Baldr (ook wel Balder of Baldur) is een Germaanse zonnegod, hij is de zoon van Odin en Frigg. Volgens Snorri Sturluson heeft hij echter één gebrek: hij mag wijs zijn, maar niemand houdt zich aan de uitspraken die hij doet. Er zijn stenen naar de zonnegod vernoemd en er zijn verhalen in andere mythologieën die sterkt op die over Baldr lijken.
In Balderhaar, op de grens tussen Nederland en Duitsland, lag in het verleden een offerplek voor Baldr. De offerplek zou een ronde open vlakte van 24 meter doorsnee zijn geweest. In het midden stond een eikenboom. Na de kerstening kwam er een kruis op de open plek te staan. Er hoorden ook grote stenen bij de offerplek, maar deze zijn niet meer aanwezig.

Aan Odin en Frigg, zo vertelt men, werden tweelingzonen geboren: zo ongelijk in karakter en uiterlijk als bij twee kinderen mogelijk is. Hödr, god van de duisternis, was somber, zwijgend en blind, als het donker van de zonde, die hij, zo meende men, voorstelde, terwijl zijn broeder Balder, de schone, vereerd werd als de zuivere en stralende god van onschuld en licht.
Baldr woont met zijn vrouw in Breidablik, een hemelse plek in Asgard waar geen kwaad toegang heeft. Hij is eigenaar van een schip genaamd de Ringhorn. We leren in hoofdstuk 32 van de Gylfaginning dat Baldr en de godin Nanna een zoon hebben, Forseti genaamd, die kenmerken van zijn vader erft en een rechtbank voorzit waar alle ruzies worden opgelost. Foseti is de mythische voorzitter van het thing (ding; een vergadering van vrije mannen die recht mag spreken en wetten op mag stellen). Het breken van een belofte aan Fosite moest men met de dood bekopen.
De oprukkende cultus van Forseti wordt (samen met die van Baldr) als onderdeel van een Frankisch-Friesche cultuuropleving van rond 700 beschouwd, die beide goden naar Scandinavië bracht. Tot op de dag van vandaag gebruikt men het in het IJslands het woord “forseti” om een voorzitter en de premier aan te duiden.
De verhalen over de dood van Baldr zijn fragmentarisch te vinden in de Lied-Edda en uitvoerig in de Snorra-Edda en in de Gesta Danorum van Saxo Grammaticus. Baldr wordt ook genoemd in de Merseburger toverspreuken uit de middeleeuwen. Het zijn de enige bewaard gebleven voorbeelden van Continentaal-Germaanse polytheïstische geloofsbeleving in het Oudhoogduits. De vertaling luidt:
Phol en Wodan
reden naar het bos.
Toen raakte de voet van het veulen van Balder/de god
gewond.
Toen zong Sinhtgunt tot hem (nl. de voet),
Sunna haar zuster;
Toen zong Frija tot hem,
Volla haar zuster;
Toen zong Wodan tot hem,
zoals hij goed kon.
Als botkwetsuur,
als bloedkwetsuur,
als ledemaatkwetsuur:
bot tot bot,
bloed tot bloed,
lid tot ledematen:
als gelijmd laten ze zijn.
Baldr begon onheilspellende dromen te krijgen over zijn eigen dood, wat de Asen beangstigde. Odin reisde naar Niflheim en ondervroeg de ziel van een overleden profetes (een völva, waarover het Eddische gedicht Baldrs draumar vertelt) die hem het lot van Baldr voorspelt.
Frigg liet alle elementen, mineralen, planten en dieren van de schepping zweren dat ze Baldr nooit zouden schaden, die daardoor onkwetsbaar werd. Zo dachten ze het lot van Baldr te ontlopen.
Het verhaal doet denken aan Doornroosje, na haar vervloeking door een heks werden alle spinnenwielen uit het koninkrijk verbannen. Zo zou ze veilig zijn, tenminste…dat dachten haar ouders. Toch prikte ze zich er aan… De heks was woedend, want ze was niet uitgenodigd door de ouders van Doornroosje. Ze voorspelde dat Doornroosje zich zou prikken en daardoor zou overlijden. Door een spreuk wordt deze vloek minder sterk en zou Doornroosje alleen slapen, en weer wakker kunnen worden.
