In de categorie ‘mijn hunebed’ nodigen we mensen uit te schrijven over hun persoonlijke inzichten over hunebedden en megalithische monumenten. Hier een verhaal van Peter van den Hoek
Artikel versie: 27-11-2021
Peter van den Hoek
Al vele jaren doe ik onderzoek naar het mysterie achter steencirkels, hunebedden en andere bouwwerken uit de Megalithische Cultuur. Deze duizenden jaren oude bouwwerken onthullen in hun oriëntatie steeds opnieuw dat hun bouwers de bewegingen van hemellichamen probeerden te vangen in enorme constructies van steen.
In de steencirkel van Avebury (98 stenen) en de kransstenen rondom Newgrange (97 stenen) lijken de verschillende cycli van de met het oog zichtbare planeten (mercurius, venus, mars, jupiter en saturnus) te zijn vastgelegd. In dit artikel ga ik proberen uit te leggen hoe ik dit zie.

Avebury
Laten we beginnen met de steencirkel van Avebury in Groot-Brittannië, zie plattegrond. Dit is de grootste steencirkel in de wereld met een doorsnede van maar liefst 330 meter. Vermoedelijk is deze gebouwd zo rond 2800 v. Chr. en daarmee zo’n 300 jaar ouder dan het nabijgelegen Stonehenge¹.
Naar de plattegrond kijkend lijkt deze steencirkel opgebouwd te zijn uit twee kleine cirkels binnen een grote cirkel. De beide kleine cirkels lijken ons iets te willen vertellen over de maan. De bovenste cirkel (North Circle) bestaat uit 27 stenen en dat is de periode van een siderische maand. Dit is de periode waarin de maan weer precies dezelfde positie inneemt tussen de sterren.
De onderste cirkel (South Circle) bestaat uit 29 stenen plus één steen die wat naar binnen is geplaatst. Dit is de periode van een synodische maand (29,5 dag), ofwel van volle maan tot volle maan, die we het best kennen. De maan bevindt zich dan precies in dezelfde positie vanuit de aarde en zon bekeken.
In deze cirkel stond de allergrootste steen van het hele complex opgesteld, op de plaats waar nu een betonnen obelisk (The Obelisk) staat. Deze enorme steen legde door zijn formaat het accent op deze synodische cirkel en vormde naar mijn idee zo een aanwijzing dat ook in de buitenste cirkel (Outer Circle) wel eens naar een synodische cyclus verwezen zou kunnen worden.

Al puzzelend ontdekte ik zo dat wanneer deze 98 stenen een aantal keer vermenigvuldigd worden je heel dicht bij de synodische cyclus van de met het oog zichtbare planeten komt, zie de tabel hieronder. Dit zijn mercurius, venus, mars, jupiter en saturnus.
Vooral voor venus, mars en jupiter is het verschil zeer klein met het gemiddelde uit de tabel. In werkelijkheid verschillen de elkaar opvolgende synodische cycli van een planeet ook een aantal dagen. Laten we dat niet vergeten.
Het is overigens ook helemaal niet moeilijk om in het tellen precies op het gemiddelde uit te komen, want dit kan simpel worden bereikt door bij een plus getal aan het einde (zie tabel) in de eerste ronde het aantal stenen en dus dagen vooruit te tellen en bij een min getal het aantal stenen/dagen terug te tellen.
Laten we Venus eens als voorbeeld nemen: Bij deze planeet komen 6 rondes maal 98 stenen uit op 6 x 98 = 588 dagen. Gemiddeld doet Venus over deze cyclus 584 dagen, dus dan is 588 4 dagen (+4) te veel. Door nu in de eerste ronde 4 dagen/stenen vooruit te tellen is dit probleem zomaar opgelost.

