In 2017 maakte fotograaf Frank Wiersema met het Hunebedcentrum een serie foto’s die verschillende aspecten van het leven weergeven in de steentijd bij de Hunebedbouwers van de Trechterbekercultuur. Uit recent DNA onderzoek weten we nu dat deze foto’s niet historisch correct zijn. Mensen met blond haar, blauwe ogen en blanke huid kwamen pas na de Hunebedbouwers met een grote migratiegolf ons land in en hebben de toenmalige bewoners vervangen. Het DNA van de mensen van Trechterbekercultuur is verwant met dat van de eerste boeren uit regio Anatolië in Zuid-Turkije. Deze mensen hebben waarschijnlijk donkere trekken gehad, donker haar, donkere ogen en een donkere olijfkleurige huid. We hebben dus nieuwe foto’s gemaakt met een andere cast om dit nieuwe model correct weer te geven.

Gedurende de steentijd werd het semi nomadische leven van de jager-verzamelaars geleidelijk verruild voor het leven op een permanente plek. In het noordoosten van Nederland waren de mensen van de Trechterbekercultuur de eersten die het hele jaar lang op dezelfde plek bleven wonen. Zelf geloof ik dat het leven zich grotendeels buiten afspeelde, bijvoorbeeld voor het bewerken van het land, maar ook voor het jagen en verzamelen, want dat was vooralsnog de belangrijkste bron van hun voedsel. Deze foto laat zien dat het leven binnenshuis best knus kan zijn geweest, rond de centrale haardplaats waar eten bereid wordt in hun typische trechterbeker aardewerk.
Van onderzoek naar de botten weten we dat sommige vrouwen armen hadden die zo sterk waren als die van hedendaagse olympische roeisters, omdat ze dezelfde herhalende beweging maakten tijdens het malen van het graan, zoals wat deze vrouw op de foto aan het doen is.

Het is zeer aannemelijk dat de Hunebedbouwers bier moeten hebben gehad. Deze foto laat het proces zien van maischen. Gemoute granen worden in water verhit met stenen die heet gemaakt zijn in het vuur. Hierbij komen suikers vrij, die nodig zijn voor de fermentatie voor alcohol. Bij opgravingen zijn stenen gevonden die door verhitting zijn gebarsten. Er is geen verder brouwgereedschap teruggevonden van de Hunebedbouwers, dus dat hebben we zelf moeten reconstrueren. Er zijn in Orkney in Schotland en in Gobekli Tepe in Zuid-Turkije wel stenen vaten teruggevonden uit de steentijd waarvan we uit residu analyse weten dat die gebruikt zijn voor brouwen. In onze streken zal waarschijnlijk hout zijn gebruikt. Vaten zoals in de foto waren gangbaar in de middeleeuwen en zeer waarschijnlijk in ieder geval zo ver terug als de ijzertijd, dus wat mij betreft is het aannemelijk dat het ook in de steentijd al is gebruikt. Daarbij laat dit verder ook geen sporen na in de archeologie.
Er woedt een verhitte discussie over of landbouw is uitgevonden voor voedsel of voor bier. Rond de tijd dat landbouw is uitgevonden, was er ruim voldoende voedsel in de natuur te vinden. Een noodzaak voor een stabiele voedselbron uit landbouw lijkt er dus niet te zijn geweest. Sporen van vroege bierproductie zijn ouder dan landbouw. De oudste vondst tot nu toe is van de Natufiërs in het huidige Israël van 13.000 jaar geleden. Gobekli Tepe is een tempelcomplex wat door jagerverzamelaars gebouwd is ca 12.000 jaar geleden, aan de vooravond van landbouw. Mensen kwamen hier in grote getalen bij elkaar. Verscheidene grote stenen vaten zijn gevonden die elk tot 160 liter konden bevatten, die voor brouwen zijn gebruikt. Dit alles zijn aanwijzingen voor het belang van bier in het proces van de overgang naar landbouw.
Er blijven hardnekkige verhalen bestaan dat bier per ongeluk zou zijn uitgevonden omdat iemand een brood in de regen heeft laten liggen, waar bier uit is ontstaan. Dat is simpelweg niet mogelijk, bierproductie moet een zeer bewust proces zijn geweest. Elke stap in het proces; het vermouten van het graan, het maischen om de suiker te verkrijgen, en het fermenteren, zijn elk stappen waar precisie en vaardigheid voor nodig zijn. Persoonlijk denk ik dat mout belangrijk moet zijn geweest. Het maischen van het mout (wat we op deze foto zien) geeft suiker en zoete smaken zijn zeer zeldzaam in de natuur. Wij hebben een natuurlijke voorliefde voor zoet. Maar we weten ook dat ze de stap gezet hebben om het tot bier te fermenteren. Fermenteren is een proces wat al gedurende het hele bestaan van de mensheid wordt toegepast, zelfs al voordat er moderne mensen waren. Dat moet dus een proces zijn geweest waar men al vertrouwd mee was lang voordat dit werd toegepast op granen voor bier.
In veel van de latere brouwtradities zijn vrouwen degene die brouwen, dus heb ik hier ook de keuze gemaakt om vrouwen dit te laten doen.