Woede speelt ook een rol bij de voorspelling van de völva. Na de voorspelling maakt Odin zich door een onoplosbaar raadsel bekend en verwijdert zich enigszins spottend van de völva. Die reageert woedend en voegt ongevraagd aan haar voorspellingen nog een laatste, en meest verschrikkelijke toe: ze kondigt aan dat Loki zal vrij komen uit zijn gevangenis en dat daarmee de Ragnarok zal aanbreken.
Georges Dumézil, Franse filoloog en comparatist aan wie we de meeste Franstalige literatuur over de Ossetische mythologie te danken hebben, vergeleek de dood van Soslan met die van Baldr.

Illustratie uit de Völuspá hin skamma, Aldre Eddas Gudesange, 1895
Soslan is een centrale figuur onder de legendarische Nartes, het heroïsche ras van de Ossetische mythologie en andere mythologieën. Soslan werd geboren uit een steen die het zaad ontving van de masturbatie van een herder die de schoonheid van Satana bewonderde. Dit wetende, keert Satana negen maanden later terug en opent de steen om het kind op te halen. Dit verhaal komt voor in de mijn eerdere artikel over kinderstenen.
Soslan lijkt in diverse opzichten op Baldr. In sommige verhalen baadde Soslan in de vloeistof waardoor zijn huid onkwetsbaar werd. De tank was te klein zodat zijn knieën uitstaken en niet nat konden worden. In andere verhalen was er een andere reden dat hij toch op een bepaald punt kwetsbaar was: een smid hield hem bij de heup vast met een tang om hem te laten weken, waardoor zijn heup niet nat werd.
Soslan sterft doordat zijn benen worden afgesneden (of zijn heup wordt gebroken) door een magisch wiel met stalen spijkers, waarbij Syrdon het zwakke punt heeft onthuld.
Maar terug naar Baldr. De Asen vonden het leuk om allerlei soorten projectielen naar Baldr te gooien en hem met allerlei voorwerpen te raken, terwijl hij altijd ongedeerd bleef. Maar Loki geeft Hödr (een blinde god) een pijl gemaakt van maretak: het enige ter wereld dat Baldr kan kwetsen. Frigg had niet aan de maretak gevraagd om Baldr niet te schaden. En zo dood Hödr, onwetend, de onkwetsbare Baldr.
De goden kunnen aanvankelijk alleen huilen vanwege hun verdriet. Frigg spreekt en vraagt ”wie er onder de Aesir was die al haar liefde en gunsten wilde verdienen en bereid was de weg naar Hel te rijden en te proberen of hij Baldr kon vinden, en Hel losgeld aanbood als ze Baldr terug zou laten gaan naar Asgard”.
Het kussen onder de maretak” komt van de legende over Baldr. Frigg besloot de maretak nooit meer te negeren. Om niet langer te denken dat de maretak een wapen was, besloot ze iedereen te kussen die onder een boeket maretak door liep.
Frigg probeerde Baldr uit de onderwereld terug te krijgen. Zijn door Hödr bewerkte dood is de overwinning van de duisternis over het licht, de duisternis van de winter over het licht van de zomer. Het sterven van Baldr in de winter zou te maken hebben met de zonnewendes.
Een van de meest belangrijke feesten werd gehouden tijdens de zomerzonnewende of de avond van midzomer, ter ere van Balder de goede. Want men beschouwde die dag als de gedenkdag van zijn dood en van zijn neerdaling in de onderwereld. Op die dag, de langste van het jaar, kwamen de mensen buiten bij elkaar, staken grote vreugdevuren aan en keken naar de zon, die in de hoge Noorse streken weinig beneden de horizon daalt tot zij weer opkomt. Van midzomer worden de dagen langzamerhand korter en de zonnestralen minder warm, tot de winterzonnewende (Yule-blót), die “Moeder nacht” heette, daar het de langste nacht was van het jaar en de dagen daarna weer langer worden. Midzomeravond, die eens ter ere van Balder gevierd werd, heet nu St. Johannes dag.
Soslan en Baldr zijn vergelijkbaar met andere Indo-Europese mythologische helden vanwege hun onkwetsbaarheid en de onthulling van het zwakke punt (dat de dood mogelijk maakt). De Griekse Achilles heeft zijn beroemde hiel, kwetsbaar omdat toen hij door Thetis gebaad werd in de rivier bij de hiel werd vastgehouden. En op dezelfde manier baadde de Noorse mythologische held Siegfried in het bloed van de draak Fafnir, wat hem onkwetsbaar maakte (behalve op een specifieke plek op zijn rug waar een blad was blijven steken).
