De Jentil is een reus uit de Baskische mythologie

In de nacht van 14 op 15 augustus, tijdens de festiviteiten van de patroonheiligen van Elvillar (Baskenland) ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van de Assumptie en San Roque, wordt het evenement “Akelarre” gevierd. Het werd oorspronkelijk gehouden in de dolmen ”Chabola de la Hechicera” (hut van de heks), maar om logistieke redenen werd het verplaatst naar het dorpsplein.

De naam “Akelarre” is gebaseerd op de legende van enkele heksen die in de dolmen leefden en die door de Heilige Inquisitie werden veroordeeld en geëxecuteerd op de brandstapel, bekend als het Logroño-proces. Akelarre is een Baskische term en betekent Heksensabbat (de plaats waar heksen hun bijeenkomsten houden). Akerra betekent mannelijke geit in de Baskische taal, Akelarre kan vertaald worden met ”weide van de bok”. Heksensabbatten werden voorgesteld als voorgezeten door een bok.

Volgens Barandiaran kreeg de dolmen de naam “Chabola de los Encantos” of “Chabola de la Hechicera” omdat de inwoners van Elvillar op de ochtend van San Juan liedjes hoorden die van de plaats kwamen zonder iemand te zien die de liedjes kon zingen. De mensen in de omgeving zeiden dat het een tovenares was die de liedjes zong. En er werd vertelt dat degenen die erheen gingen of keken, in stenen veranderden en deel uitmaakten van het megalithische monument.

Chabola de la Hechicera, de hut van de heks

Dolmens en andere megalithische bouwwerken worden met heksen en andere bovennatuurlijke wezens in verband gebracht. In dit artikel nemen we een kijkje in de verhalen die worden vertelt op het Iberisch schiereiland. We zullen zien dat met het komen en gaan van culturen, de verhalen worden aangepast. Goden veranderen in bijvoorbeeld feeën, reuzen of heiligen. Toch blijft de kern van het verhaal hetzelfde, zo werken mythen nu eenmaal. Ze gaan met hun tijd mee.

De katholieke kerk, die in Portugal overheerst, heeft enkele dolmens geassimileerd en heeft verschijningen van heiligen en wonderbaarlijke gebeurtenissen toegeschreven aan de bouwwerken. In deze gevallen werden de dolmen niet door heksen bewoond, maar ze werden gezegend en omgebouwd tot kapellen. In het Portugees worden deze dolmen anta-capella genoemd. Een erg bekende anta-capella ligt in Pavia, in de gemeente Mora.

Natuurlijk werden de megalithische bouwwerken niet allemaal opgenomen in de christelijke traditie en werden velen vernietigd, zoals is gedocumenteerd. Dit gebeurde vooral in de noordelijke regio (waaronder ook een deel van Galicië) waar veel nachtelijke heidense rituelen werden gevierd in de megalieten, gerelateerd aan maan culten, zonder kerkelijke goedkeuring.

Pavia; de kapel van San Dionysius is een anta-capella. Er is een kapel gemaakt van het voorchristelijke megalithische bouwwerk.

Het Iberisch schiereiland omvat de huidige landen Spanje, Andorra, Portugal, de Britse enclave Gibraltar en enkele bergdalen die toebehoren aan Frankrijk. Dit deel van Europa wordt ook wel Iberië genoemd; Iberië komt uit het Grieks. De Romeinen noemden het Hispania waarvan uiteindelijk España (Spanje) is afgeleid. Onder de moslims staat het Iberisch schiereiland bekend als Al-Andalus waarvan later Andalusië van is afgeleid.

Op het Iberisch schiereiland zijn dolmens te vinden in heel Portugal, van eenvoudige tot meer complexe megalithische architectuur, zoals de Crómlech de los Almendros of Gran Dolmen de Zambujeiro. In Spanje zijn dolmens te vinden in Galicië (zoals Axeitos), het Baskenland en Navarra (zoals de al eerder genoemde Sorgin Etxea of Chabola de la Hechicera), La Rioja (zoals de Dolmen de la Cascaja) Aragon (zoals Aguas Tuertas, Tella, Villanúa), Catalonië (zoals Cova d’en Daina of Creu d’en Cobertella), Andalusië (zoals de Dolmen de Menga) en Extremadura (zoals Dolmen de Lácara).

In Zuid-Spanje zijn zeer oude mijnen gevonden die al in de vroege kopertijd (vóór 3000 v.Chr.) in productie waren en die zelfs tegenwoordig nog rijk genoeg zijn om in productie te houden. Ook zijn er aanwijzingen dat de bewoners van de regio de eerste handelaren waren die op de legendarische Tineilanden voeren, hetgeen waarschijnlijk op Groot-Brittannië slaat en meer specifiek Cornwall en de aanliggende Scilly-eilanden, waar prehistorische tinmijnen nog te bezichtigen zijn.

Maquette van een koepelgraf (tholos) met kraaggewelf uit de Los Millarescultuur

In het zuiden van Spanje bestond tussen 2200 en 1550 v.Chr. de El-Argarcultuur: een bronstijdcultuur onder Midden-Europese invloed ontstaan uit de lokale Los Millarescultuur. Ten westen van de Straat van Gibraltar bevonden zich eveneens een aantal bronstijdnederzettingen, los gegroepeerd als Zuidwest-Iberische Bronstijdculturen. Met vergelijkbare culturen van Portugal tot de Britse Eilanden lagen deze aan de basis van de Atlantische bronstijd. Volgens sommigen zouden ze ook zijn beïnvloed door handelaren uit het Minoïsche Kreta, dat tussen 2500 en 1500 v.Chr. de handel op en rond de Middellandse zee beheerste.

Volgens de mythe was koning Minos een vroege heerser over Kreta en bevond de Minotaurus zich in het labyrint onder zijn paleis in Knossos. De benaming Minoïsche beschaving (“beschaving van Minos”) werd op basis daarvan voorgesteld door Arthur John Evans, de archeoloog die in belangrijke mate tot de herontdekking van deze beschaving heeft bijgedragen.