De Hunebedbouwers waren de eerste boeren in deze regio. Dat betekent niet dat ze gestopt waren met jagen en verzamelen. Het verbouwen van gewassen gebeurde nog op een betrekkelijk kleine schaal en zal waarschijnlijk niet voldoende zijn geweest om helemaal mee in hun bestaan te voorzien. Dit is in lijn met de gedachte dat landbouw ook belangrijk was voor bier. Een belangrijk deel van hun dieet kwam nog van het verzamelen van wild voedsel, zoals hier is afgebeeld.

Een belangrijk deel van wat we van de materiele cultuur van de Hunebedbouwers nog over hebben, is van wat in moerassen en vennen is geofferd. Een veelzijdigheid aan dingen is in het veen teruggevonden; aardewerk, dierenschedels, vuursteen – zowel vuurstenen messen en bijlen als het ruwe materiaal. We weten niets van het geloof van de Trechterbekercultuur, maar de manier waarop voorwerpen bij elkaar geclusterd voorkwamen, en de frequentie waarmee dit in het veen belande, maakt het zeer waarschijnlijk dat het hier om offers gaat. Deze foto is een artistieke interpretatie van een offerritueel.
Drenthe staat bekend om haar veenlijken, natuurlijk gemummificeerde lichamen van mensen die veelal geofferd zijn. Deze veenlijken zijn van een veel latere periode; het einde van de bronstijd en de ijzertijd en zijn van een heel andere cultuur.

Hunebedden zijn gebouwd om mensen in te begraven. We zijn het nu gewend om ze te zien als een stenen bouwwerk, maar dat is eigenlijk alleen het geraamte zoals dat afgegraven is in latere tijden. Oorspronkelijk zijn ze gemaakt met aarde er overheen en vormden ze een artificiële heuvel. Hooguit was alleen de ingang in steen zichtbaar, zoals hoe dat in deze foto is weergegeven.
Hunebedden werden niet gebouwd voor één enkel graf. Wanneer een hunebed eenmaal gemaakt was, bleef het tot wel een paar honderd jaar in gebruik en bleven mensen erin begraven worden.
Er is geen spraken van een hiërarchie binnen de graven van de Trechterbekercultuur, in tegenstelling tot de begrafenisgewoontes van de daaropvolgende cultuur. Dit suggereert dat de Hunebedbouwers niet het soort sociale structuur kende met belangrijke individuen of families die heersten over onderdanen, maar dat deze cultuur veel gelijkwaardiger moet zijn geweest.
Frank Wiersema is in 2010 afgestudeerd aan de Fotoacademie Amsterdam met illustratieve fotografie. Hij vertelt graag verhalen en maakt de wereld met zijn foto’s liefst net wat interessanter dan de realiteit van alledag. Al tijdens de opleiding ontwikkelde hij hiervoor een hyperrealistische stijl met een bijzonder oog voor detail. Na het afstuderen is hij zijn type productie toe gaan passen op zijn oude liefde: geschiedenis. Gaandeweg de samenwerkingen heeft hij een netwerk ontwikkeld binnen de levende geschiedenis en experimentele archeologie, zodat hij hoogwaardige producties op kan zetten die een gedetailleerd en levendig beeld van de geschiedenis geven, op een historisch correcte manier.
www.frankwiersema.com
https://www.instagram.com/frankwiersemaphoto/
https://www.facebook.com/Frank-Wiersema-Photography-487668574628233/