In de categorie ‘mijn hunebed’ nodigen we mensen uit te schrijven over hun persoonlijke ervaringen met hunebedden en prehistorische locaties. Hier een verhaal van Pierre van Eijl.
Bijzondere stenen zijn niet alleen in Drenthe met zijn vele hunebedden te vinden, maar ook elders in het land. Een paar weken geleden nodigde Carine, een vriendin van mij uit Den Haag, me uit om een steen te onderzoeken die ze bovenop het Belvedèreduin in Scheveningen had ontdekt. Mijn vriendin heeft een sterke spirituele belangstelling en gevoeligheid en ze had gemerkt dat deze steen een bijzondere uitstraling had. Als ze dichtbij kwam, kon ze die uitstraling met haar handen voelen. Soms ging ze er op zitten en voelde hoe ze ervaringen van eenheid met het Al kreeg! Ze vroeg zich af of dit misschien een offersteen was uit de Germaanse tijd en vroeg, of ik daar door middel van een aura-reading naar wilde kijken. (Bij een aura-reading wordt helderziend naar de aura van iemand of iets gekeken en ‘gelezen’ wat daar zichtbaar is.)
Jonge en oude duinen
Ik was geïnteresseerd in haar uitnodiging want ze is spiritueel hoog ontwikkeld en als ze daar iets bijzonders had ontdekt, was dit vast niet zomaar iets. Maar ja, of dit dan een steen was uit de verre oudheid zou nog moeten blijken. De duinen in Nederland zijn relatief jong, zo’n 1000 jaar oud. Maar toch zijn er geologisch gezien ook ‘oude duinen’ van zo’n 2000 á 5.000 jaar geleden. Duinen die al door de prehistorische mens bewoond werden omdat ze veilige, droge plekken waren in een omgeving met veel moerassen en water. De aanwezigheid van oude duinen bij Scheveningen maakt het wat waarschijnlijker dat er dingen gevonden kunnen worden vanuit prehistorische tijden. Hoewel erbij gezegd moet worden dat de oude duinen niet hoog zijn en de steen in kwestie bovenop het hoge Belvedèreduin ligt.
Naar het Belvedèreduin
Het Belvedèreduin is een van de hogere duinen in Scheveningen. Het ligt aan de Hogeweg vlakbij het wijk Van Stolkpark in Scheveningen. Vroeger stond er een uitzichttoren op. Belvedère betekent uitzichttoren of mooi uitzicht. De bomen die er nu op staan waren toen minder groot. Ze zijn honderd jaar geleden, dus circa 1920 geplant. Waarschijnlijk was daarvoor het duin veel kaler dan nu het geval is. Dat zien we terug op een foto op een informatiebord aan de Hogeweg, aan de rand van dit duin.

Op de foto uit 1921 is midden boven het Belvedèreduin met de houten uitzichttoren goed te zien. Ook is te zien dat het duin grotendeels kaal was, zodat er vanaf de uitzichttoren waarschijnlijk een goed uitzicht was over de wijde omgeving. Het grote gebouw midden onder is villa Sandhaghe aan de Hogeweg, die er nog steeds staat. Een saillant detail is dat daar in de oorlog het hoofdkwartier gevestigd was van de Duitse marine. Onder de grond liep een gang naar het Belvedèreduin. Zeven meter onder de grond was daar een commandopost ingericht met een groepsonderkomen, een keuken en een bunker voor watervoorziening. In 1944 werd deze commandopost verplaatst naar Duitsland. We lopen vanaf de Hogeweg het duin op, wat nu grotendeels bebost is.
De Belvedère steen
Onze weg gaat in eerste instantie naar de plek waar de uitzichttoren heeft gestaan (die in 1963 wegens bouwvalligheid is afgebroken), maar dan slaan we rechtsaf over een modderig voetpad. Na een paar afslagen en wat klimmen komen we op een duintop uit waar de steen ligt die we zoeken (zie figuur 2).

Op de foto is te zien dat het een grote steen is die midden op het pad ligt. Ik loop er omheen en zie aan de achterkant nog een spoor van een boor waarmee dit blok waarschijnlijk ooit is bewerkt. Ook bij hunebedden zijn soms boorgaten te zien waarmee ooit, in de middeleeuwen, geprobeerd is een steen in stukken te krijgen. De boorgaten werden toen met buskruit gevuld waarna het kruit tot ontploffing werd gebracht om de steen te splijten. Soms lukte het om de steen daardoor te splijten, soms ook niet, en vinden we deze stenen met gaten terug bij het hunebed. In hoofdstuk 12 uit het boek ‘Magische Stenen, korte verhalen uit de hunebedtijd’ staan hier voorbeelden van. Het boorgat aan de rand van deze steen was echter veel groter. Blijkbaar is daar zwaarder gereedschap gebruikt. Ook is op de foto zichtbaar dat de steen op een voetstuk staat. De ronde vorm ervan is nog net te zien. Blijkbaar is deze steen doelbewust op deze plaats neergezet.
Een steen met uitstraling
Er was nog iets anders dat de aandacht trok. Toen we naar de steen toeliepen voelden we allebei al op een afstand van één á twee meter de metafysische, energetische uitstraling van de steen. Carine voelde dat duidelijk met haar handen en ik met mijn zesde chakra, het energiecentrum in het voorhoofd dat ook wel het derde oog genoemd wordt. De energie was iets sterker aan de kant waar we aan kwamen lopen dan aan de andere kant.
Maar waar kwam deze energie vandaan? Want een gewone steen van deze afmetingen heeft niet zo’n duidelijk voelbare uitstraling. Was dit inderdaad een oud-Germaans offersteen? De energie voelde anders dan de energie van de stenen van een hunebed, waar de metafysische energie uit de aarde komt en door de stenen stroomt. De energie van een hunebed kan zo sterk zijn dat voor iemand die daar ervaren in is, ze al op tientallen meters afstand te voelen is.
De betekenis van de uitstraling
Maar wat is de betekenis van die uitstraling? Om daar meer van te weten te komen stelde ik me in op het geven van een aura-reading (zie figuur 3). Ik maakte mijn hoofd leeg en stelde me voor dat ik denkbeeldige wortels had vanaf mijn voeten diep de aarde in zodat ik energetisch stabiel was. Dat bevordert het goed kunnen doen van een aura-reading.