Dolmen werden vaak gebouwd op plaatsen waar al een rituele betekenis bestond. In Portugal was het gebruikelijk om de dolmen te bouwen op een plek waar al een menhir stond. De dekheuvel slikte in sommige gevallen ook de menhir in. En in sommige gevallen werden de menhirs hergebruikt bij het bouwen van een dolmen.

Er werd ook begraven in natuurlijke grotten en later werden ook kunstmatige grotten gebouwd. Ook werd er begraven in tholoi. Tholos is eem technische term voor een rond gebouw met koepelvormig dak, al dan niet omringd door zuilen. Onder tholos-graf verstaat men het type koepelgraf waarbij het gewelf van de stenen grafkamer gevormd wordt door horizontale, geleidelijk uitgekraagde concentrische steenlagen. De stenen worden op hun plaats gehouden door de druk van de aarde waarmee het graf bedekt is. Dergelijke tholos-graven werden overgenomen uit de Minoïsche grafcultuur waar ze in het Oostelijke bekken van de Middellandse Zee veel werden toegepast in het 2e millennium v.Chr. De bekendste bevinden zich in Mycene (onder meer het 13 meter hoge “Schathuis van Atreus”) en in Orchomenus (“Schathuis van koning Minyas”).

De aanwezigheid van dolmen is niet direct gerelateerd aan de Kelten, zoals sinds de Romantiek in West-Europa wordt beweerd. De Keltische volkeren hebben de megalieten kunnen hergebruiken, net als de herders uit de Middeleeuwen.

Vanaf de 9e eeuw v.Chr. dringen Keltische volksstammen Noord-, West- en Centraal-Spanje binnen. Vanaf die tijd vond er een geleidelijke vermenging plaats van Kelten en Iberiërs tot Keltiberiërs. Deze vermenging vond veel minder plaats met de oorspronkelijke bewoners van de noordelijke berggebieden: de Basken, de Cantabriërs en de Asturiërs.

De verdeling van megalithische graven in Iberia

Niet alleen op het Iberisch schiereiland werden de dolmens hergebruikt: studies uitgevoerd in Noord-Frankrijk en in het Verenigd Koninkrijk wijzen op continu hergebruik van megalithische begraafplaatsen in de bronstijd, midden ijzertijd en in de middeleeuwse periode. Studies in het gebied van Mecklenburg-Vorpommern in Duitsland heeft aangetoond dat van de 144 megalithische graven in het gebied een derde is hergebruikt (interne gebruik van de begrafeniskamer) en bij 50 procent is aangetoond dat externe rituele activiteit bleef voortbestaan.

Standbeeld van Breogán in A Coruña (Galicië) bij de toren van Hercules, dit is een vuurtoren gebouwd door de Romeinen (en nog altijd in gebruik) 

Breogán, de zoon van Brath, is een mythische Keltische koning van Galicië. Volgens de Keltische legenden, verzameld in de Lebor Gabála Érenn uit de 11e eeuw, was Breogán degene die een immens hoge toren bouwde in Brigantium. Vanuit deze toren konden Ith en Bile, de zonen van Breogán, aan de horizon een land met groene kusten zien.

Hiermee wordt Ierland bedoeld. Zij besloten erheen te varen, maar werden hier opgewacht door de Tuatha Dé Danann, een volk dat Ierland bewoonde voor de komst van de Kelten. Ith werd gedood.

Decennia later ondernam Breogáns kleinzoon Míl Espáine de reis opnieuw. Hij wreekte de dood van Ith en versloeg uiteindelijk de Tuatha Dé Danann, waarna de Kelten zich in Ierland vestigden.

Galicië is een van de zeventien autonome regio’s van Spanje en ligt in het uiterste noordwesten van het Iberisch Schiereiland. Het grenst aan Portugal. In de tweede eeuw voor Christus arriveerden de Romeinen. In de vijfde eeuw volgden invasies van Sueben en Vandalen en van de negende tot en met de elfde eeuw vielen de Noormannen de noordwestkust van Spanje aan.

Lokale mensen ontmoeten Mouras terwijl ze ronddraaien met een spindel en een rots. Mouras zijn fantastische feeënwezens uit de Galicische mythologie die worden geassocieerd met megalithische constructies. De Mouras bouwden de castros en de mámoas (grafheuvels; kunstmatige ophopingen van aarde en/of stenen). Mámoas zijn dolmen met de dekheuvel; de naam verwijst naar de vrouwelijke borst, omdat dit lijkt op de vorm van de heuvel. Verkleinwoorden zoals mamoíña of mamoela worden ook gebruikt. Het is gebruikelijk dat ze een depressie in het bovenste deel presenteren die bekend staat als een cono de violación: de overblijfselen van een illegale opgraving op zoek naar kostbare materialen of meer in het algemeen om de stenen te delven.

De oudste gedateerde mámoa in Galicië is A Chousa Nova, in Silleda. Het bouwwerk werd 6.350 jaar geleden opgericht. Rondom de mámoa’s bestaan legendes; bijvoorbeeld dat een kip met kuikens onder een dolmen verschijnt in de nacht van San Juan, ze veranderen in goud. Het Sint Jansfeest begint na de zonsondergang van 23 juni, Sint Jansavond: de vooravond van de christelijke feestdag Sint Jansdag. Er zijn ook verhalen dat er potten in verborgen zijn die goud of vergif kunnen bevatten.

Pedra Formosa Castro das Eiras 
Pedra Formosa Briteiros

De castrexa-sauna is een megalithische constructie die typerend is voor de castrexa-cultuur (te vinden op het grondgebied van het oude Gallaecia: Galicië, West-Asturië en Noord-Portugal). Het is een sauna voor ritueel gebruik (stoombadrituelen) in de castros.

In eerste instantie werd gedacht dat de oorsprong van deze Galicische sauna’s Romeins was, maar tegenwoordig is bekend dat ze al enkele eeuwen eerder in de castros bestonden. Ze werden gebouwd aan het einde van de 5e eeuw voor Christus of het begin van de 4e eeuw voor Christus. Een mooie steen (pedro formosa), een grote monoliet, bevond zich in de spa’s en gaf de toegang tot het compartiment van de baden en hete stoom via een kleine opening.