De legendarische dood van Baldr lijkt ook op die van de Perzische held Esfandyar in het epische Shahnameh. Uit een tak van de tamarisk sneed Rostam een pijl, die hij later in wijn doopte. Gewapend met deze pijl verscheen Rostam tegenover Esfandyar en doodde hem. En in het artikel over kinderstenen werd al verteld dat Ea een zaag (die oorspronkelijk nog had gediend om hemel en aarde van elkaar los te maken) gebruikte om Ullikummi van zijn enkels te zwiepen, daarna vloeide de kracht uit het monster weg.
Georges Dumézil merkt een vergelijking op tussen de dood van Baldr en een Hindoeïstische verhaal uit de Mahābhārata. De blinde koning Dhritarāshtra (blind als de Scandinavische god Hödr) speelt Pachisi met de demonische Duryodhana (die niemand minder is dan de destructieve godin Kâlî, vergelijkbaar met de Scandinavische god Loki).
Pachisi is een dobbelspel dat normaal gesproken zonder gevaar is voor de koning. Duryodhana wint echter alle eigendommen van de koning, inclusief Draupadi (de vrouw van Dhritarāshtra), door bedrog.
Duryodhana lijkt de winnaar, maar met zijn hoogmoed vernederd hij Draupadi. Deze kwaadaardige actie veroorzaakte dat Bhima Duryodhana’s dij zou breken.
Volgens Georges Dumézil zou het parallellisme in de diverse mythen verspreid over een enorm gebied verwijzen naar een scène die in een meer primitieve vorm zou hebben bestaan voor de verstrooiing.

In de Finse mythologie deelt Lemminkäinen bijna hetzelfde lot als Baldr: sterven door toedoen van een blinde man op een feest van de goden. De originele, mythologische Lemminkäinen is een sjamanistische figuur. In de Kalevala is hij vermengd met epische oorlogshelden Kaukomieli/Kaukamoinen en Ahti Saarelainen. In een verhaal dat enigszins doet denken aan de zoektocht van Isis naar Osiris, zoekt de moeder van Lemminkäinen hemel en aarde af om haar zoon te vinden. Eindelijk hoort ze van zijn lot en vraagt Ilmarinenom haar een koperen hark te maken om het lichaam van haar zoon uit de rivier van Tuonela te baggeren. Door middel van een uitgebreid magisch ritueel en met behulp van een reeks spreuken weet de moeder haar zoon weer tot leven te wekken. Ook hier lijkt het verhaal op dat van Baldr, waarin Frigg haar zoon terug wil halen uit Hel.
Baldr is ook vergeleken met Jezus, zoals CS Lewis deed toen hij zei: “Ik hield van Balder vóór Christus.” Baldr, een god van het licht, heeft dezelfde kenmerken als Jezus als een jonge god die sterft en opstaat om terug te keren na Ragnarök, het einde van de wereld. Ragnarok is vergelijkbaar met de christelijke Apocalyps, waarna Jezus zou terugkeren om het nieuwe tijdperk van vrede te begeleiden. En ook wordt Kerstmis met Jezus in verband gebracht, net als Yule-blót met Baldr.
Baldersteinen, ook wel Fritjofsteinen genoemd, is een monumentale steen in Baldershagen in Husabø (Noorwegen). De steen ligt net onder snelweg 55 bij de nieuwe begraafplaats op de site. In 1994 is er ongeveer 100 meter naar het zuiden uitgebreid gegraven. Het grote grafveld van Baldershagen kwam aan het licht, het stamt uit de ijzertijd.
De steen is 7,8 meter hoog en 1,25 meter breed en is naar verluidt de hoogste monumentale steen van Noorwegen. De bautasteen (menhir) heeft geen inscripties, maar vindt zijn oorsprong waarschijnlijk in de ijzertijd aangezien hij op de overblijfselen van een grafheuvel uit de periode 500-800 staat.
De Baldersteinen wordt van oudsher in verband gebracht met een plaatselijk opperhoofd die sneuvelde in de Slag bij Fimreitein (1184), maar moet aanzienlijk ouder zijn dan die gebeurtenis.
De naam van de steen heeft een mythologische en historisch/literaire connectie met de sage over de Noorse god Baldr en de Frithjofssage, waarin heiligdommen van Baldr voorkomen.
