Er is vrijwel geen provincie zo rijk bedeeld met fraaie veentjes als Drenthe. Het zijn kostbare schatkamers die planten en dieren herbergen die van voedselarme milieus houden. Vennen worden in Drenthe dikwijls veentjes of veenties genoemd. Het zijn natuurlijke laagten in een zandland-schap die waren opgevuld met veen. Pas toen men daar turf uit haalde kregen de veentjes open water. Van de ooit duizenden Drentse veentjes zijn er nu nog zo’n 900 over.