Sommige onderzoekers geloven dat het overgangsrituelen waren die werden beoefend door Proto-Keltische krijgersgemeenschappen, terwijl anderen geloven dat het een manier was om inheemse goden zoals Nabia en andere watergoden te prijzen. Nabia was de godin van rivieren en water in de Gallaecische en Lusitaanse mythologie op het grondgebied van het moderne Galicië (Spanje), Asturië (Spanje) en Portugal.

Sommige sauna’s werden nog steeds gebruikt in de Romeinse tijd, dus ondergingen ze renovaties en toevoegingen aan hun structuur om zich aan te passen aan nieuwe thermische toepassingen. Niet alleen mythen, ook gebouwen passen zich aan aan de tijd.

In september 2011 leidden archeoloog Antón Malde en journalist Manuel Gago een openbaar archeologisch project met een team van vrijwilligers waarin ze zich toelegden op het schoonmaken en opgraven van een site in Pena Furada. Deze opgravingen brachten verschillende ommuurde structuren aan het licht die verondersteld werden deel uit te maken van een heiligdom met de figuur van Moura.

Petroglief van een Moura in Pena Furada

Mairu (meervoud: mairuak) zijn wezens uit de Baskische mythologie. Baskenland is gelegen in Spanje en Frankrijk aan de westelijke uitlopers van de Pyreneeën en aan de Golf van Biskaje. De oorsprong van de Basken is in mysteries gehuld. Hun taal is dermate afwijkend en niet of nauwelijks verwant aan bestaande talen, dat de Basken niet gerekend worden tot de bekende Europese volkeren, zoals de Kelten of Germanen.

Mairu staat voor Moor en de term wordt gebruikt in de betekenis van ‘niet-christelijk’ om te verwijzen naar vroegere beschavingen of megalithische monumenten. In sommige delen van Spanje werd elke oude constructie in de volksmond toegeschreven aan de periode van Arabische overheersing (ook als de bouwwerken veel ouder zijn dan die periode).

In andere delen van Atlantisch Europa geloofde men ook dat er “mensen uit het zuiden” kwamen met de wetenschap om megalithische monumenten te bouwen. Zo zouden de blauwe stenen van Stonehenge oorspronkelijk in Ierland hebben gestaan; ze stonden inderdaad in Wales (wat in die tijd bij Ierland hoorde) is recentelijk aangetoond. De stenen zouden daar door reuzen uit Afrika zijn opgericht, dit beschreef ik al in het artikel koning Arthur en Stonehenge. De aanwezigheid van genetische chromosomen in mannelijk DNA (haplogroep E1b1b1 in geïsoleerde minderheden van de Europese bevolking, inclusief de Baskische bevolking, langs de Europese Atlantische kust naar Schotland) en in vrouwelijk DNA naar Scandinavië, lijkt dit te bevestigen. En Baskische en Gaelic talen bevatten Berberse leenwoorden.

Mairuak worden ook wel Maideak, Saindi Maidi (in Neder-Navarra) en Intxisu (in de Bidasoa-vallei) genoemd. Mairuak waren reuzen die dolmen of harrespil bouwden. Net als de dolmen komen harrespil alleen in de bergen voor. Er wordt gezegd dat de Mairu de stenen op hun hoofd of onder hun armen droegen.

Ook Jentil zijn reuzen die behoren tot de Baskische mythologie. De benaming “jentil” komt van het Latijnse gentilis, wat “ongelovigen” betekent. De benaming wordt gebruikt voor de voorchristelijke beschavingen en dan in bijzonder voor de bouwers van megalithische bouwwerken.

Jentil; gestileerde weergave

Dolmens worden jentilarri of jentiletxe genoemd en grotten worden aangeduid met jentilzulo of jentilkoba. Met jentilarri worden ook sommige rotsen aangeduid die, volgens bepaalde legendes de huidige plaatsen innemen omdat ze door de heidenen van verre oorden zijn gegooid. “Jentiletxe” is de naam van de dolmen die zich op de berg Ataun-Burunda en in Alzania bevinden. Evenzo “Jentiletxeeta” in Motrico, “Jentilzubi” bij de Baltzola-grot (in Dima), “Jentilzulo” in Leiza en Orozco.

Jentileio is de benaming van een gat van bijna twee meter hoog en anderhalve meter breed. Het is de opening van een kunstmatige tunnel van bijna vijf meter lang, die de berg Laiene van zuid naar noord doorkruist en leidt naar een omheining genaamd Jentillan-sukalde (“de keuken van de heidenen”).

Cromlech de Almendres

Een cromlech is een verzameling van verschillende menhirs, meestal in een of meer cirkels of ellipsen, maar ook in rechthoeken, halve cirkels of zelfs meer complexe structuren zoals de cromlech van Almendres. Ze zijn gebouwd tussen 3300 en 1800 voor Christus. Ze werden gebruikt als een tempel voor de aanbidding van de zon en de maan en andere sterren. Ze worden ook wel ‘moorse boomgaarden’ genoemd.

Stadia van de evolutie van de Cromlech van Almendres gedurende het Neolithicum (en de huidige staat van het bouwwerk).
De bouw begon in 4800 v.Chr.

De overgrote meerderheid van de bestaande cromlechs in Portugal zijn te vinden op hellingen die oost-zuid gericht zijn. De oriëntatie van het monument (naar het punt van zonsopgang bij de zomerzonnewende) en de rangschikking van de stenen (volgens de fasen van de maan) leiden tot de mogelijkheid dat het een soort astronomisch observatorium was.

De term cromlech komt van het Engelse cromlech, dat op zijn beurt is afgeleid van het Oud-Welse ‘crwm’, ‘crooked’ en ‘lech’, ‘slab’. Dus de letterlijke betekenis zou zijn “plaat (geplaatst op) curve.”