Vanaf de 17e eeuw werd er door meerdere kroniekschrijvers en geleerden over bautastenen geschreven. In zijn boek “Sechs Schreiben von einigen Merkwürdigkeiten der Holsteinischen Gegenden” gaat Johann Friedrich Camerer uitvoerig in op de “heidense stenen uit de oudheid”. Hij had er een op het Duitse eiland Sylt, en een aantal in de omgeving van Pöschendorf (nabij Hamburg) gezien en beschreven. Hij maakte er melding van dat Johannes Schefferus het woord “Bauta” met bloed vertaalde, “omdat deze bloedstenen ter verering opgericht waren voor degene die in de oorlog bloed vergoten hadden”.
Bloedstenen kwamen we al eerder tegen, er zijn diverse betekenissen aan gegeven. Ze zouden bloeden als je er met een speld in prikt (of spijker in slaat). Soms toonde dit aan dat een vrouw een kind zou krijgen, ze worden in verband gebracht met vruchtbaarheid. Vaak zitten er napjes of andere verdiepingen in de steen, door mensen aangebracht (maar soms ook natuurlijk). En er werd soms op geklopt (of er was een steutel) om hem te openen, zo schreef ik al het artikel over kinderstenen. Ook over de bautastenen komt het kloppen of slaan voor, zo toont de etymologiebank aan:
bautasteen [onbewerkte grafsteen] {1886}
oudnoors bautasteinn (noors bautestein) [een steen die in de grond is gedreven], van bauta [slaan], vgl. oudhoogduits bōzzan [slaan, stoten], oudengels beatan [slaan], middelnederlands bo(o)ten [kloppen, slaan]
Troels Arnkiel uit Aabenraa (Denemarken), predikant en onderzoeker van vroege geschiedenis, ging in zijn bekendste werk “Ausführliche Eröffnung” in op de betekenis van de bautastenen. Hij schrijft: “Bij deze heidense grafheuvels en bergen zijn de grote stenen als pilaren rondom neergezet, wat gedaan wordt ter nagedachtenis van de doden. Het is te betreuren dat deze grafstenen op vele plaatsen weggenomen en hergebruikt zijn om er kerken, kastelen, boerderijen, steentuinen en kerkmuren van te bouwen. En zo staan er vele grafheuvels en bergen onbeschermd op de velden en zijn bijbehorende steencirkels en kringen geplunderd.”
De Frithjofssage (of sage van Frithiof) is minstens 22 keer vertaald in het Engels, twintig keer in het Duits en minstens één keer in elke bekende Europese taal, waaronder het IJslands in 1866 en het Zweeds in 1737.
Koning Beli van Sogn, een traditioneel district in West-Noorwegen, had twee zonen en een dochter genaamd Ingeborg. Helgi was zijn eerste zoon en Halfdan zijn tweede. Aan de andere kant van de fjord woonde de vriend van de koning Thorstein (Þorsteinn Víkingsson) wiens zoon Frithjof (Friðþjófr) de stoutmoedige (hinn frœkni) werd genoemd.
Frithiof was de langste, sterkste en hij was de dapperste onder de mannen. Toen de kinderen van de koning nog maar jong waren, stierf hun moeder. Een goede man van Sogn, Hilding (Hildingr) genaamd, bad om de koningsdochter te mogen koesteren. Frithjof was de pleegbroer van de koningsdochter aangezien hij ook samen met Ingeborg (Ingibjörg) werd opgevoed door hun pleegvader Hilding.
Zowel Beli als Þorsteinn stierven in de oorlog, waarna Helgi en Halfdan het koninkrijk overnamen. De twee koningen waren jaloers op de uitstekende kwaliteiten van Frithjof en daarom ontzegden ze hem de hand van Ingeborg. Ze namen haar mee naar Baldr ’s heilige omheining Baldrshagi, waar niemand een ander durfde te kwetsen en waar geen vrouw of man gemeenschap had.
Toch bezocht Frithjof Ingeborg en ze bleven van elkaar houden. Dit zorgde ervoor dat Helgi en Halfdan Frithjof naar Orkney stuurden om hulde te brengen en terwijl hij weg was, brandden ze zijn woning af en trouwden ze Ingeborg met koning Ring, de oude koning van Ringerike.
Toen Frithjof terugkeerde, brandde hij Baldr’s tempel in Baldrshagi af en ging als Viking leven.
Toen viel zijn oog op den armring dien hij aan Ingeborg had gegeven en dien Helgé aan den arm van
Baldr had gedaan, en, toeschrijdend op het houten beeld zei hij: “Vergiffenis, grote Baldr, niet voor u werd de ring gehaald uit Völunds graf!”