Er zou geteld kunnen zijn met voor iedere planeet een andere soort steen en het aantal rondes zouden bijgehouden kunnen zijn door bij iedere nieuwe ronde één steen extra toe te voegen.
Vermoedelijk heeft de Aubrey-cirkel rondom het nabijgelegen Stonehenge eenzelfde soort functie gehad voor het bijhouden van maanstilstanden (twee rondes) en verduisteringen (vier rondes). In mijn documentaire over Stonehenge¹ op Youtube leg ik dit verder uit.
Laten we terugkeren naar de enorme steen op de plek waar nu de obelisk staat, zie plattegrond. Ik ben van mening dat deze plek het centrum vormde om de ondergang van zon, maan en de zichtbare planeten te observeren.
Vanaf dit punt was kijkend naar het westen iedere synodische maansondergang te zien, als de maan bijvoorbeeld vol was. In de winter gaat de volle maan het meest noordelijk en twee weken later meest zuidelijk onder. De bouwers van Avebury wisten dat dit punt ieder jaar een klein stukje meer opschoof richting noord en zuid totdat een uiterste stand was bereikt. Wij noemen dit een grote maanstilstand. Hierna keert de maan weer jaarlijks terug naar haar minst noordelijke en zuidelijke ondergangspunt. Wij noemen dit een kleine maanstilstand.
De kortste periode tussen deze beide stilstanden is precies 9 jaar en dat is door de bouwers vastgelegd in een rijtje van 9 stenen voor de obelisk, zie plattegrond. De eerste steen geeft de plek aan waar de maan het meest zuidelijk onder gaat tijdens een grote maanstilstand. De negende steen de plek waar de maan het meest noordelijk onder gaat tijdens een kleine maanstilstand.
Ook de meest noordelijke zonsondergang tijdens midzomer is door de bouwers met een steen gemarkeerd aan de rechter kant schuin boven de zojuist genoemde negende steen. Wanneer je vanaf de obelisk over deze steen kijkt gaat de zon daar precies onder op 21 juni ieder jaar.
In een steenconstructie in de noord cirkel (North Circle) met als naam ‘The Cove’ is overigens de zonsopkomst tijdens midzomer vastgelegd. De zon verlicht dan op 21 juni precies de voorkant van steen 2 tijdens opkomst. Misschien heeft er zelfs wel een deksteen op deze constructie gelegen om het lichtspektakel nog mooier te maken?!?
Vanaf de enorme steen op de plek van de obelisk werd naar mijn idee ook de ondergang van de met het oog zichtbare planeten (mercurius, venus, mars, jupiter en saturnus) in het westen geobserveerd. Vooral het moment dat ze na een periode van overbelichting door de zon tijdens hun ondergang weer opnieuw te zien waren werd waarschijnlijk goed bijgehouden. Er was dan weer een synodische cyclus afgelegd en het tellen kon dan weer opnieuw beginnen, zoals dat met iedere kalender gaat.
Ik kan me heel goed voorstellen dat de beide stenen aan weerszijden van de westelijke ingang als eerste (1) en laatste (98) telsteen werden gebruikt om het aantal dagen vast te leggen tussen twee synodische ondergang cycli van een planeet. Daarom begint en eindigt mijn telling van de stenen daar ook, zie plattegrond.
Net als bij de maan verschilt het ondergangspunt van de zichtbare planeten iedere synodische cyclus. Toch gaan de verschillende planeten in de praktijk nooit noordelijker of zuidelijker onder dan de maan dat doet. Op deze wijze helpen de 9 stenen voor de obelisk om globaal aan te geven binnen welke hoek een planeet zal onder gaan. Steen 1 geeft dit zelfs zeer exact aan. Het is ook wel heel toevallig te noemen dat de buiten cirkel in het verlengde hiervan precies een knik maakt ter hoogte van steen 83. Of is dit toch opzettelijk gedaan?

Newgrange
Laten we met deze kennis in ons achterhoofd eens kijken naar het hunebed met enorme dekheuvel van Newgrange in Ierland. Het hunebed zelf met een lengte van 24 meter lijkt uitgelijnd op de zonsondergang tijdens midwinter op 21 december. De dekheuvel heeft een doorsnede van maar liefst 80 meter. Het bouwwerk is vermoedelijk gebouwd zo rond 3200 v. Chr. en daarmee zo’n 400 jaar ouder dan Avebury.
Rondom de enorme dekheuvel zijn 97 kransstenen aangebracht en dat verschilt maar één steen met de grote cirkel van Avebury. Zou het zo kunnen zijn dat ook deze stenen als telsysteem en kalender werden gebruikt om de synodische cycli van de zichtbare planeten te tellen. Ik denk van wel. In de tabel hieronder is dit in getallen uitgewerkt.