Tien van de cromlech-monolieten van de Cromlech van Almendres hebben een versiering in de vorm van reliëfs of gravures, waarvan er vier alleen “kuiltjes” hebben (ook wel napjes; een reeks kleine gaatjes die in de steen zijn uitgehouwen). De andere zijn: 

  • Menhir 48: heeft een kleine antropomorfe figuur geassocieerd met een staf;
  • Menhir 57: op een met opzet platgedrukt stuk toont het een reeks van 13 reliëfs in de vorm van kruisheren. Deze figuren komen ook voor in andere menhirs en zijn waarschijnlijk representaties van objecten van sociaal prestige gebouwd in leisteen en bederfelijke materialen. In de megalithische monumenten van Alentejo worden zelfs schiststaven gevonden;
  • Menhir 56: op een afgeplat stuk een gestileerde weergave van een groot menselijk gezicht, met neus, ogen en mond. Het kan worden beschouwd als een menhirbeeld;
  • Menhir 76: het heeft ook een antropomorfe figuur, zoals de menhir 56. De versiering van beide is vergelijkbaar met de menhirs van de Cromlech van Portela de Mogos;
  • Menhir 64: gelegen nabij het midden van de grotere ruimte, het heeft reliëfs in de vorm van rackets en cirkels;
  • Menhir 58: Het heeft drie afbeeldingen van zonneschijven, geassocieerd met golvende lijnen die stralen vertegenwoordigen.
Kuiltjes (of napjes) op monoliet 8
Menhir 64, met reliëfs van cirkels en rackets

De Pyreneese cromlechs zijn verspreid in een gebied dat zich uitstrekt van Andorra tot de Golf van Biskaje, aan beide zijden van de Pyreneeën, in feite in het gebied waar de Aquitaanse taal zowel op Frans als op Spaans grondgebied wordt gebruikt. Ze worden niet gevonden in de rest van het Iberisch schiereiland.

De Pyreneese cromlech is een steenkist binnen een steencirkel (er werd niet meer gemeenschappelijk begraven zoals in de dolmens). Ze worden harrespil (meervourd harrespilak), baratz of jentilbaratz (meervrouw: baratzak) genoemd. Het zijn relatief bescheiden megalithische monumenten. Harrespil is een term in het Baskisch wat “stenen cirkel” betekent. Baratz betekent “boomgaard” en wordt traditioneel gebruikt om prehistorische necropolissen aan te duiden. Ze hebben een diameter tussen 2 en iets minder dan 10 meter, en menhirs die in uitzonderlijke gevallen 3 meter hoog zijn. Over het algemeen zijn er groepen van twee tot twintig cirkels met verschillende diameters waarvan de oorsprong teruggaat tot 1200 tot 600 v.Chr.

Met de naam Jentilbaratza is ook een piek in de haven van Arrateta (Ataun) bekend. Er wordt aangenomen dat de heidenen op deze top werden begraven. 

Jentilak gooiden volgens de verhalen met stenen

De Jentilak speelden spelletjes, zoals pilota, waarbij ze enorme stenen door de lucht gooiden die nog aan de voet van sommige bergen liggen. De Saltarri menhir is volgens de legende neergeworpen door een Jentil van de berg Murumendi.

Volgens de Baskische traditie leven deze vredige wezens sinds de tijd van de voorchristelijke beschaving in contact met de lokale bevolking. Ze worden beschreven als harige wezens, groot genoeg om in zee te kunnen lopen en zo sterk dat ze stenen van de ene berg naar de andere kunnen gooien. De verhalen melden ook dat de Jentilak de bevolking hielpen in de Slag bij Roncesvalles, zo wordt vertelt in het ”Chanson de Roland” (het Roelantslied), waar de Basken de Franken versloegen door stenen te gooien terwijl ze passeerden.

Jentilak hadden een enorme kracht en waren verantwoordelijk voor de bouw van vele massieve stenen bouwwerken, waaronder kerken, kastelen, bruggen en dolmen. Er werd gezegd dat ze meer christen waren dan de christenen. Hun einde kwam toen een zeer heldere ster verscheen, die de geboorte van Christus openbaarde. In andere verhalen gaat het om een donkere wolk. Ze verdwenen in de aarde onder een dolmen in de Arratzaren-vallei (in Navarra).

De kinderen van Sunbilla dragen de jentil Olentzero op hun rug met Kerstmis

Olentzero was een jentil die, bijna blind, naar de wolk kon kijken en de betekenis ervan begreep. Alleen hij bleef over.

Olentzero bekeerde zich tot het christendom en komt elk jaar in de nacht van kerstavond uit de bergen om de geboorte van Jezus aan te kondigen en geschenken aan de bevolking te brengen, waardoor hij een soort “Baskische kerstman” werd.

Mairuak worden vaak geassocieerd met Laminak, de vrouwelijke metgezel van de Mairuak. In Mendive (Neder-Navarra) zou juist Laminak de megalieten gebouwd hebben. De Laminak zou uit de omgeving zijn verdwenen vanwege de processies van de kruisdagen, het geluid van kerkklokken, de bouw van een hermitage of een kapel. Er werden voedseloffers gebracht aan de Laminak: maïskoeken, stukjes ham, glazen cider die ’s avonds in de keuken achterbleven, terrine van melk of wrongel die de herders in bepaalde grotten plaatsten, voedsel dat de boeren plaatsten op de grens van hun velden als verzoening.

Volgens een legende verzameld door Cerquand zijn de Mairuak mooie, grote en rijke mannen die elke week samenkwamen met Laminak om Mendikolanda (tussen Zuberoa, Mendi en Mendikota) te bevrijden. Roland verdreef de Moren uit het gebied. Het Roelantslied (een vertaling van het Chanson de Roland) maakt deel uit van de groep Frankische of Karelromans, die van gebeurtenissen verhalen die aan Karel de Grote en zijn ridders worden toegeschreven. De heldendaden zijn, bij elkaar opgeteld, zo talrijk dat ze onmogelijk voor rekening van een enkele vorst en zijn gevolg kunnen komen. In feite zijn de verhalen dan ook gebaseerd op de volksliteratuur over Karel de Grote en de dynastie der Merovingers. Oudere verhalen werden hergebruikt. Hetzelfde gebeurde bij de verhalen over koning Arthur en zijn ridders, voorbeelden hiervan werden al genoemd in het artikel koning Arthur en megalieten.

Marietxe/Gaztenia trikuharria

In andere delen van Baskenland worden de megalieten toegeschreven aan Mairi, Maru, Mooru, Moro, Maide en Soorgin. Waar de Mairi bouwers zijn van dolmens, zijn de Maide berggeesten en (mannelijke) bouwers van cromlechs. Zowel de Marietxe of Gaxteenia (of Gaztenia in Mendibe) dolmen en de grote stenen van Armiaga (Behorlegi, wat “plaats van merries” betekent) werden daarheen gedragen door een Moor.