Tot mijn verrassing verschenen er beelden voor mijn geestesoog (derde oog). Eerst zag ik takels waarmee de steen op deze plaats was neergezet. Toen zag ik dat de steen feestelijk werd onthuld. Een welbespraakte man hield een toespraak voor een groep toehoorders. Hij besprak hoe belangrijk het was dat dit duingebied meer gewaardeerd zou worden door hier een bijzondere steen neer te zetten, waarnaar mensen wandelingen zouden kunnen maken. Bij de steen aangekomen konden mensen genieten van het prachtige uitzicht over de wijde omgeving met duinen en het dorp Scheveningen. Als ik me op de toehoorders instel zie ik ze denken: ‘Dat zegt hij goed!”, ”Eindelijk is onze wens in vervulling gegaan en zullen mensen ontdekken wat een prachtig gebied dit is”. De man die de toespraak hield, deed dat namens een groep bestuurders uit de wijde omgeving die al lang had geijverd om dit voor elkaar te krijgen. Maar hij is niet de enige spreker. Want na deze spreker komt iemand anders aan bod die naast hem staat. Dit is een priester die eigenlijk vindt dat het neerleggen van een steen wel een erg ‘plat’, materieel vermaak is. Hij wil dat de steen ook een plek wordt van contemplatie, waar de mensen zich meer bewust kunnen worden van het hogere in het leven, de spirituele dimensie. De priester gaat de steen inzegenen en dan gebeurt er iets wonderlijks. Van boven, uit de geestelijke wereld komt een prachtige stroom van lichtende, metafysische energie die naar de steen gaat en daar in opgaat. De hele steen krijgt nu een bijzondere uitstraling die tot op de dag van vandaag nog aanwezig is. En blijkens de ervaring van Carine nog steeds uitnodigt om een moment van overdenking in het leven te hebben.
Herkomst van de steen
Carine vroeg zich nog af waar de steen vandaan kwam. Want in dit stuk van de duinen vindt je zand en niet deze omvangrijke stenen. Als ik me op de herkomst van de steen richt, krijg ik beelden te zien dat deze steen waarschijnlijk over de Rijn, is aangevoerd vanuit Duitsland. Daar is deze steen in een steengroeve gewonnen, vandaar het grote boorgat in de achterkant. Vanaf de aanvoerplek aan het water moet deze steen hier naar toe gebracht zijn. En, zoals eerder gezegd, is deze met takels op zijn huidige plaats neergezet. Dat is een tijd geleden gebeurd, nog voor de Tweede Wereldoorlog, maar niet in de prehistorie.
Terugblik
Voor mij was het een wonderlijke ervaring om een steen met een energetische uitstraling tegen te komen die anders voelde dan een hunebedsteen, maar wel een bijzondere kracht had. Het deed me denken aan een schaaltje uit de oud-Egyptische tijd dat ik jaren geleden in het Louvremuseum in Parijs zag tentoongesteld. Op de standaard waar het schaaltje aan vast zat was een slang afgebeeld. Op de toelichting bij het schaaltje stond dat het water eruit tegen slangengif gebruikt werd. Dat leek me sterk. Als scheikundige leek me dat zelfs onmogelijk. Toen ik me op de energie van dat schaaltje instelde om het oorspronkelijk gebruik ervan te peilen, ‘zag’ ik met mijn derde oog dat er een sterke energie bij dat schaaltje aanwezig was, net als bij de Belvedère steen. De energie van het schaaltje kon dat water zodanig beïnvloeden dat het als anti-slangengif werkte! Ik was daar zeer door verrast en ik weet natuurlijk niet of die energie nog steeds werkt, maar opmerkelijk was het wel. Blijkbaar zijn er bijzondere dingen mogelijk waar we misschien niet eens aan gedacht hebben!
Tja, het zou natuurlijk leuk zijn om te weten te komen of er in de archieven van Den Haag of Scheveningen nog berichten te vinden zijn van de plaatsing van deze steen. Via internet lukte het me niet, maar wie weet, vindt iemand ooit hier nog iets over.
Meer informatie
Op het internet is nog het een en ander te vinden over het Belvedèreduin. Meer verhalen over het verleden van hunebedden die door middel van aura-reading zijn verkregen, zijn te vinden in de rubriek ‘Mijnhunebed’ van het Hunebedcentrum te Borger en op de website van het KoendalinieNetwerk. Daar staat ook wat een aura-reading is. In het boek ‘Magische Stenen, korte verhalen uit de hunebedtijd’ staat een bundeling van verhalen over hunebedden. Al die verhalen zijn gebaseerd op aura-readingen en geven een beeld van het oorspronkelijke gebruik van hunebedden als rituele plekken, en niet als grafmonumenten. En uit de stenen van al deze hunebedden straalt nog steeds metafysische energie!