noord-Duitsland, maar vrijwel altijd gaat het hier om bijzondere zwerfstenen en vooral grote gidsgesteenten. De keien zijn verspreid in het terrein langs een wandelroute opgesteld. Deze zwerfsteentuinen hebben door hun opzet vaak een parkachtig karakter.
Heel anders is de keientuin in Borger. Zonder enige orde en regelmaat liggen hier tienduizenden zwerfkeien, waaronder enige honderden grote. Met zo veel bij elkaar lagen ze niet in het veld, toen het landijs in de voorlaatste ijstijd was weggesmolten.
Ondanks de enorme rijkdom aan zwerfsteensoorten, zul je tussen de duizenden stenen niet alle bekende gidsgesteenten aantreffen. Zo ontbreekt een heel bekend type: Rhomben-porfier. En laat dit nu een zwerfsteensoort zijn die bij zwerfsteenverzamelaars zeer hoog staat aangeschreven. Het is een vulkanisch gesteente uit het zuidoosten van Noorwegen. Ten zuiden van de stad Oslo komt het op verschillende plaatsen voor. Nergens anders. Ja toch, in Kenia in Oost-Afrika komt rhomben-porfier voor en ook op Antarctica heb je ze. Vind je een rhomben-porfier, dan ben je niet alleen spekkoper, je weet ook dat de steen zonder enige twijfel uit Zuid-Noorwegen komt. Een echt gidsgesteente dus.

Grote rhomben-porfieren zijn zeldzaam. Keien van 40 tot 50 cm zijn gevonden in Friesland en in de Noordoostpolder, toen dit net drooggelegd was. Kleiner komen ze meer voor. Rhomben-porfier is een van de mooiste porfieren onder noordelijke zwerfstenen. Het gesteente bevat een wisselend aantal (onregelmatig) spoelvormige tot ruitvormige eerstelingkristallen. Deze ‘zweven’ in een fijnkorrelige tot dichte grondmassa. Vooral enigszins verweerde rhomben-porfieren vallen op. De eerstelingkristallen verweren opvallend wit door het hoge plagioklaasgehalte. Ze contrasteren daardoor sterk met de matrix.

Geologisch gezien is rhomben-porfier een ‘jonkie’. Op de overgang van het Carboon naar het Perm ontstond in wat nu Zuid-Noorwegen is een breukzone. Langs rekbreuken zijn repen aardkorst naar onderen weggezakt, soms duizenden meters. Langs de breuklijnen drong vanuit de diepte magma omhoog. Dit leidde tot spectaculaire spleeterupties. Eerst werden vooral basalten gevormd, maar gaandeweg veranderde het magma van samenstelling doordat het rijker werd aan kiezelzuur (SiO2).
Gedurende vele miljoenen jaren zijn bij vulkanische uitbarstingen uit spleten enorme hoeveelheden dunvloeibare lava over het aardoppervlak uitgevloeid. De lava vormde dekken van vele honderden tot duizenden vierkante kilometers. Iedere uitbarsting liet een ander type rhombenporfier achter. Op deze wijze zijn rhomben-porfierdekken gevormd, die uit tientallen afzonderlijke rhomben-porfieruitvloeiingen zijn opgebouwd.

Gedurende vele miljoenen jaren zijn bij vulkanische uitbarstingen uit spleten enorme hoeveelheden dunvloeibare lava over het aardoppervlak uitgevloeid. De lava vormde dekken van vele honderden tot duizenden vierkante kilometers. Iedere uitbarsting liet een ander type rhombenporfier achter. Op deze wijze zijn rhomben-porfierdekken gevormd, die uit tientallen afzonderlijke rhomben-porfieruitvloeiingen zijn opgebouwd.
De rhomben-porfierlava kon over grote oppervlakken uitvloeien in een landschap dat voornamelijk vlak moet zijn geweest. Heel anders dan tegenwoordig. De dunvloeibaarheid van de relatief silica-rijke lava werd veroorzaakt door een hoog percentage fluor. Bekend is dat hoe meer silica lava bevat, hoe taaier het wordt. Het fluorgehalte in rhomben-porfierlava voorkwam dit.

Van de oorspronkelijk dikke en uitgestrekte rhomben-porfierdekken is tegenwoordig weinig meer over. Erosie gedurende ruim 250 miljoen jaar heeft het meeste doen verdwijnen. Toch is er rond de stad Oslo nog veel aan rhomben-porfier te vinden. In twee gebieden (Krokskogen en Vestfjold) liggen verschillende rhomben-porfierdekken boven elkaar. Het verzamelen van verschillende fraaie typen is niet moeilijk.
Voor vakantiegangers en stenenliefhebbers is er trouwens meer te doen. Behalve een mooie serie rhombenporfieren kun je in Zuid-Noorwegen nog veel andere bijzondere gesteenten verzamelen. Dit geldt nog meer voor Zweden en helemaal voor Noord-Zweden. Dit is nog grotendeels terra incognita, omdat men tot voor kort dacht dat van zover noordelijk geen zwerfstenen in ons land te vinden zouden zijn. Mis! Ze zijn er wel degelijk. Alleen kennen we nog te weinig soorten. Dus, bent u van plan om een vakantie in Noord-Zweden door te brengen, neem contact op met het Hunebedcentrum voor nadere informatie. U kunt de zwerfsteenkunde zo prachtig helpen. Een vakantie van een museumvrijwilliger, kort geleden, heeft een reeks heel bijzondere zwerfsteensoorten uit Jämtland in Zweden opgeleverd.

Hoewel niet in de keientuin, in het Hunebedcentrum zelf zijn talrijke rhomben-porfieren te zien. Ze maken onderdeel uit van de zwerfsteencollectie van het museum. Een aantal ervan is momenteel in vitrines opgesteld.
Rhombenporfieren? Je raakt er niet op uitgekeken.




Tekst en foto’s Harry Huisman. Wilt u meer verhalen over zwerfstenen dan raden we u aan om ook eens te kijken op www.stenenzoeken.nl