Mairu is nog steeds een term om iemand aan te duiden die niet is gedoopt en daarom geen christen is. Ongedoopte baby’s, Mairu, werden (en worden zelfs tegenwoordig nog) begraven in de buurt van hun eigen huis of in de tuin ernaast. Er zijn legendes dat Mairu ’s uitgedroogde arm of armbeen bovennatuurlijke krachten bevat.

De Mairu worden gecrediteerd voor de bouw van bepaalde dolmens en cromlechs zoals die van Ibañeta in Zugarramurdi (Navarra). Dit dorp staat bekend om zijn grotten waar “heksen” elkaar zouden ontmoeten tijdens ceremonies genaamd “akelarre“. Ook zouden de Mairu de dolmens en cromlechs in Oiartzun (ook wel Oyarzun in Guipuscoa; Kauso I en II, Arritxurrieta, Munere, Errenga, Arritxulangaña, Egiar en Oianleku) en Buluntza (Aincille in de Pyrénées-Atlantiques) gebouwd hebben.

Casa de Moura; Anta da Cerqueira in Couto de Esteves (Portugal)

De oorsprong van de Mairu wordt verondersteld zo oud te zijn als de “mouros encantados” in het Portugees (betoverde Moren, Spaans: moros encantados), waarvan wordt gedacht dat het het overblijfsel is van oude pre-Romeinse goden. De Mouras Encantadas (de vrouwelijke vorm) komen voor in de Portugese en Galicische folklore. In Alentejo, een regio in het zuiden van Portugal met de grootste concentratie megalieten op het hele schiereiland, zijn de bewakers van die constructies echter niet bepaald vriendelijke elfjes die bij zonsondergang uit hun grotten komen.

Archeologe Henna Lindström van de Universiteit van Helsinki in Finland schrijft over de volksverhalen van de bouwers van Europese megalieten: de Mouras Encantadas, zoals deze bijna vergeten en invloedrijke vrouwen in Portugal worden genoemd. In legendes, die Lindström optekende uit Portugese bronnen die aan het eind van de 19e eeuw werden opgeschreven, zoeken mensen ’s middags, middernacht of midden in de zomer mouras op om hen te helpen bij ziekte, onvruchtbaarheid of tegenslagen in de liefde. Tijdens zonsopgang op midzomer zijn ze het meest te vinden. Niet alleen bij grotten of dolmen, maar ook bij fonteinen en andere waterbronnen.

Er is een andere categorie verhalen waarin mouras voor mensen verschijnen als een teken van naderende dood of voor vrouwen in een moeilijke bevalling (en waar ze dan zelfs de uitkomst van de geboorte kunnen bepalen: of moeder en baby overleven).

De mouras zouden gedaanteverwisselaars zijn; ze konden van uiterlijk veranderen. Er zijn menhirs en andere stenen met afdrukken van een slang. Soms zijn er voetstappen bij te zien. Volgens de verhalen is dit de verandering van de moura van menselijke gedaante tot slang. De mouras konden ook veranderen in een stier en op deze manier beschermden ze de dolmen (en de schatten die er in verborgen zijn). De halve maan is een symbool voor de hoorns van de stier.

Ook Nossa Senhora de Conceição, de Vrouwe van Onbevlekte Ontvangenis, wordt afgebeeld met een slang en een halve maan. Op de vroegste afbeeldingen wordt Nossa Senhora Conceição zij aan zij met de slang afgebeeld, op latere afbeeldingen trapt ze op de kop van de slang.

Nossa Senhora de Conceição (ze staat op de slang, er is ook een maan afgebeeld), Museu de Arte Sacra de São Paulo

De Onbevlekte Ontvangenis van Maria is een dogma van de Katholieke Kerk dat stelt dat Maria verwekt werd en ter wereld kwam zonder met de erfzonde te zijn bevlekt. Deze bijzondere status van Maria wordt met een hoogfeest gevierd op 8 december, negen maanden voor het feest van de geboorte van Maria op 8 september.

Juist op de plaatsen waar heidense goden en natuurwezens werden vereerd, bouwden de katholieken kerken en kapellen, meestal gewijd aan de Maagd Maria. En zij maakten de bevolking wijs dat alle Moren, mouras, heidenen waren. Ondanks deze en andere pogingen van priesters en monniken om bijgeloof om te buigen in wat zijzelf als het enige ware geloof zien, blijven veel mensen in de overtuiging leven dat rotsen, bronnen en grotten de woonplaatsen zijn van geheimzinnige wezens in menselijke of onzichtbare vorm.

De sprookjes met Mouras Encantadas zouden van pre-Romeinse, Indo-Europese Keltische oorsprong zijn. Volgens José Leite de Vasconcelos zijn het “wezens die door een occulte macht worden gedwongen om in een bepaalde staat van beleg te leven alsof ze verdoofd of in slaap zijn, voor zover een bepaalde omstandigheid hun betovering niet verbreekt”.

Masseira, hier kneedden de Mouras het brood

Mouras Encantadas werden verondersteld de bouwers te zijn van de paleolithische heuvelforten, de dolmens en de megalieten. In sommige regio’s worden dolmen in de volksmond Mouras of Casa da Moura (huis van de Moura) genoemd. Uit de rotsen gehouwen graven worden vaak Cova da Moura of Masseira genoemd, de laatste term betekent de plaats waar de “mouras het brood kneedden”. Ze worden ook wel Cama da Moura (bed van de moura) genoemd.

Bijna elke Portugese of Galicische stad heeft wel een verhaal over een Moura Encantada. De overlevering van de mouros encantados wordt gebruikt om prehistorische monumenten te vinden en werd in de 19e eeuw gebruikt als de belangrijkste methode om Lusitaanse archeologische “monumenten” te lokaliseren, aangezien Martins Sarmento deze overleveringen beschouwde als een soort volksherinnering die niet in zijn geheel werd uitgewist door de kerstening. Hispania Lusitania of kortweg Lusitania was een Romeinse provincie op het Iberisch Schiereiland. Ze kwam ongeveer overeen met het huidige Portugal en een deel van Spanje (Extremadura).