Toen greep hij de ring, maar hoe hard hij ook trok, hij wilde er niet af.
Eindelijk spande hij al zijn krachten in, en met een plotselinge ruk kreeg hij de ring en op hetzelfde ogenblik viel het beeld van den god voorover op het altaarvuur.
Onmiddellijk werd het in vlammen gehuld, en voordat iets kon gedaan worden stond de geheele tempel in vuur en rook.
Frithiof, hevig verschrikt bij de ontwijding die hij zonder het te willen op zijn geweten had, trachtte te vergeefs de vlammen te blussen en het kostbare heiligdom te redden, maar, bespeurend dat zijn pogingen niets gaven, ontvlood hij naar zijn schip en besloot tot het moeizame leven van een verworpene en een banneling.
Na drie jaar kwam hij naar koning Ring en bracht de winter met hem door. Net voordat de oude koning stierf, was de identiteit van Frithjof voor iedereen duidelijk en dus benoemde de stervende koning Frithjof tot graaf en maakte hem de verzorger van Ring en Ingeborgs kind. Toen Ring was overleden, trouwden Frithjof en Ingeborg en werd hij de koning van Ringerike.
De krijgslieden van de natie vergaderden nu in een plechtig Thing (ding) om een troonopvolger te kiezen. Frithiof had de geestdriftige bewondering van het volk gewonnen, en zij zouden hem gaarne tot koning hebben gekozen; maar hij hief Sigurd Rings zoontje hoog op zijn schild toen hij het geschreeuw hoorde dat zijn naam riep, en stelde het kind aan de vergadering voor als hun aanstaanden koning, openlijk zwerend dat hij hem zou ondersteunen totdat hij oud genoeg was om het gebied te verdedigen.
In een andere versie wil hij eerst boete doen voor het vernietigen van de tempel van Baldr. In een visioen ziet hij dat hij een nieuwe tempel moet bouwen.
Voltooid was Balders heiligdom,
Geen palissade stond rondom
Nu meer van hout,
Een ijzeren hekwerk, punten goud,
Schooner en sterker dan voorheen
In evenwicht verscheen
Om Balders heilig huis. Een lange stoet
Geharnasten die speren schitt’ren doet.
En helmen ’t zonlicht—dus in pracht
Blonk in het heilig woud de fiere wacht.
En van graniet, met groote zorg bedocht
Een stoute kunst, was ’t machtig werk gewrocht,
En zooals reuzenhallen,
Die tijden niet doen vallen,
Rees ’t op—lijk Upsals tempel, waar het Noord
Valhall verbeeld zag in dit wereldsch oord.
Trotsch stond het dan op bergkant, zijn profiel
Werd kalm gespiegeld in de klare zee,
Rondom—gelijk een bloemengordel schoon,
Ging Balders Dal, met boschjes vol muziek
En teere vogelzangen, Vreeverblijf.
In zijn Noorse geschiedenis vergelijkt Torfæus Vergils held Æneas met Fridtjof. Æneas is de hoofdfiguur in het epos De Aeneis, van Vergilius, waarin weordt verteld hoe Aeneas na zijn vlucht uit Troje met veel omzwervingen naar Latium (in Italië) trok waarna zijn nakomelingen Rome zullen stichten.
Torfæus Vergils schrijft dat Æneas in nood op zee “zuchtte en zijn handpalmen naar de hemel uitstrekte” en hij riep met een jammerende stem de dood aan, terwijl Fridtjof in dezelfde situatie verzen componeerde over feesten en dansen in Baldershaven, terwijl de stormgolven van de Noordzee om zijn oren vlogen.
Bij het verhaal van Aeneas stemt de Sibille van Cumae ermee in om Aeneas naar Hades te escorteren zodat hij de ‘schaduw’ van zijn vader kan zien. Maar om de onderwereld binnen te gaan, zegt ze hem de gouden tak uit de heilige bossen bij haar grot te verzamelen, zodat deze kan worden gegeven aan Prosperpina (Persephone) als toegangsprijs. Dit lijkt behoorlijk op het losgeld dat Frigg aan Hel wil betalen om haar zoon weer terug te krijgen. De gouden tak zou maretak zijn.
Baldershaven is gelegen op de boerderij Husabø in Leikanger, waar in de jaren negentig een aantal grafheuvels en nederzettingen zijn blootgelegd. Verschillende rijke vondsten documenteren een nederzetting die teruggaat tot de bronstijd. Zit er een kern van waarheid in het verhaal dat Fridtjof de Baldersteen plaatste op de plek waar eerder al een heiligdom voor Baldr stond?