De synodische cyclus van venus is hier op 2 dagen na bijna exact. Op een cyclus die meer dan anderhalf jaar duurt is twee dagen op zich te verwaarlozen. Venus is een bijzondere planeet! Na zon en maan is venus het helderste object aan de hemel. De Maya’s waren helemaal gefascineerd door deze planeet en ontwikkelde er zelfs een eigen kalendersysteem voor van 260 dagen (Tzolkin), de periode waarbinnen venus afwisselend als morgenster of avondster te zien was.
Zouden de bouwers van Avebury en Newgrange eenzelfde soort fascinatie hebben gehad voor deze planeet? Dit zou heel goed mogelijk kunnen zijn, want de synodische cyclus van venus komt het meest overeen met 6 rondes van 97 of 98 stenen, zoals we hebben kunnen zien.
Maar ook de synodische cyclus van mars is met beide telsystemen heel nauwkeurig bij te houden, zie tabellen. Dus ik denk dat onze naaste buurplaneten hiermee zeer goed gevolgd werden.
Voor onze planeten mercurius, jupiter en saturnus zijn de beide steencirkels minder nauwkeurig. Dit moet ik er eerlijkheidshalve wel bij zeggen. Toch geloof ik dat het heel goed mogelijk is dat beide telsystemen gebruikt zouden kunnen zijn om de synodische cyclus van alle zichtbare planeten vast te leggen. Dit kan vrij eenvoudig gedaan zijn door in de eerste ronde het verschil in stenen en dagen voor- of achteruit te tellen, zoals ik al heb uitgelegd.
Gemiddeld genomen is er een verschil van +/- 9 dagen met de werkelijkheid bij deze vijf planeten. Wanneer we een cirkel van 96 of 99 stenen zouden maken dan komt het gemiddelde verschil ineens op 12 dagen en dat is 1/3 meer. Het is dus wel heel toevallig te noemen dat juist het aantal stenen dat bij Avebury (98) en Newgrange (97) is gebruikt het dichtst in de buurt van de werkelijkheid komt.
Maar Newgrange staat niet op zichzelf! Aan weerszijden in de Boyne-vallei liggen twee dezelfde soort bouwwerken (Dowth en Knowth) die ook van kransstenen zijn voorzien. Aan de ene zijde is de dekheuvel van Dowth omsloten met naar schatting 115 of 116 kranstenen, want de helft van de stenen is verdwenen. Dit is precies de gemiddelde synodische cyclus van mercurius (116), de binnenste zichtbare planeet van ons zonnestelsel.
Aan de andere zijde is de dekheuvel van Knowth gemarkeerd met 127 kransstenen. Drie rondes hiermee maakt 3 x 127 = 381 dagen/stenen. Dit scheelt maar drie dagen met de gemiddelde synodische cyclus van saturnus (378), de buitenste zichtbare planeet van ons zonnestelsel.
Zoals ik al heb aangegeven is juist het verschil in dagen met de telstenen van Newgrange en Avebury het grootst bij deze twee planeten. Zou dat de reden kunnen zijn dat de bouwers ervoor gekozen hebben om deze cycli in de kransstenen van Dowth en Knowth vast te leggen?
Tenslotte wil ik nog één punt over Newgrange aandragen als extra bijdrage aan mijn zienswijze. Voor de ingang van dit hunebed met dekheuvel ligt een prachtig versierde kranssteen te rusten, zie tekening ‘The Entrance Stone’. Op de voorzijde hiervan zijn vijf complete spiralen ingekerfd. Ik geloof dat deze spiralen de vijf planeten voorstellen waar dit artikel over gaat.
De twee spiralen rechts draaien andersom dan de drie links en ze lijken wel als het ware van elkaar gescheiden. De twee rechter spiralen zouden de binnenplaneten (draaiend tussen zon en aarde door) mercurius en venus kunnen voorstellen. De drie linker spiralen de buitenplaneten mars, jupiter en saturnus. Is het niet wonderlijk allemaal!?!

Peter van den Hoek
Nieuwstraat 22 D
3811 JZ Amersfoort