Latere beschavingen wilden deze overblijfselen interpreteren en zijn talloze legendes en speculaties over hun doel voortgebracht. In het geval van de Lusitaanse folklore worden megalieten sinds de oudheid beschreven als plaatsen waar wezens uit de onderwereld leven, ontmoetingsplaatsen voor heksen op vrijdagavond of grotten die worden bewoond door slangen die schatten bewaken (de mouras worden wel als slang omschreven).

Dolmen de Carapito I (boven, in Aguiar da Beira) en Casa da Moura of Dolmen de Cabaleiros (dolmen van de ruiter; ridder; heer, in Tordoia)

In de Portugese overlevering wordt gezegd dat je in of uit bepaalde rotsen kunt lopen, mogelijk gerelateerd aan de moura-legendes. De moura wordt ook beschreven als reizend naar Mourama (een betoverde plek) zittend op een steen die in de lucht of in het water kan drijven. Men geloofde dat wie ooit op een van deze stenen zat, betoverd zou worden. En als een betoverde steen naar een huis zou worden gebracht, zouden alle dieren in het huis kunnen sterven.

Volgens folklore in Portugal, Spanje, Frankrijk, de Britse eilanden, Baskenland en in sommige delen van Duitsland en Italië werden de dolmen opgericht door vrouwen, die enorme rotsblokken boven hun hoofd droegen (of in hun
schorten of op de toppen van hun pink) terwijl ze ook spinnen, weven, een kind borstvoeding geven of boter karnen. Dit wordt ook vertelt op Malta, zo gaf ik al aan in de plaats van de reuzen; megalithische tempels op Malta.

Wat ook aan de Mouras Encantadas wordt toegeschreven is de constructie van grote gebouwen in één nacht. Bijvoorbeeld de kathedraal van Viseu. Dit doet ook denken aan de verhalen die in andere delen van Europa voorkomen; een held, reus of duivel hielp bij de bouw van een gebouw, soms was het een heilige (zoals Maria). Voorbeelden zijn gegeven in het artikel over offerstenen.

Volgens legendes verschijnen de Mouras tijdens de zonnewendes en op nachten met volle maan. 

Voor sterfelijke wezens zijn ze alleen zichtbaar in de nacht van San Juan (de al eerder genoemde Sint Jansavond, de vooravond van de christelijke feestdag Sint Jansdag). Dit is de meest magische nacht van het jaar. Ze kunnen dan bezig zijn hun haar te kammen met gouden kammen. Of wevend en spinnend met een gouden draad.

Moura met spindel en steen

In sommige legendes is het op de dag van Sint-Jan dat de Moura Encantada in het maanlicht een streng garen op een grote rots verspreidt. In megalieten in de maneschijn wordt het belang van maanlicht ook genoemd.

Gouden kammen, scharen en spindels zijn hun attributen, die ze soms aan mensen beloven als een betaling van een
dienst. In Galicië spinden de mouras de levensdraad. Dit verbindt hen met de Moirai van de Griekse mythologie, de schikgodinnen in wiens handen het leven en de dood van mensen en goden lag. Een rode draad (van Ariadne, de dochter van koning Minos) bepaalde ook over leven en dood in de mythe over de Minosaurus, het was de enige manier om uit het labyrinth te komen. De Minotaurus was een woest wezen; half mens en half stier.

Nornen uit de Germaanse mythologie zijn ook verbonden met de Moirai en Iberische mouras. Ze zaten, draaiend, aan de voet van de wereldboom Yggdrasil en gaven het elke dag water met water dat ze uit de Bron van Het lot haalden, waardoor het leven en de wereldorde worden gehandhaafd. Nornen kwamen ook op bezoek bij de pasgeborenen en bepaalden hun lot. Er zijn ook overeenkomsten met de Germaanse Berchta; zij is een hemelse zonnegodin die ongeboren zielen in haar, door koeien voortgetrokken, zonnewagen meevoert. Als Holda (vrouw Holle) regeert ze over de doden en de onderwereld.

Een oude Moorse legende vertelt hoe op de dageraad van Sint-Jan de Mouras Encantadas hun schatten uitspreidden op de bedauwde velden. Hun rijkdommen hadden de vorm van vijgen. Iemand die passeerde en de vijgen opraapte en ze niet opat, merkte thuis dat de vijgen in echte schatten veranderden. Maar iemand die de vijgen meteen wilde opeten hield tot zijn schrik opeens stukken houtskool in zijn hand. Dit doet ook denken aan vrouw Holle, die cadeaus geeft…maar het is niet altijd goud, maar soms pek wat je overhoudt.

De mouras hebben ook overeenkomsten met de Ierse Banshee en Cailleach. Op de Keltische Britse eilanden was Cailleach een godin van waarschijnlijk pre-Keltische oorsprong. Haar naam betekent ‘gesluierde’. Een Banshee is een fee die de dood van een mens aankondigt. Het is de Engelse fonetische spelling van het Ierse bean sí (meervoud mná sí, oude spelling bean sídhe) dat fee-vrouw betekent, de vrouwelijke vorm van duine sí (fee-persoon). In de Keltische folklore van Schotland schrijft men baobhan sith. Ze heeft lang wit haar dat ze kamt met een zilveren kam.

Mouras Encantadas nemen verschillende vormen aan, zoals een slang, stier of Moorse prinses. Toch blijft de kern van het verhaal hetzelfde.

De archeologe Henna-Riikka Lindström beschreef de megaliet-bouwende vrouwen van de Portugese legendes als bovennatuurlijk; ze kunnen veranderen van vorm en nemen vaak de vorm aan van een slang of een stier. Ze zijn tegelijkertijd jong en oud en hebben eeuwigdurende levens. Naar verluidt hebben ze mensen veel vaardigheden uit de kruidengeneeskunde geleerd, ook de vervaardiging van ijzer. Ze kunnen in verschillende elementen bewegen: op aarde en in de ondergrondse wereld, evenals in het waterrijke rijk. Zij bewaken de grenzen tussen de werelden, controleren het weer en de seizoenen, en verschijnen aan mensen in tijden waarin de grenzen tussen de werelden zijn vervaagd: in tijden van naderende dood, bevalling, equinoxen en zonnewendes, of om middernacht en op het middaguur.