Er zijn diverse andere plekken verbonden met (heiligdommen van) Baldr. Er zijn plaatsnamen waarin de naam Baldr voorkomt, namen als Baldrsnes, Baldursheimar, Boldesager (uit on. Baldrsakr) in Noorwegen, IJsland en Denemarken. Ook in Nederland en België zijn naast het al eerder genoemde Balderhaar plaatsnamen in verband te brengen met (heiligdommen van) Baldr: Balloo (een loo) en Ballerkule (een kolk) in Drenthe. Op de Veluwe is het Balderbosch, Overijssel kent Balholt, Ballo en Ballar. In Antwerpen kent men Balver (een veer of overtocht) en verschillende Bulk en Bulekensteinen.
Baldr is de god van het licht en Haldr (Hödr) zou voor de duisternis staan. Hier verwijzen Hallum en Ballum (op de Waddeneilanden) en Holwert en Bolswert (in Friesland) naar. Diverse mythologische verhalen lijken op de tragische dood van Baldr en de poging van zijn moeder Frigg om hem terug te halen uit de duistere onderwereld. Het doet weer denken aan Doornroosje, die na een kus van een prins weer wakker wordt. Zou deze kus onder de maretak zijn gegeven?
Marinda Ruiter

Bronnen
Langs oude krachtplekken in het Overijsselse Vechtdal, VVV fiets en autoroute van 120 km
Axel: eene legende uit het Noorden, Esaias Henrik Wilhelm Tegnér
https://www.gutenberg.org/files/31954/31954-h/31954-h.htm#p204
https://no.wikipedia.org/wiki/Baldersteinen
https://fr.wikipedia.org/wiki/Soslan
https://en.wikipedia.org/wiki/Frithiof%27s_Saga
https://da.wikipedia.org/wiki/Fridtjof_den_Fr%C3%B8knes_saga
https://nl.wikipedia.org/wiki/Merseburger_toverspreuken
https://es.wikipedia.org/wiki/Balder
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bautasteen
https://www.etymologiebank.nl/trefwoord/bautasteen
https://www.dbnl.org/tekst/verm064vana01_01/verm064vana01_01_0011.php
https://nl.wikipedia.org/wiki/Esfandyar
https://en.wikipedia.org/wiki/Lemmink%C3%A4inen
https://en.wikipedia.org/wiki/Frigg
https://de-wadden.clubs.nl/nieuws/detail/217576_fosite-helgoland
Het boetregt: bevattende een oudheid-, geschied- en letterkundig onderzoek … Derk Buddingh
Afbeeldingen
Baldersteinen door Bjørn Erik Pedersen – Eget verk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=51515441
Baldr door Lorenz Frølich, Public domain, via Wikimedia Comonsm
Odin door Lorenz Frølich – Published in Gjellerup, Karl (1895). Den ældre Eddas Gudesange. Scanned from a 2001 reprint by bloodofox (overleg · bijdragen)., Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=5731996
Titelpagina door August Malmström – Scan by Project Runeberg: http://runeberg.org/fritiofs/, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1252702
Der „Baldersten“ im Sognefjord door diverse – scan eines Sammelbandes aus eigenem Besitz. Captions in Wikisource:http://de.wikisource.org/wiki/Die_Gartenlaube_(1876), Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=25564496
Mahabharata door Printed by Chore Bagan Art Studio – https://www.britishmuseum.org/collection/object/A_2003-1022-0-18, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=19435443
Offersteen door Gunnar Creutz – Eget arbete, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=11741351
Lemminkäinen door Joseph Alanen – Jenni Nurminen https://ateneum.fi/joseph-alanens-kalevala-themed-works-donated-to-the-ateneum/?lang=en, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=92532390
Een illustratie doof Ólafur Brynjúlfsson[2] – NKS 1867 4to, 96v. Digitized version available from http://www.kb.dk/permalink/2006/manus/738/dan/96+verso/. Image processing (crop, rotate, color-levels) by Skadinaujo (talk · contribs), Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=6029983
Frithiofs frieri door August Malmström – Sofia Persson / Nationalmuseum, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=64096744
Hödr door Carl Emil Doepler (1824-1905) – Wägner, Wilhelm. 1882. Nordisch-germanische Götter und Helden. Otto Spamer, Leipzig & Berlin. Page 289., Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=5254099