Mouras hebben een duidelijke taalkundige connectie met een andere soort bovennatuurlijke wezens: mourinhos/maruxinhos, wat kleine hominide zijn wezens die in hun eigen ondergrondse dimensie leven. Ze zijn ongeveer equivalent aan de kabouters of elfen.

In sommige verhalen wordt ze Moura-mae of moeder-moura genoemd en neemt ze de vorm aan van een charmante jongedame die zwanger is, en het verhaal concentreert zich op de zoektocht naar een vroedvrouw om te helpen bij de geboorte en de beloning die wordt gegeven aan de persoon die wil helpen.

Er zijn gebruiken bekend waarin stellen op de dolmen gaan slapen, om een kind te krijgen. Door driemaal rond de dolmen te gaan, was men getrouwd (en kinderen uit deze verbintenis werden niet als bastaards beschouwd). Namen tonen dit gebruik aan, bijvoorbeeld Pedra dos Casamentos, Anta dos Casamentos en Peninhos dos Casamentos (steen, dolmen of kleine steen van het huwelijk). Er zijn ook verhalen bekend van vrouwen die op de dolmen gaan liggen om zwanger te worden. En er zijn verhalen van vrouwen die aan een steen likken om betere borstvoeding te kunnen geven. De Pedra Leital, melk steen, is een overblijfsel van een dolmen. Het doet weer denken aan de voorbeelden die zijn gegeven in het artikel over kinderstenen.

De verhalen over Jentil, Mouros, Maura, Moira, Velha, Mora, Mari, Vieha, Mairi, Moros, Mairu, Moren en soortgelijke wezens zijn duizenden jaren diep geworteld in het collectieve geheugen.

Het woord Moura deelt gemeenschappelijke wortels met het Keltische woord mrvos (dood) en met het Latijnse woord mortuus, waarvan het portugees is afgeleid en
Galicische morto (dood). Het Griekse woord moira (lot) heeft ook te maken met de oorsprong van moura evenals het Keltische woord mahra of mahr (geest). De drie nornen hebben dezelfde eigenschappen, dit zijn de schikgodinnen of lotsgodinnen uit de Noorse mythologie.

De drie nornen bij een pasgeboren baby

Moura-lavadeira is een wasvrouw, ze wordt alleen gezien terwijl ze witte kleren in de zon droogt. Ze lijkt op de Lavandières (Middernacht Wasvrouwen) die met bloed bevlekte kleren wassen; dit doen de Banshee overigens ook. De Lavandières zijn drie oude wasvrouwen in de Keltische mythologie. De drie oude vrouwen gaan om middernacht naar de waterkant om lijkwaden te wassen voor degenen die op het punt staan ​​te sterven, volgens de mythe en folklore van Bretagne; of om de met bloed bevlekte kleding te wassen van degenen die op het punt staan ​​te sterven, volgens de Keltische mythologie. 

Les Lavandières de la nuit

Mouras kunnen ook verbonden worden aan de grote Baskische godin Mari. Ze manifesteert zich als een regenboog en als dauw op bergtoppen, een vrouw wiens hoofd tot aan de wolken reikt, of wiens hoofd wordt omringd door de maan, of in verschillende dierlijke vormen. Mari is de bewaker van de moraal van mensen, zoals de Germaanse Holda, en haat liegen, opscheppen, egoïsme, beloften breken en gebrek aan respect voor anderen.

Henna-Rikka Lindström vond de Portugese megalieten en verhalen erg geschikt om te onderzoeken; veel van de graven zijn op de een of andere manier gebruikt in religieuze, magische of gemeenschappelijke praktijken….van de Neolithische tijd tot op de dag van vandaag. De betekenissen veranderen, maar de Portugese megalieten hebben nooit hun betekenis verloren, ze werden niet betekenisloos.

Akellare door Fransico de Goyacirca, 1797-1798

Zoals met alle mythen gebeurt, worden de verhalen tot op de dag van vandaag gehuld in nieuwe gedaanten, volgens de opeenvolging van tijden, zonder echter die primitieve harde kern te verliezen. Onder invloed van de kerk gaat het nu soms over Maria. In sommige gevallen werd Maria gezien met een enorme rots op haar hoofd en tegelijkertijd een sok breiend, of baby Jezus voedend.

In andere gevallen werd het juist de duivel of een heidense Moor (en soms was de Moor de duivel). De Moren (of reuzen) gooiden met gemak enorme stenen naar de Christenen, soms hielpen ze juist bij de bouw van een kathedraal.

In andere gevallen veranderde het verhaal weer op een andere manier en ging over verboden liefde tussen een christelijke held en een Moorse prinses, maar vaak behield deze prinses bovennatuurlijke gaven en bleven ook de andere verhaalelementen bewaard. De Moorse prinses werd vervloekt door haar vader en werd verbannen, soms ondergronds opgesloten. De oude overtuigingen zijn niet verdwenen, ze zijn gewoon een beetje omgevormd, om beter in de nieuwe samenleving te passen…en: dit is al duizenden jaren gebeurt.

De term “sabbat” in het jodendom betekent zaterdag, wat hun heilige dag is. Er wordt aangenomen dat deze term in verband werd gebracht met hekserij (heksensabbat) in de tijd van de Middeleeuwen, toen de heersers de Joden in diskrediet wilden brengen en het jodendom negatief associeerden met de aanbidding van de duivel.

De grenzen die aan Joden en Moren werden opgelegd, gingen verder dan het ideologische, omdat ze binnen de gemeenten een ruimte kregen om te wonen: de Joodse wijken en Mourarias, straten met deuren die bij zonsopgang werden geopend en bij zonsondergang werden gesloten. In Portugal was er een gunstig klimaat voor het voortbestaan ​​van geloofsovertuigingen, riten en bijgelovige elementen in christelijke bevolkingsgroepen waar heidense tradities standhielden. Op verschillende manieren probeerde de kerk dit te onderdrukken.

De “Anderen”: Joden, Moren, Tovenaars en Bijgelovigen

Martinón-Torres, die de 17e-eeuwse documenten over de dolmens in Galicië onderzocht, merkte op dat de processies de dolmen bezochten en er werden veel jaarlijkse feesten om hen heen gehouden. In de omgeving van Alentejo is het nog steeds een levende traditie om samen te komen naast bepaalde dolmen om de feesten Magusto en Maia te vieren, die te maken hebben met het ophalen van herinneringen aan de doden en de komst van de lente – dood en geboorte.

Dolmens stonden en staan nog altijd centraal in de seculiere, alledaagse geografie van de gemeenschap, omdat ze hebben gediend als oriëntatiepunten of ze hebben gediend als grenspalen. Vaak zijn het ook de ontmoetingsplaatsen geweest voor jaarlijkse dorpsfeesten.

Toponiemen verbonden met legendes, en legendes of tradities verbonden met bepaalde plekken, dienen nog steeds als een geografisch startpunt voor archeologen wanneer ze archeologische inventarisaties plannen. “Moura liep op de heuvelrug”, “Vroeger zaten heksen in de grot te draaien” of “Onze Dame verscheen in de mond van de grot” – dit soort legendes hebben veel prehistorische begraafplaatsen aangetoond die inmiddels niet meer zichtbaar waren.

De megalieten werden aanbeden in bepaalde tijden, of juist vermeden, vernietigd of geassimileerd (zoals tijdens de kerstening). Ze werden in de Romantiek geliefd (verhalen en plekken werden zo goed mogelijk onderzocht) en tijdens het dictatorschap op het Iberisch schiereiland werd de studie naar de megalieten juist in diskrediet gebracht. In de huidige tijd wordt er wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd, maar helaas is de studie naar gebruiken en verhalen inmiddels afgesplitst van de studie naar sites (archeologie). In mijn ogen mis je dan een groot deel van de informatie die voor het oprapen ligt.

Marinda Ruiter

Jentil-Zubi, natuurlijke brug bij Dima (Bizkaia)

Bronnen

Casas das Mouras Encantadas – A Study of dolmens in Portuguese archaeology and folklore, Humanistic faculty, Department of filosophy, history, culture and art studies, Master’s thesis in archaeology, University of Helsinki, Henna-Riikka Lindström,

Portugal, Mundo dos Mortos e das Mouras Encantadas, Fernanda Frazão & Gabriela Morais 

O Mito da Moura Encantada, Fernanda Frazão & Gabriela Morais 

https://nl.wikipedia.org/wiki/Iberisch_Schiereiland

https://nl.wikipedia.org/wiki/Tartessos

https://nl.wikipedia.org/wiki/Iberi%C3%ABrs

https://es.wikipedia.org/wiki/Cr%C3%B3mlech_pirenaico

https://es.wikipedia.org/wiki/Prehistoria_en_Arag%C3%B3n

https://en.wikipedia.org/wiki/Mairu

https://gl.wikipedia.org/wiki/Sitio_arqueol%C3%B3xico_da_Pena_Furada

https://en.wikipedia.org/wiki/Enchanted_Moura

https://fr.wikipedia.org/wiki/Lamina_(mythologie)

https://www.ancient-origins.net/myths-legends-europe/legends-say-mysterious-women-built-megaliths-portugal-003176

https://pt.wikipedia.org/wiki/Cromeleque

https://pt.wikipedia.org/wiki/Cromeleque_dos_Almendres

https://gl.wikipedia.org/wiki/Sauna_castrexa

https://nl.wikipedia.org/wiki/Tholos

https://es.wikipedia.org/wiki/M%C3%A1moa

http://mitosleyendascriaturas.blogspot.com/2015/08/aquelarre.html

Afbeeldingen

Petroglief door Elisardojm – Obra propia, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=16872568

Jentil door Josu Goñi Etxabe – Opera propria, CC BY-SA 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1406306

Sorginaren Txabola door Josu – Norberak egina, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=77061881

Maquette door Jose Mª Yuste (Tuor123) – Own work, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=5505199

Breogán door FirkinCat – Eigen werk, CC BY-SA 3.0 es, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=16414581

De kinderen https://commons.wikimedia.org/wiki/File:1992-Sunbilla_olentzero.jpg

Masseira https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Forcadas_2.jpg

Casa de Moura CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimeBy No machine-readable author provided. João Carvalho assumed (based on copyright claims). – No machine-readable source provided. Own work assumed (based on copyright claims)., CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=257128

https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Casa_da_Moura,_Tordoia.jpg

Cromlech door Fulviusbsas – Obra do próprio, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=20606053

https://commons.wikimedia.org/wiki/Category:Anta_da_Cerqueira#/media/File:Anta_Cerqueira_em_Couto_Esteves_01.JPG

Moura met spindel en steen http://www.academiadelallingua.com/entrambasauguas/pdf/15510940216.Alberto%20%C3%81lvarez%20Pe%C3%B1a-Mouras.pdf

Jentilak gooien met stenen https://mythus.fandom.com/wiki/Jentil?file=Jentil.jpg.

De Jentil is een reus uit de Baskische mythologie https://lpbestiary.tumblr.com/post/167352297572/in-basque-mythology-the-jentil-were-a-race-of

Menhir Domínio público, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=601788

Kuiltjes Por Xyzt1234 – Obra do próprio, Domínio público, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=5098968

Marietxe/Gaztenia trikuharria door Josu – Norberak egina, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=52415124

De verdeling van megalithische graven in Iberia https://dspace.uevora.pt/rdpc/bitstream/10174/2301/1/SinaisPedra.pdf

Cromlech de Almendres https://www.wandellandportugal.nl/almendres-cromlech-steencirkel

Les Lavandières de la nuit https://www.horror-scaryweb.com/2016/04/29/les-lavandi%C3%A8res-de-la-nuit/

De “Anderen”: Joden, Moren, Tovenaars en Bijgelovigen http://www.ibamendes.com/2011/02/os-outros-judeus-mouros-feiticeiros-e.html

Akellare By Francisco de Goya – Web Gallery of Art:   Image  Info about artwork, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=15461664

Vorig artikelPlaggenhutten
Volgend artikelA 5,000 year old drum

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.